Marc Schlosser is huisarts. Hij heeft vooral patiënten met een kunstzinnig beroep. Een van hen is Ralph Meier, een beroemd acteur, niet alleen op het toneel, maar ook bij de film. Marc is getrouwd met Caroline, en heeft twee dochters, Lisa van 11 en Julia van 13. Ralph Meier nodigt hen uit bij hem en zijn gezin langs te komen op zijn vakantie-adres, ze hebben een zomerhuis met zwembad gehuurd. Daar speelt het grootste gedeelte van het boek zich af.
Het boek begint met het einde, namelijk het einde van Ralph Meier die aan een ernstige ziekte overlijdt, een einde dat Marc, als zijn huisarts had kunnen voorkomen. Hij begaat een medische fout, maar is het wel een medische fout?
Marc vertelt in niets ontziende eerlijkheid hoe hij tot dit punt in zijn leven is gekomen. En hij vertelt het niet in weinig woorden. Zijn paginalange uitweidingen zijn in eerste instantie niet eenvoudig, maar na de eerste honderd pagina’s kom je erachter dat Koch geen komma te weinig heeft geschreven en dat alle uitweidingen noodzakelijk zijn.
Ralph Meier keek met wel heel veel belangstelling naar Marcs vrouw Caroline. Maar Marc maakte zich aan hetzelfde feit schuldig met Ralphs vrouw Judith als lijdend voorwerp. En er gebeurt inderdaad iets bij dat zomerhuis met zwembad waardoor er geen weg terug meer is, voor niemand. De deuren naar een normale rechtsgang worden dichtgeslagen. Het leven gaat door, met horten en stoten.
Het resultaat is zonder meer de beste roman die ik in jaren heb gelezen.
Herman Koch – Zomerhuis met zwembad (Amsterdam: Anthos, 2011)