#50books is een initiatief van @petepel. Hij stelt iedere week een vraag over een boek die je naar eigen inzicht mag beantwoorden.
Vraag 15: Wat is het boekfragment dat je het meest (letterlijk) is bijgebleven?
‘En niemand ziet de hand die van de slagersmand de deksel beurt’
De zin komt uit een gedicht over een slagersknecht die vrolijk bestellingen wegbracht op de fiets en door iets te veel op andere dingen te letten een ongeluk kreeg. Hij werd aangereden door een grijze tram. Uit welk gedicht kwam dit? Ik heb er diverse keren naar gezocht, wat lastig was omdat ik me verder niets van het gedicht kon herinneren. Ik was al van plan het op het #50books publiek los te laten als een raadsel tot ik het vandaag toch nog maar een keer probeerde en… het vond.
Het bleek een gedicht van Floortje van Wijlick te zijn, dat ze in 2003 op gedichten.nl heeft gepubliceerd. En meteen stelt het me weer voor een raadsel, want ik had het dank zij die slagersmand en het vrij ouderwetse taalgebruik veel ouder gedacht.
Oké, het raadsel is opgelost, maar het is wel een beetje een dompertje. Overigens ben ik me ervan bewust dat ik vraag 5 tot en met 14 eigenlijk eerst zou moeten beantwoorden, maar dit was zo pasklaar, als @petepel me tenminste vergeeft dat ik een gedicht heb genomen in plaats van een boek.
Welke poëzieliefhebber kan me helpen?
Het raadsel blijft een raadsel. Ik kreeg een mailtje van iemand die mijn blog over deze slagersknecht had gelezen en me vertelde dat Floortje dit echt niet geschreven kon hebben. Zij – 60 jaar oud – kon het zich via haar moeder herinneren en kende het zeker al 40-50 jaar. Exit Floor dus, die dit gedicht in 2003 op de site heeft gepubliceerd. De vraag is: wie heeft het dan wel geschreven. Dat was ook de reden dat ik de bundel van Gerrit Komrij, Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten, wilde raadplegen. Maar deze tweedelige bundel telt ruim 2000 pagina’s, waarvan zo’n 200 voor het register bestemd zijn. Een register op auteurs. Tel daarbij dat er verschillende edities zijn geweest en de inhoud diverse malen is veranderd en je weet het al. Speld en hooiberg voor iemand die niet zo bekend is met poëzie. Ik schat dat het na WO II is geschreven, zie de slagersknecht op zijn fiets en de grijze tram. Die grijze tram is hoogstwaarschijnlijk Amsterdams. Ik zoek daar verder op en vind dat de grijze gelede tram in 1959 in dienst is gesteld. De arme knecht wordt niet genoemd in dit verhaal. Het wordt een beetje een obsessie en dus hierbij de welgemeende vraag: wie kan mij hiermee helpen?
De oorspronkelijke blogpost is uit 2013, deze aanvulling is geschreven op 11 augustus 2019.
Natuurlijk vergeef ik je 🙂
wat een avonturen allemaal en dat aan de hand van een #50books-vraag. Dat het raadsel met een anticlimax afloopt, is altijd het risico dat je loopt. Maar aan de andere kant had je ook op een nog groter juweel gestuit kunnen zijn. Dus geef niet op.
Waar een simpel zinnetje al toe leiden kan.
Overigens belet niets je om alsnog, voor de vorige vragen, aan te haken. Veel schrijfplezier.