Handen: #WOT deel 18, 2021

Handcréme is iets wat ik vaak gebruik voor mijn droge handen. Zeker als ik net de afwas heb gedaan. Maar het is ook typisch iets dat mijn vrienden een fantastisch verjaardagscadeau vinden. Vandaar dat ik eigenlijk wel blij was dat ik deze week één tube leeg kreeg. Op naar de volgende drie handcrémes! Ik kan blijven smeren.

Het #WOT woord van deze week is:

Handen = 1) Fikken 2) Hens 3) Jatten 4) Klauwen 5) Klavieren 6) Vingers

Handen

Behalve smeren voor die droge huid doe ik wel wat meer met mijn handen. Ik ben een verwoed nagelverwoester. Als ik rustig tv zit te kijken, ben ik in staat alle nagels eraf te scheuren in plaats van netjes te knippen of te vijlen. Velletjes? Joepie! Pulken! Nee, mijn handen verdienen geen schoonheidsprijs. En toch zijn ze zo nuttig. Ik zit nu met mijn handjes dit stukje te tikken, vanochtend heb ik met mijn eigen afwasmachine – jawel, de handige uitsteeksels – de afwas gedaan. Vanavond zijn de kokshanden er klaar voor om het eten te bereiden. Ik zou er dus wat liever voor moeten zijn. Maar helaas, dat lukt dus vaak niet. Daar moet ik toch eens voor gaan zitten. Op mijn handjes het liefst, zodat ik er niet aan kan zitten.

Schrijf je mee?

En jij? Heb je wat met je eigen handen, of die van iemand anders? Mishandel je ze, net als ik. Als je nuttige tips hebt, laat het me vooral horen en laat een reactie achter.

#WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verzin ik een woord waar je over kunt schrijven (bloggen, vloggen of ploggen). Niets moet, alles mag. Je kunt op ieder moment instappen. De vorige woorden kun je in het archief vinden.

4 gedachten over “Handen: #WOT deel 18, 2021

  1. Nederland in Verzet besmeurt Rotterdamse dodenherdenking
    Rechts-extremisme is in opkomst. De NRC van 30 april bericht over de visie van de AIVD in het jaarverslag over 2020 dat het rechts-extremisme in Nederland bezig met een opmars. Het gaat om vaag gedachten goed zoals in anti-lockdown protesten, vaak gevoed door het gedachtengoed van de Partij Forum voor Democratie.
    Op de 4 Mei bijeenkomst in Rotterdam bij het Stadhuis werd ik daarmee geconfronteerd. De zgn. Nederland in Verzet beweging was zichtbaar en dominant aanwezig. Vier mannen en een vrouw stonden in hun hesjes met de verwerpelijke boodschappen erop, met hun neus op de herdenking. Toen ik hen aansprak dat zij hier niet hoorden te zijn en hen verzocht weg te gaan, ontstond er een stevige woordenwisseling waarbij ik, voordat de herdenking begon, duidelijk mijn stem liet horen, met een bos oranje bloemen in mijn handen. Ze stonden er nonchalant bij met de handen in hun zakken en praatten steeds met elkaar door de herdenking heen. Ik bleef roepen, in de hoop dat van de weinige aanwezigen iemand mij te hulp zou komen. Nee, de hulp voor hen kwam van een andere, in de oorlog soms ook foute kant: er waren twee politieagenten zichtbaar aanwezig, Zij maanden mij te stoppen met mijn verbale verzet, omdat dit de bijeenkomst verstoorde. Ik stopte niet, maar wees ze op het feit dat dit neofascisten waren, die zij moesten bestrijden, verwijderen: Zij verstoren de bijeenkomst en niet ik. De agenten wisten duidelijk niet wie die lieden waren, zo bleek toen ik ernaar vroeg. Ik bleef door roepen met een steeds dreigender agent naast mij die zei: “ Mijnheer het gaat om de vrijheid, vrijheid van meningsuiting; en zij mogen daarom ook hier zijn. Graag uw mond houden”. Dat deed ik niet, maar ik stopte pas vanaf het moment dat de viering begon. Ik ben er gebleven tot het korte defilé was afgelopen. Als ze daaraan hadden deelgenomen, had ik niet verbaal maar fysiek ingegrepen. De burgermeester las een mooie tekst voor, maar keek niet om zich heen om te zien wie er waren. Een grote schande dat de gemeentelijk autoriteiten en de politie niet op een dergelijke actie van die lieden waren voorbereid. Dat was wel het geval voor de gevolgen van de corona: moesten afstand houden en verzocht werd niet mee te zingen met het Wilhelmus (wat ik als enige wel deed). Toen ik wegliep kwam ik een vertegenwoordiger van het Joodsverzet tegen, die tegen mij zei: Ach meneer het is bevrijding, zij mogen ook meedoen, en hij begon een genoeglijk gesprek met deze neofascisten. Hij moet zich toch maar eens in het verzet verdiepen: wat zijn keppeltje ooit tot gevolg had.
    Om mezelf te beschermen heb ik mijn bloemen neergelegd en ben ik naar huis gefietst, met gevoel dat dit voor mij meer dan een herdenking was van het verzet door de omgekomen Willem Speelman, oprichter van de illegale krant Trouw, zoon van de dominee uit mijn geboortedorp Nieuwveen. Met spijt kwam ik thuis dat ik mij niet fysiek verzet had, juist niet in een stad als Rotterdam, maar dat ik mij beperkte tot schreeuwen en schrijven over het echte Verzet dat mijn geboorte in de oorlog mogelijk en kennelijk noodzakelijk maakte.
    Adriaan Visser (1941), altijd burger en altijd nog in het verzet.

    Zou het bijgevoegde stuk tekst passen in Stukjes?

    • Meneer Visser, het is mooi geschreven, maar ik heb mijn twijfels of u heeft begrepen wat #WOT eigenlijk is? Ik geef een woord en daar kunt u over schrijven. En de relevantie bij het woord handen zie ik eerlijk gezegd niet. Ik laat het staan, in ieder geval deze versie. De tweede ga ik verwijderen. Dat is precies dezelfde tekst.

  2. Pingback: #WOT, deel 18: handen - iPIXtitude

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *