Ztzoy met Medea

Ztzoy uit Zutphen. Hoe spreek je dat nou uit? Denk dat ze er zelf ook problemen mee hebben. Deze Zutphense groep was op bezoek in Den Haag. De voorstelling was de Medea van Euripides in de vertaling van Pé Hawinkels. Deze vertaling werd binnen een hedendaagse raamvertelling geplaatst die qua stijl losjes gebaseerd is op de Medea-monoloog van Dario Fo. De kern van het verhaal: wie was Medea en waarom heeft iedereen zo de pest aan haar? Ik heb er nog een recensie van gemaakt, in het kader van 10 tot 10, de cultuurmanifestatie van het Centrum voor Amateurkunst en het Cultuurpunt, blijkt dat ze erin gezet zijn door de organisatie. Els van het CvA wist er ook al niets van. Ja, goed gedaan hoor.

De recensie in Haghespel

Van tien maart tot tien april 2004 trekt een stoet aan culturele activiteiten door Den Haag. De manifestatie van tien tot tien wordt georganiseerd door Cultuurpuntdenhaag.nl om deze site een gezicht te geven. Qua toneel werd op zaterdag 13 maart het startschot gegeven met de voorstelling Medea van toneelgroep Ztzoy uit Zutphen. Het was voor Ztzoy de eerste keer in Den Haag, hoewel regisseur Eric Ribberink wel uit deze contreien komt.

Wie was Medea en waarom heeft iedereen zo de pest aan haar? De opening van de flyer en tevens de opening van de voorstelling. De voorstelling was de Medea van Euripides in de vertaling van Pé Hawinkels. Deze vertaling werd binnen een hedendaagse raamvertelling geplaatst die qua stijl losjes gebaseerd is op de Medea-monoloog van Dario Fo. Twee acteurs, Prince Heyliger en Francis Stam leggen in die raamvertelling uit wat er gebeurt met Medea. Prince Heyliger trad later ook op als Kreon, Jason en Aegeus. De voorstelling was mooi, in het begin was het even wennen aan de woordenvloed, eenmaal daaraan gewend was het een fascinerend verhaal dat goed werd gespeeld.

Medea werd gespeeld door twee actrices, namelijk Annemiek Bozua die rustig en vaardig de rol speelde en Francis Stam die het alter ego van Medea uitbeeldde en in al haar boosheid liet zien wat in het hoofd van deze figuur moet hebben gespeeld. De actrice die deze rol speelde deed dat voortreffelijk. Daarnaast speelde Els Standaert de rol van een vrouw. Zij legde veel van het verhaal uit.

Het decor was sober, drie lange doeken die vanaf het plafond omlaag hingen, een metalen emmer en een bankje, opgebouwd uit twee metalen emmers en een bekleedde plank. De acteurs waren allen gekleed in hetzelfde beige kostuum, een driekwart broek en shirt. De verschillen in rollen werd uitgebeeld door verschillende vesten. Er werd blootsvoets gespeeld. Al met al vond ik het persoonlijk een goede toneelopening van deze amateurkunstmanifestatie.

Tantalus

De nieuwe voorstelling van de Appel. Bijzonder omdat het een marathonvoorstelling is, er werd geadverteerd met een voorstelling van 11 tot 11. Dat is niet helemaal waar want het duurde tot 10 uur, maar toch een marathon.
John Barton heeft verschillende Griekse mythes aaneengesmeed tot één verhaal. Tantalus is de stamvader van een Griekse familie, zijn noodlot loopt vele generaties door. Zijn rotsblok boven zijn hoofd hangt ook boven de hoofden van zijn familieleden.
De acteurs van de Appel moesten vele dubbelrollen spelen. Marcel Ott had bijvoorbeeld zes rollen.
Ben er met vriendin H geweest, we hebben genoten, we hadden gelukkig goeie plekken waar we onze benen kwijt konden, anders was het wel wat anders geweest. Er werd goed geacteerd, het verhaal was goed te volgen en het was gewoon een enorme prestatie. Ik zie het alleen niet gespeeld worden door amateurtoneelgroepen. Het is te groot.

Open Podium in De Poort

Er was weer een Open Podium in de Poort. Het was ditmaal een cabaret avond, van de zes artiesten waren vijf cabaretiers. En er was een dichter, reuze interessant, ahum.
Niet mijn avond, moest wel een verslag schrijven en foto’s maken, heb ik gedaan, geen probleem. Maar ik heb betere avonden beleefd bij het Open Podium.
Cabaretiers: John Brukx, Cristian Pielich, Jeroen Pater, Hilde ter Laak, Norma de Jong.
Dichter: Adriaan Gaillard.

De recensie in Haghespel: Cabaret, cabaret, cabaret, Open Podium 17 oktober 2003

De titel zegt al voldoende, dit Open Podium was gevuld met cabaret, waaronder een oude bekende, namelijk de presentator. John Brukx is al diverse malen in de Poort geweest, maar nog niet eerder als presentator. Hij wijt zich zeer bekwaam van beide taken. Tegenwoordig zingt hij ook, maar dat gaat hem nog niet helemaal goed af. Hij vergeet delen van de tekst. Toch is het beter dan vorige keren. Hij is overigens expressiever en beweegt meer.

De volgende artiest is Adriaan Gaillard, een dichter die op de piano begeleid wordt door Frank Hartkamp. Ik moet heel eerlijk zijn, dit onderdeel vond ik ronduit saai. Er is niet zoveel aan een dichter zijn eigen gedichten te horen voorlezen. Daarna zingt Adriaan liedjes van Ramses Shaffy, waarbij ik de indruk kreeg dat hij Shaffy ook imiteert en dat lijkt mij niet de bedoeling.

De volgende artiest is Norma de Jong, zij hoort bij de groep Zessiebon, die zoals de naam al zegt uit zes personen bestaat. Norma zingt overwegend en kan dat best mooi. Ze heeft mooie teksten, jammer alleen dat het door haar wat saaie stem niet helemaal boeit.

Na de pauze is het de beurt aan Cristian Pielich. Deze dichter/cabaretier is ook al eerder geweest. Zijn programma is best wel aardig. Hij leest ook nog een paar gedichten voor.

Hilde ter Laak is ook lid van Zessiebon. Ze doet het heel aardig met haar verhandeling over waar een man aan moet voldoen om met haar te mogen omgaan. Dat is overigens niet mis. Haar volgende item gaat over het sleutelkoord, een mode-item dat niet mag ontbreken volgens haar. De man van haar dromen zal dit prachtige felblauwe ding dan ook krijgen met haar sleutels eraan. Het was wat langdradig, maar vooral het einde waarbij pianist John Lefeber de man van haar dromen bleek te zijn, was erg grappig.

De laatste was Jeroen Pater die dankzij presentator John Brukx tot de ontdekking was gekomen dat hij de enige was, waarvoor het publiek had betaald. Ik heb maar niet verteld dat ik gratis was binnengekomen. Hij was overigens erg leuk en in staat op onverwachte dingen in te spelen.

Al met al was het een aardig Open Podium, waar helaas te weinig publiek bij was, de zaal was nog niet eens half gevuld. Het volgende Open Podium zal begin volgend jaar plaats vinden.

De Parade

Zomercultuur: De Parade. Was weer eens leuk om te zien, leuk sfeertje, mooi weer, goeie acts. Alex d’Electrique was de grote kaskraker en voortdurend uitverkocht. Ton en ik zijn bij Berry Visser geweest, vreemd sfeertheater met videobeelden en koptelefoons, met muziek waar je Berry tussendoor hoorde zingen. Het moest het echt van het sfeertje hebben en zonder het sfeertje was het nergens. We zijn ook in het zoenmuseum geweest en ook nog in een theatertje waar je het zelf mocht doen. We waren botsautootje in een enorme autoband.
We werden allebei een beetje kriegelig van het feit dat je niet in de echte goeie acts kon komen omdat die zo uitverkocht waren en we zijn rond een uur of 10 weggegaan, thuis lekker filmpje kijken.

Twee culturele gebeurtenissen

Twee culturele gebeurtenissen! Heel verschillend.
Gisteravond de voorstelling van Dogtroep in Leidse Rijn gezien en ik heb genoten. Heel wonderlijk om te zien dat een theatergroep van een ogenschijnlijk kale vlakte een geweldige voorstelling kan maken die het bekijken waard is. Technisch gezien een hoogstandje. Wat was het? De oorsprong, de geschiedenis, zoals een Romein die er tussendoor sprong, een indiaan, een meisje in het roze, een piloot die uit de grond kwam. Alles kwam uit de grond. Tot grote vreugde van heel LIA waren er ook karretjes!!! Onze oorsprong kwam ook naar voren!

En dan vanavond: TVO met Dwazen van Neil Simon. Een goede schrijver met een leuk stuk over een dorp in de Oekraïne dat zucht onder een vloek waardoor alle inwoners dom zijn. De vloek kan op twee manieren opgeheven worden: of de dochter van de dokter trouwt met de graaf of zij wordt slim binnen 24 uur. Een onderwijzer die langs komt wordt prompt verliefd op de dochter en met een slim plan lost hij de vloek op.
Ik heb me vreselijk zitten ergeren aan publiek dat te laat binnenkwam en uit de zaal liep tijdens de voorstelling, dat in de eerste plaats. Bovendien werd ik vreselijk slaperig door de warmte, maar de voorstelling was erg leuk. Best wel goed gedaan door TVO, dat toch beter wordt. Vis Comica en Inter Nos waren allebei slechter dan deze groep die een aantal veelbelovende nieuwe leden heeft. Het decor was overigens goed, maar dat is altijd met Maarten Toxopeus.

Theaternacht Naaldwijk

Zaterdag 21 juni: Theaternacht Naaldwijk. Veel cabaret, veel muziek. Veel wel aardig, maar ook hele goeie ertussen. Topper van de nacht was voor mij Alex Agnew. Belgische Engelsman, of Engelse Belg, whatever. In ieder geval ontzettend grappig. Grof in de mond, veel ontzettend goeie geluidseffecten, en veel lol. Hij had de jury- en de publieksprijs gewonnen van het Leidse cabaretfestival. Ik weet niet of het verdiend was, want ik ken de rest niet, maar deze jongen was werkelijk geweldig.
Ook leuke muziek: High Five, een blazersensemble, hele aardige muziek. De Tunes, drie koppig gezelschap uit Rotterdam met een gitaar, een accordeon en een cello (zo’n hele grote staande gitaar) en ontzettend leuke liedjes. Er schijnt dus in Rotterdam een cabaretrestaurant Schellinx te zijn en daar spelen ze.

Vis Comica

Het is cultuur. Vooruit maar. Ben vanavond naar Vis Comica geweest. Het was niet goed, om het op zijn zachtst te zeggen. Goossen en Moossen in dozen van Nico Edelenbosch. Deze komedie was een beetje oubollig, maar had best leuk kunnen zijn. Het was het niet. Ik heb geen ene keer gelachen. De ene speler was nog slechter dan de andere, er zat geen timing in, er zat geen tekstkennis in, het was eigenlijk niks en dan ga ik nog de recensie schrijven ook.
Zucht……

De recensie in Haghespel, gezien vrijdag 20 juni 2003 in De Poort in Den Haag

Recenseren van een voorstelling is altijd wat dubbel. Je gaat in de eerste plaats naar een voorstelling om een leuke avond te hebben, maar als recensent moet je ook kritisch kijken. ‘Goossen en Moossen in dozen’ van Nico Edelenbosch is een komedie en best wel een aardig stuk, maar helaas heb ik geen enkele keer erom kunnen lachen.

De firma Goossen en Moossen in Dozen staat er bijzonder slecht voor, de laatste vijf jaar wordt alleen in rode cijfers de boekhouding bijgehouden. Toch wordt er een nieuwe secretaresse aangenomen. Eerst komt er een nogal vreemd uitgedoste dame, maar daarna wordt de goede secretaresse aangenomen. Zij blijkt bijzonder inventief te zijn en met rappe tong het bedrijf van de ondergang te kunnen redden. Amor komt om de hoek kijken. Het bedrijf blijkt voor de helft in Amerikaanse handen te zijn. Het einde is zeer verrassend voor Goossen en Moossen.

Helaas valt er wel wat aan te merken. Allereerst de leeftijden. Pas op een laat tijdstip kwam ik erachter dat de beide mannen aardig wat in leeftijd moesten verschillen terwijl de spelers van ongeveer dezelfde leeftijd waren. Meerdere spelers vielen uit hun rol omdat ze afgeleid werden door gelach uit het publiek. Dat mag niet gebeuren. De witjes door gebrek aan tekstkennis waren niet te tellen. De spelers dekten elkaar af. Er zat absoluut geen vaart in het stuk. Het decor was slecht. Een kantoor in geldgebrek hoeft niet luxe ingericht te worden, maar bureaus waren wel leuk geweest. De computer was geloofwaardiger geweest met snoeren eraan. Het publiek vond het wel leuk, getuige het gelach. Enigszins irritant was ook dat er foto’s werden genomen met flits. Had in ieder geval die flits uitgezet. De enige die een beetje leuk speelde was Peggy Beekhuis in de rol van Paula de secretaresse.

Helaas moet Vis Comica nog veel leren.

STYXX, een studententoneelgroep in Den Haag

Naar STYXX geweest. Het is een nieuwe groep, de studententoneelgroep van de Haagse Hogeschool. En deze groep speelde A Clockwork Orange, wat geen lief, schattig fijn stuk is. Anthony Burgess heeft eerst de roman geschreven, daarna is er een film van de roman gemaakt. Burgess heeft daarna het stuk geschreven. Het draagt grof geweld uit, of er een boodschap in zit, kan je je rustig afvragen.

Citaat uit de bespreking van het boek op Goodreads:

Dazzling and transgressive, A Clockwork Orange is a frightening fable about good and evil and the meaning of human freedom.

De groep speelde op 27 mei 2003 in de fietsenkelder van de Haagse Hogeschool. Er zaten een paar goeie spelers tussen die studentjes. Eentje om over door te denken. En dan heb ik zeker geen lieve muziek op de achtergrond nodig. Eerst een recensie schrijven voor Haghespel, dan even afkicken.

Recensie Haghespel over STYXX, de Haagse studententoneelgroep

Thema van dit stuk van Antony Burgess: geweld. Kort en krachtig. Anthony Burgess heeft de novelle ‘A Clockwork Orange’ geschreven in 1961. Het verhaal gaat over Alex, een jonge man, die extreem zwaar geweld pleegt zonder enige reden dan zijn eigen plezier en na een veroordeling terechtkomt in een speciale gevangenis. Daar ondergaat hij een experimentele behandeling waardoor hij onpasselijk wordt van geweld. Dat bevalt niet iedereen. De behandeling wordt tenslotte ongedaan gemaakt, waardoor Alex door kan gaan met het plegen van geweld. Burgess kreeg grote kritiek op deze novelle. Het verhaal zou te gewelddadig zijn. De verfilming door Stanley Kubrick kreeg dezelfde kritiek.

De dertien jonge spelers van de studententoneelgroep STYXX onder regie van Bernadette Lieffering hebben geen makkelijk stuk gekozen en ook geen makkelijke locatie. De fietsenkelder is wel goed gekozen: het is kil, staal en beton. Het publiek wordt op kleine krukjes gezet, omringd door vier podia. De spelers zijn in het wit, met vegen groen in het haar, en allen met zwarte figuren op het gezicht. De drie vrouwen en de man die Alex spelen hebben allen figuren rond de mond getekend. De vier podia werken desoriënterend voor het publiek, je weet niet waar je naar moet kijken, op alle vier podia zitten of hangen spelers op stoelen of stukken fietsenstalling. Het resultaat is dat je blijft draaien. De fietsenstalling werkt niet mee qua geluid en dat is dan meteen een punt van kritiek, je went op een gegeven moment aan het geluid, maar zeker in het begin kon ik niet alles verstaan. In feite word je hierdoor gemanipuleerd, niet alleen door de vier invalshoeken, maar ook door de vier personen die Alex spelen.

Het is een stuk om over na te denken, er is geen goede reden voor al het geweld dat wordt gebruikt en ook wordt uitgebeeld, het enige dat je zou kunnen bedenken is macht. Maar niet alleen Alex gebruikt dat, maar ook de regering, de politie en dr. Brodsky die het experiment op Alex leidt. Hier gaat het ook om de macht van het beeld. Zou dit stuk ook zoveel indruk maken bij een ander toneelbeeld, of bij een andere locatie, bijvoorbeeld op het toneel in De Poort?

Het publiek wordt actief betrokken in het stuk en daarbij merk je ook dat je als publiek ook beïnvloed wordt. Ik zat zelf aan de buitenkant van het publiek en dan is het toch niet prettig als er iemand nog geen meter bij je vandaan zeer gewelddadig staat te doen, zelfs al is het spel.
Conclusie: voor een debuterende groep een moeilijke en lastige keuze, waarbij ik eigenlijk wel zou willen weten waarom specifiek voor dit stuk is gekozen. Maar het werd geslaagd uitgevoerd, zeker qua toneelbeeld en regie. Er zitten goede spelers onder deze studenten. STYXX mag zo doorgaan.