Over perspectief en uitersten

Ik lag lekker rustig in het zwembad mijn baantjes te trekken, dertig gedaan vandaag. Wel 600 meter in totaal. Dat zijn mijn beste denkmomenten, die zwembaduurtjes. De Olympische Spelen zijn bezig, dat kan niemand zijn ontgaan. Ik dacht aan Sharon van Rouwendaal die ik deze week heb zien winnen. Ze is Olympisch kampioen open water zwemmen. Deze dame zwemt voor haar training per week 80 km. Tachtig kilometer!

Perspectief

Om dat even in perspectief te gooien. Ik heb vorig jaar ruim 42 kilometer gezwommen. In een jaar. Dus om te zwemmen wat zij in een week doet, ben ik twee jaar bezig. Stiekem ben ik dan wel nieuwsgierig hoe dat nou is, tien kilometer in zee zwemmen. Ik denk wel dat ik mijn kalme tempo dan iets moet verhogen, anders ben ik een week bezig.

Uitersten

Olympische SpelenMatthijs Büchli zit op de bank bij Henri Schut. Matthijs doet aan een sport die je alleen maar bij de Olympische Spelen ziet, namelijk Keirin. Fietsen op de baan, met zo’n gangmaker die de fietsers voorgaat. Ik snap er geen bal van, maar die jongen gaat er vol voor. Vertelt doodrustig over momenten dat zijn schoenen zo strak zaten dat hij er gevoel in moest slaan. Valpartijen waarbij de splinters van de baan uit zijn rug getrokken moeten worden. De rillingen lopen over mijn rug. Maar waar het om gaat: hij gaat ervoor, besteedt jaren van zijn leven aan die sport, trainen, wedstrijden, er alles voor laten. Zijn uiterste en mijn uiterste liggen kilometers uit elkaar. Ik kan meer dan twee jaar geleden, ben fitter, ben lichter en ben tevreden. Matthijs is trouwens ook dik tevreden met zijn zilveren medaille.

Totaal: 1 jaar, 63 dagen.

Foto: Pixabay, CC0 gebruik

Geef een reactie