Robert Anker – Een soort Engeland

David Oosterbaan, de hoofdpersoon van Een soort Engeland, is een bijzonder herkenbare figuur. Hij is de acteur met het grote gebaar, de lieveling van het publiek, de wanhoop van de regisseur, de schrik van zijn collega’s, dronkenlap en overjarige vrouwenversierder, de altijd spelende toneelspeler. Hij lijkt een kruising van Ko van Dijk, Kees Brusse, Guus Hermus en Jerome Reehuis. Als personage is Oosterbaan een onvervalste karikatuur, zoals je die vaker pleegt tegen te komen in films en in toneelstukken over acteurs. Altijd onzeker, zich altijd volproppend met eten, altijd vechtend tegen het buikje en tegen de drank, en bovenal altijd geneigd tot pathetisch gedrag, althans tot het moment van inkeer wanneer hij verandert in een schuldig kind dat huilend komt bekennen dat hij het niet zo heeft bedoeld. Wij kennen het type uit een boek van Mulisch, zie bijvoorbeeld Hoogste tijd.

Verhaallijnen

Er zitten drie verhaallijnen in het boek: De eerste verhaallijn is die van de acteur David Oosterbaan. Zijn carrière, huwelijk, kind, toneelschool, zijn toneelgezelschap. Hoe hij langzaam die succesvolle acteur wordt. Deze verhaallijn vormt zonder meer het sterkste deel van het boek. Het Nederlands toneelleven wordt op een vaak humoristisch manier neergezet.
De tweede verhaallijn is zijn slechte relatie met dochter Laura. Oosterbaan neemt zich voor zijn dochter die een junkie is geworden, te helpen, maar dat gaat voornamelijk niet goed. Hij komt zijn afspraken met haar niet na, hetgeen zij hem trouwens nadoet.
De derde verhaallijn is over zijn woonboot die illegaal in Amsterdam ligt. De gemeente zit hierover achter hem aan.

Wat vind ik ervan?

Ik ben niet zover gekomen dat ik die woonboot tegenkwam. Het deel over toneel is zonder meer leuk en onderhoudend en is het sterkste deel. Daarom krijgt het boek een plek in dit blog. Een uitgebreide recensie is te vinden bij Max Pam. Een soort Engeland slaat op een stuk dat in het boek wordt gespeeld, ‘Is dit Engeland’. Zijn rol was die van Paul, een man alleen, verwikkeld in een queeste naar een soort Engeland, hunkerend naar de liefde die hij afwijst.

Robert Anker, Een soort Engeland (Amsterdam: Querido, 2001)
Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

Robert Nye – The late mr. Shakespeare

Helaas weer zo’n boek dat me niet kan bekoren. Dat worden er drie achter elkaar en heel typisch, twee daarvan hebben een Shakespeare-onderwerp.
Dit boek gaat over een acteur, Robert Reynolds, ook wel bekend als “Pickleherring”, die Shakespeare heeft ontmoet toen hij 13 was en de auteur in de 30.
De beroemde auteur is al jaren dood en Pickleherring, nu in de 80, meent dat de tijd is gekomen om de wereld te vertellen wat hij weet over Shakespeare.
Helaas verveelde Pickleherring me al op het moment dat hij Shakespeare ontmoette, anders was het me wel gelukt dit op zich interessante boek te lezen, maar nu heb ik het na twee hoofdstukken laten zitten.
Het wordt wel geroemd als een boek dat zeer interessant kan zijn voor Shakespeare liefhebbers.

Op Goodreads wordt het besproken door veel lezers die het wel mooi vinden.

Robert Nye, The late Mr. Shakespeare (London: Chatto & Windus, 1998)

Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

Kleuter-, kinder- en jeugdboeken en theater – de eerste lange lijst van dit soort

Een aparte kinderboekenlijst. Uit de andere lijst gehaald omdat die toch al idioot lang is en ik de kinderboeken niet echt wil bespreken. Ook hier weer boeken waarin theater, acteurs, actrices, soms films een rol spelen.

Adele Griffin – Split just right (Econo-Clad Books, 2001)
Allan and Janet Ahlberg – The Cinderella show (Viking Juvenile, 1987)
Avi – Romeo and Juliet – Together (And Alive!) at Last (HarperCollins, 1988)
Bies van Ede – Julia’s droom (Tilburg: Zwijsen, 2007)
Carl R. Green – House of fear (Crestwood House, 1987)
Darren Shan – Slagtenstein (Vert. van Slawter) (Baarn : De Fontein, 2006)
Eduardo Delgado; Helena Rosa – Five friends put on a play (Crescent, 1988)
Elizabeth Starr Hill – Curtain going up! (Viking Juvenile, 1995)
Felicia Bond – The Halloween play (HarperCollins, 1999)
Gary Blackwood – Shakespeare’s Scribe, Shakespeare’s Spy, The Shakespeare Stealer (Dutton Juvenile, 1998)
Geoffrey Trease – Cue for Treason (Puffin Books, 1973)
Gertrude Chandler Warner – The Mystery on Stage (Boxcar Children Mysteries #43) (Whitman, 1994)
Gillian Cross – The dark behind the curtain (Oxford University Press, 2001)
Gregory Rogers – The boy, the bear, the baron, the bard (Roaring Brook Press, 2007)
Jean Ure – Hi there, Supermouse (Morrow, 1988)
Jerome Lawrence – Golden Circle: A Tale of the Stage and the Screen and Music of Yesterday and Now and Tomorrow and Maybe the Day After Tomorrow : A Novel (Sun & Moon Press, 1993)
Jocelyn Stevenson – Bo Saves the Show: Starring Jim Henson’s Muppets (Random House, 1982)
John Louis and Patricia Beatty – Master Rosalind (Morrow, 1974)
Kathryn Kenny – Trixie Belden and the mystery of the velvet gown (Golden Press, 1980)
Laurie Lawlor – Biggest pest on Eighth Avenue (Holiday House, 1997)
Lou Steenbergen – Koen: de jongen die niet zo nodig moest (Amsterdam: Manteau, 1984)
Lydia Rood – Kus (Rotterdam: Lemniscaat, 2005)
Marc Brown – Arthur’s Thanksgiving (Little, Brown Young Readers, 1994)
Marcia Leonard – Krissy and the big snow (Grosset and Dunlap, 1996)
Marilyn Singer – The Case of the Sabotaged School Play (HarperTrophy, 1987)
Mary Hoffman – Amazing Grace (Dial Books, 1991)
Mary Pope Osborne – Stage Fright on a Summer Night (Random House Books for Young Readers, 2002
Mem Fox – Wombat Divine (Voyager Books, 1999)
Meredith Sue Willis – Marco’s Monster (Montemayor, 2001)
Meriol Trevor – The rose and crown: Letzenstein Chronicles, book 4 (Bethlehem Books, 1999)
Michael Ende – Ophelia’s Shadow Theatre (Overlook Juvenile, 1988)
Michael Williams – Crocodile Burning (Puffin, 1994)
Nancy Garden – Good Moon Rising (iUniverse, 2005)
Noel Streatfeild – Ballet Shoes, Theater shoes (1945)
Odo Hirsch – Antonio S. en het verborgen theater (Amsterdam: Ploegsma, 1998) (Vert. van: Antonio S. and the mystery of Theodore Guzman)
Paulette Bourgeois – Franklin’s school play (Kids Can Press, 1996)
Sheila Front – Never say Macbeth (Doubleday, 1990)
Stan and Jan Berenstain – The Berenstain bears get stagefright (Random House, 1986)
Stephanie Calmenson – No stage fright for me! (Goldencraft, 1988)
Uriel Ofek – Alles begon met Jossi (Vert. van: Alles begann mit Jossi) (Den Haag: Van Goor, 1977)
Wendy Stroobant – Orfeo (Leuven: Davidsfonds, 2006)

Personen, personages, door Laurens Spoor

Vier personen spelen de hoofdrol in deze roman van acteur/regisseur/auteur Laurens Spoor. De kleedster Noor verlangt nog altijd naar haar Just, een schilderijendief. De acteur Alexander verlangt naar zijn Sébastien, die terug is bij zijn ouders in Quebec. De actrice Mirjam wordt in de steek gelaten door Bob, die meldt dat hij een ander heeft. En de souffleur Roel zet zijn vriendin Linda aan de kant. Ze zijn zich allen, gewild of ongewild, aan het onthechten van een geliefde.

Laurens Spoor - Personen, personagesJe leest de avonturen van deze vier en dat is ironisch bedoeld, want er gebeurt bar weinig in deze roman. Je volgt het viertal in hun eigen kamertjes en ziet wat ze de anderen niet laten zien. Je staat met ze op, je gaat met ze naar bed, je weet of hun lakens van katoen zijn of van zijde, of ze komkommer lusten en wat ze lezen. Het is allemaal van een gigantische alledaagsheid. Precies op het moment dat je denkt: nu is het genoeg, gaat er een knopje om waardoor je door blijft lezen.

In een vijftal episoden, ‘Landen’, ‘Steden’, ‘Gebouw’, ‘Zaal’ en ‘Kamer’, van wereldwijd tot onbehaaglijk smal, een trechter als het ware, dezelfde compositie als het stuk dat ze gaan spelen, wordt het verhaal verteld. Ze komen bijeen in de Koninklijke Schouwburg van Den Haag, waar ze een stuk gaan repeteren over een ontmoeting die de oude Queen Victoria in 1895 had met het toen vijftienjarige prinsesje Wilhelmina. Het drama heet Deelgenoten. Het verhaal speelt zich af op vier dagen in augustus 1995. Niet voor niets eindigt het op 31 augustus, de verjaardag van koningin Wilhelmina. In elke scène worden de personen duidelijker en vermengen zich ongemerkt met hun personages.

In de laatste scène van het boek, wordt aan de laatste scène van het stuk gewerkt. Ieders mise-en-scène kan niet strakker – en juist dan, met een prachtig gevoel voor ironie, laat Spoor op theatrale wijze de troep ontsporen. De wereld is op dit moment heel smal. Dit is het moment van inzicht.
Misschien juist door de herkenbare alledaagsheid van het bestaan van deze mensen een fascinerend boek.

Laurens Spoor, Personen, personages (Amsterdam: Van Gennep, 1996)

Vuur stelen – Willem van Zadelhoff (Amsterdam: Meulenhoff, 2008)

De hoofdpersoon, Bob Moreno, ooit een veelbelovende toneelvernieuwer, keert in 2007 na vijftien jaar afwezigheid in Amsterdam terug om daar te ontdekken dat er niets terecht is gekomen van de maatschappelijke en artistieke idealen die hij en zijn tijdgenoten koesterden.
Vijftien jaar terug wilde hij samen met zijn vriend Hugo Maris, nu een bekende TV ster, het toneelstuk Prometheus geboeid spelen. Hugo zou de hoofdrol spelen. Hij liet Bob in de steek, hij koos voor zekerheid, een rol in een tv serie en zijn vrouw die in verwachting was van een tweeling.

Bob Moreno en Hugo Maris waren jongens die de wereld wilden veroveren via het toneel. Ze volgden, net als Van Zadelhoff zelf, de toneelschool in Arnhem waar de generatie van 1968 in zijn meest karikaturale Nijmeegse vorm het voor het zeggen had. Het was Marx, vormingstoneel en arbeidersklasse wat de klok sloeg, dit alles overgoten met de moeilijk te doorgronden, tot dogma verheven theateropvattingen van Brecht (recensie Elsbeth Etty, NRC, 11 december 2008)
Daar krijgen we dus van alles over te horen, ook over het leven van de moeder van Bob, eens een bekende concertpianiste, over Maria, over Jacques, over Björn.
Thematiek en sfeer zijn dan ook de sterkste kanten van de roman. Narratief is het flinterdun. Een man wil een toneelstuk schrijven en faalt vanwege zijn onvermogen zich aan te passen (recensie Bob Hopman, Recensieweb, 26 november 2008).
Maar het resultaat is een verwarrende roman, aan elkaar geplakt van stukjes. Bij de recensie van Elsbeth Etty zag ik het licht, dat waren eenakters.
De enige reden dat ik het uitlas was dat ik wilde weten waarom Bob dan vijftien jaar weg was geweest, duidelijk weggestopt in een psychiatrische inrichting, daar kwam ik wel achter.
De enige voldoening met dit boek: het is een nieuwe die ik nog niet op de lijst had, voor de rest is het wat mij betreft een uitermate verwarrend boek dat wel lekker weg las, maar voor mij onbegrijpelijk was.
Wat ook onbegrijpelijk was, was dat alle recensenten er lovend over waren. Maar ja, recensenten zijn ook maar mensen en doen misschien wel of ze dit boek van haver tot gort begrijpen.

Willem van Zadelhoff, Vuur stelen (Amsterdam: Meulenhoff, 2008)

Een rol voor het leven – Catherine Cookson

De roman is er eentje uit het oeuvre van Catherine Cookson, zij is decennia lang de meest uitgeleende auteur in Britse bibliotheken geweest. Ze heeft ongeveer 100 titels geschreven. Diverse van haar boeken zijn verfilmd. Deze roman is een vertaling van Riley en dat is meteen ook de naam van de hoofdpersoon van deze roman. Peter Riley is 16 jaar oud als hij een preek krijgt van zijn leraar Fred Beardsley. Door die preek gaat hij richting toneelwereld en wordt acteur. In het theater ontmoet hij Nyrene Forbes-Mason, een actrice die 18 jaar ouder is dan hij. Riley, zoals hij dan wordt genoemd, wordt verliefd op haar en ze gaan met elkaar naar bed. Zonder dat hij het weet raakt ze in verwachting van hem en krijgt een zoon. Later trouwen ze met elkaar, maar nooit vergeten ze het leeftijdsverschil. Zeker voor Nyrene is dat iets wat ze altijd zal onthouden.
Riley heeft een moeder die dat kenmerk niet verdient, het is een heks van een vrouw die zijn vader onderdrukt en hem haat. Zij blijft een grote invloed tot haar dood, die zelfmoord lijkt, maar later blijkt dat ze is vermoord door haar man.
De roman speelt in de toneelwereld. Nyrene is actrice, Riley is acteur, maar het blijft wel achtergrond voor deze roman die in feite het verhaal van de romance tussen Nyrene en Riley is.

Catherine Cookson, Een rol voor het leven (Amsterdam: De Boekerij, 2003)

Bleke hemel – Edzard Mik

Bleke hemel is alweer de zesde roman van Edzard Mik (1960), de schrijver van De bouwmeester (1995), Yak (1996) of De wachters (2004). Bleke hemel is een tragedie gestoken in een actueel jasje. Om dit te benadrukken koos Mik als hoofdpersoon een gevierd acteur. Bertrand Barend schittert als Oedipus in de gelijknamige tragedie van Sophocles, maar is buiten het toneel ten prooi aan grote verwarring. Niet alleen twijfelt hij aan zijn artistieke prestaties, hij lijdt ook onder het gemis van zijn vriendin Anna, die voor een half jaar naar Afrika is vertrokken.
Bertrand schrijft haar een lange brief die de hele roman zal beslaan. Zijn brief aan Anna is een bekentenis en tegelijkertijd een verzoek tot begrip voor wat hem in haar afwezigheid is overkomen: ‘Lees mijn brief zoals je wilt, maar oordeel niet gelijk.’ Hij legt haar en daarmee zichzelf en ook de lezer uit hoe hij in handen is gevallen van jeugdvriend Bob.
Dat Bobs motieven om de vriendschapsbanden na zoveel jaren weer aan te halen niet zo zuiver zijn, ligt er van begin af aan dik bovenop. Bob is jaloers op het artistieke succes van zijn oude schoolkameraad en nog steeds verliefd op hun wederzijdse jeugdliefde Carina, die destijds de voorkeur gaf aan Barend. Nu woont ze al jaren in Bulgarije. Bob maakt Bertrand wijs dat hij stervende is en haalt hem over naar Bulgarije te gaan om er de Oedipus-tragedie op te voeren met de lokale bevolking. Natuurlijk arrangeert hij het zo dat Carina een rol krijgt in het toneelproject.
In Bulgarije wordt Bertrand slachtoffer van maffia-achtige praktijken, tijdens een toneelrepetitie valt er een dode, het lijk moet worden verborgen etc. De gepassioneerde verwarring van Bertrand wordt op den duur aanstellerij en de soap waarin hij verzeild is geraakt, een klucht.
We lezen een brief, maar de roman heeft niet de vorm van een brief, dus waarom deze kunstgreep?
Mik met zijn roman past absoluut in het project met zijn acteur als hoofdpersoon, maar dit boek overtuigt niet echt omdat Bertrand een aanstellerige zeur is.

Edzard Mik, Bleke hemel (Amsterdam: Contact, 2007)

Paarden zijn ook varkens – Guido van Heulendonk

De acteur Eduard Bottelaer woont vlakbij Gent. Zijn vriendin Helena gaat naar New York. Zij vraagt Bottelaer of hij in die drie weken dat ze in Amerika is willekeurig voorwerpen wil verzamelen. Boris, de vriend van Helena, zal dat in New York ook doen, zodat er een synthese tussen beide steden ontstond. Als ze terugkomt zal ze de voorwerpen selecteren en transformeren tot kunst.
Bottelaer is hopeloos verliefd op haar en gaat dan ook serieus om met haar bizarre opdracht. Hij raakt verzeild in de meest onverwachte situaties.
Maar helaas, er komt een brief van Helena. Ze blijft nog even in Amerika en ze stopt met het project.
Paarden en varkens zijn heel verschillende dieren, maar toch hebben ze heel veel gemeenschappelijk. Dat geldt volgens de hoofdpersoon van dit boek ook voor mensen. Hij zegt dat alle mensen anders, maar toch hetzelfde zijn. Ze hebben namelijk dezelfde problemen, wensen, denkbeelden enzovoort. De auteur vergelijkt dus paarden met varkens en zo ook mensen met elkaar.
Eduard is acteur dus het boek past in het project, maar ik vond zelf de hoofdpersoon dermate vervelend en met zichzelf bezig dat ik niet door het boek heen gekomen ben.

Guido van Heulendonk, Paarden zijn ook varkens (Amsterdam: de Arbeiderspers, 1995)

Theater in romans – Sleep of Death

Sleep of Death is het eerste deel in de Nick Revill serie van Philip Gooden. De 16e-eeuwse acteur sluit zich aan bij de Chamberlain’s Men Company van William Shakespeare. De groep speelt in het gloednieuwe Globe Theatre. Revill moet onder andere een klein rolletje in Hamlet spelen, dat op dat moment net geschreven is.
Revill ontmoet de familie Eliot. De vader van William Eliot is vermoord, zijn moeder is vrij snel na zijn dood hertrouwd met de broer van haar overleden man. Ziedaar Hamlet in de bewoonde wereld. Nick ziet de overeenkomsten al snel.
Nick wordt door William Eliot uitgenodigd in zijn huis te komen wonen, hetgeen goed uit komt, omdat hij door een ongelukje net zijn kamer is uitgegooid. Hij moet de moord gaan onderzoeken en ontdekt tot zijn schrik dat de aanwijzingen op een gegeven moment wijzen naar Shakespeare. Gelukkig loopt het anders af, maar daarvoor mag iedereen het boek zelf gaan lezen.

Sleep of death – Philip Gooden (London: Robinson, 2000)

Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

Angel – Barbara Taylor Bradford

Een groep mensen, bevriend geraakt in hun tienerjaren, blijft elkaar vinden in hun volwassen jaren. Centrum van de groep is Rosalind Madigan, de ‘Angel’ van de titel, een Oscar winnende kostuum-ontwerpster. Haar broer Kevin krijgt een relatie met Nell, de beste vriendin van Rosalind. Rosie werkt samen met Gavin Ambrose, een Oscarwinnende acteur. Zij werkt veel met hem samen. Beiden zijn getrouwd en hebben slechte huwelijken, zij met een egocentrische Franse aristocraat, hij met een Amerikaanse die een verhouding heeft met een senator. Rosie krijgt een relatie met een beroemde zanger die een obsessie voor haar krijgt.
Hun huwelijken lopen op het zelfde moment mis, maar het duurt nog het hele boek voor alles goed afloopt en ze elkaar vinden.
Een leuk tussendoortje.

Barbara Taylor Bradford, Angel (New York: Ballantine Books, 1993)