Hoe warm het was

Dineke tikte tegen de thermostaat, 29,5 graden, dat kon niet kloppen. De gordijnen waren dicht geweest, de ventilator stond constant te draaien, waar kwam dat vandaan?
‘Dat is warm’, zei Joris achter haar. Hij wilde haar omhelzen, maar kwam ervan terug toen hij aan haar bleef plakken. Ze keek pijnlijk, haar armen waren verbrand en voelden in het geheel niet lekker aan.
‘Zal ik nog maar een keer smeren?’ zei Joris. ‘Het moet vet blijven, dat is beter voor je huid.’
‘Ja, doe maar’, zei ze.
Ze had ’s nachts nauwelijks geslapen vanwege die verbrande huid. En nu moest ze nog werken, wat ook niet alles was. Maar er waren een paar dingen die af moesten en tien minuten zat ze, ingesmeerd en wel achter haar laptop. Joris ging weg, zijn baas had vanmiddag uitgekozen voor een afspraak op het kantoor met airconditioning. Timing noemden ze dat. Ze legde de handdoek op het bureaublad en begon met haar werk.

zon

Avond

Tegen half zes was Joris weer terug en was zij net klaar. Hij stond bij de thermostaat met ongeloof op zijn gezicht, 31 graden was het inmiddels. Het zweet stond op haar rug, en ze kroop tegen hem aan in de hoop nog wat airconditioned lijf mee te kunnen pikken. Helaas, hij was al weer opgewarmd. Ze keken elkaar aan.
‘Wat doen we?, zei Joris, ‘naar het strand in de hoop dat het daar te harden is? Of blijven we hier en hopen we door heel stil te zitten, het te kunnen negeren?’
Ze geeuwde. ‘Gewoon hier blijven en iets koels te eten klaarmaken. We hebben nog watermeloen, iets van een salade is prima.’
Na het eten zaten ze met zijn tweeën op het balkon. Het werd wat koeler, er kwam een windje bij. Hij zat naar de vogels in de grote boom te kijken, zij zat met een boek op haar schoot. Ze gooide het met een klap op het krukje naast haar.
‘Boeit niet?, vroeg Joris.
‘Nee, boeit niet, gaat over een gezapig huisgezin en dat zie ik hier al, dus daar hoef ik niet over te lezen.’
Hij grinnikte. ‘Het is snel gegaan. Drie maanden samenwonen en we zijn al gezapig.’
‘Wil je dat?’ Hij grinnikte weer. ‘Vraag me dat morgen nog eens als het wat koeler is. Dan krijg ik wel energie om minder gezapig te zijn. Ze keek om zich heen, zoekend naar iets dat ze kon gooien. Joris was haar voor, hij had de wasmand naast zich en gooide een handdoek naar haar. ‘Opvouwen mens, gewoon doen wat een gezapig paar samen doet ter verstrooiing.’
Ze hoorden de buurman beneden lachen. Hij kwam onder het balkon vandaan. ‘Ik heb ook nog een was staan hoor, die kan je ook opvouwen.’
Dineke trok een gezicht, ‘zullen we dat maar niet doen?’ En ze stak haar tong naar hem uit. Hij lachte weer en ging zitten. Dineke keek Joris aan. ‘Kom maar op met die was, saaie man.’
Dollend vouwden ze de wasmand leeg. De gezapigheid trok de volgende dag weg, samen met het mooie weer.

Wil je nog meer verhalen lezen? Al mijn verhalen hebben de tag Eigen verhalen gekregen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *