Ewald Krieg is een geldwolf en makelaar in krotten in New York. Hij kijkt terug op de periode van zijn leven in Amsterdam met Broccoli en Elvira.
Broccoli is een jongen die alleen in een groot huis in Amsterdam woont. Zijn rijke ouders zitten in Zwitserland. Broccoli was er van overtuigd dat ze een glansrijke filmcarrière zouden gaan maken in Hollywood.
Elvira is een meisje uit Argentinië die daar in een film heeft gespeeld maar die film is nooit afgekomen omdat het geld op was. Ewald wordt verliefd op Elvira.
Ze spelen in een film. Ewald krijgt een figurantenrol in een film waar hij van de trap af wordt gegooid. Broccoli richt operatie-Brando op, een geheim plan dat ze naar de top zal leiden (ze moeten zorgen dat ze zoveel mogelijk op Marlon Brando gaan lijken). Het verlangen om iemand anders te worden, iemand die je niet bent, iemand die je waarschijnlijk ook nooit zal worden, is dat niet het ultieme verlangen?
De ouders van Broccoli komen terug naar Nederland om hun huis te verkopen en vervolgens weer naar Zwitserland te vluchten voor de politie. Meneer Berk is een vriend van de vader van Broccoli die voor hun zaken in Nederland zorgde, en ervoor zorgde dat Broccoli geld kreeg. Na het vertrek van meneer en mevrouw Eckstein stort hij in en overlijdt.
Ewald krijgt een rol in een toneelstukje waar hij een jongen moest spelen die verliefd is op een vuurvogel. Daar ontmoet hij Frederika Steinman. Zij vroeg hem een monoloog voor haar te schrijven, maar die komt nooit af.
Broccoli en Elvira vertrekken naar Amerika om daar hun carrière te maken. Ewald blijft in Nederland en hun contact raakt verloren.
Zes jaar later gaat ook Ewald naar Amerika maar hij vindt Broccoli en Elvira niet meer terug.
Arnon Grunberg, Figuranten (Amsterdam: Singel Pocket, 2002)