Tien topboeken: #50books, vraag 4

Een tijdje terug stond er in NRC een lijst van de boeken uit 2015 die je echt gelezen zou moeten hebben. Ik had er geen één van gelezen. De lijst die aanleiding was tot deze vraag, namelijk de top 100 van de kort geleden overleden David Bowie: niets gelezen. Ik ben veellezer, maar ben wat allergisch voor boeken die op lijstjes staan.

Vraag 4: Welke 10 boeken zou iedereen gelezen moeten hebben?boeken

Mijn eigen persoonlijke keuze (op willekeurige volgorde) van boeken die ik iedereen aanraad. Doe ermee wat je wilt, lees ze – of niet, of verbaas je over mijn keuze. Mag ook.

  • Geert Mak – De eeuw van mijn vader. Vandaag op de kop af vier jaar geleden is mijn vader overleden. Hij is 86 geworden. Ik raakte met een oom in gesprek tijdens één van de bezoeken aan het verzorgingstehuis waar hij lag. De oom – wetend dat ik een fervent lezer ben – vroeg me of ik dit boek wel eens gelezen had omdat het naar zijn mening een perfect beeld gaf van de jeugd van mijn vader, zijn oudste broer. Daar had hij gelijk in, het is Holland op zijn breedst en op zijn smalst. Ik heb het in één ruk uitgelezen.
  • Johan Fabricius – De scheepsjongens van Bontekoe. Van alle jeugdboeken die ik gelezen heb, maakte deze wel de meeste indruk. Alles zat erin, geschiedenis, avontuur en een vlotte schrijfstijl. Het boek stamt uit 1923, maar is nog steeds uitstekend leesbaar.
  • De dagboeken van Anne Frank. Lezen! Een boek dat een beeld geeft van de waanzin die Tweede Wereldoorlog heette. Anne Frank is het symbool geworden van talloze te vroeg afgebroken levens.
  • Dick Francis – Banker. De boeken van Dick Francis hebben twee kenmerken. Hij schrijft over paarden en heeft bijna zielige hoofdpersonen waar je het op de één of andere manier toch ontzettend goed mee kan vinden. Ze wekken je sympathie op. ‘Banker’ is één van de besten, vind ik persoonlijk, maar ja, wie ben ik.
  • Annemarie Postma – Ik hou van mij. Gelezen in een tijd dat ik niet zo blij was met mezelf. Wat ga je dan doen? Aan jezelf werken. Ik heb in die tijd niet alleen een waardevolle serie gesprekken met een psycholoog gehad, maar ook dit boek gelezen. Nuchter, normaal, ok, een paar open deuren ingetrapt, maar ik had wel wat aan dit boek.
  • Laurence Rees – Auschwitz: the Nazis & the Final Solution. Een meesterlijk geschreven relaas over dit vernietigingskamp dat ik gelezen heb na een bezoek een het kamp. Merkwaardig genoeg ga je tijdens het lezen begrijpen hoe het zover heeft kunnen komen.
  • Peer Wittenbols – Trilogie van het verlies. Toneel mag niet ontbreken. Peer Wittenbols is huisschrijver van Toneelgroep Oostpool. Alle stukken in deze bundel, ‘Het Zouthuis’, ‘Zullen we het liefde noemen’ en ‘Goedbloed’ zijn op zeer verdienstelijke wijze gespeeld door Haagse amateurtoneelgroepen en behoren tot mijn lievelingsstukken. Wittenbols is een meester in het beschrijven van personages.
  • Thea Beckman – Kruistocht in spijkerbroek. Omdat Thea Beckman niet mag ontbreken. Merk dat ik mezelf mag herhalen, want ook deze jeugdroman munt uit in geschiedenis, avontuur en een vlotte schrijfstijl. Het is alleen ietsje jonger, namelijk van 1971. En deze film heb ik gezien. Die van de Bontekoe niet.
  • Peter David – Imzadi. Een deeltje uit de Star Trek Next Generation serie. Het verhaal van de liefde tussen Riker en Deanna. Aan de schade aan het boek is te zien dat het overal mee naar toe is geweest, inclusief een strand in Portugal. Minstens vijf keer gelezen, als het niet meer is. Eén van mijn lievelingsboeken.
  • Het Groene Boekje. In dit geval raad ik niet aan dit gifgroene ding bladzij voor bladzij te gaan lezen, maar gebruik het! Al is het maar om je eigen taalgebruik te verbeteren.

Dat waren ze. Mijn lijstje van vandaag. Tien tegen één dat ik morgen tien andere boeken erbij kan noemen, want dat is het geval met lijstjes: ze worden alsmaar langer.

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Hendrik Jan heeft het overgenomen in 2016. Deze vraag staat hier.

#50books vraag 34: What’s in a name

Vraag 34:
Hoe zou jij het vinden wanneer het boek van jouw favoriete auteur niet (compleet) door haar/hem zelf is geschreven?

Een boekenvraag die wel wat verwant is aan de vorige vraag: heeft een anoniem boek overlevingskansen? Volgens mijn niet uitgewerkte idee eigenlijk niet. Een naam verkoopt. Daarom is voor een uitgever de naam van een schrijver belangrijk. De volgende vraag is of die naam voor mij belangrijk is.

In mijn jeugd las ik alles wat los en vast zat, dus ook de beroemde Kameleonboeken. Dat waren geloof ik officieel wel jongensboeken, maar daar gaf ik niet echt om. Deze boeken werden geschreven door H. (Hotze) de Roos. Hij heeft zestig titels geschreven over de tweeling en hun schip, toen werd het stokje doorgegeven aan P. de Roos, waarvan ik altijd dacht dat het zijn zoon was. Nee dus, Wikipedia maakt mij wat wijzer, het was namelijk Piero Stanco, de directeur van Uitgeverij Kluitman. Maakt het wat uit? Weet ik niet zeker, toen las ik de boeken al niet meer.

arendsoogNog zo’n voorbeeld: wie heeft de Arendsoogboeken niet gelezen in zijn jeugd? Jan Nowee schreef negentien delen over de cowboy en zijn Indiaanse vriend. Reuze spannend, en ik heb ze allemaal gelezen tot en met de delen die door zijn zoon Paul Nowee werden geschreven. Maakte het wat uit? Nee, het was namelijk wel ongeveer dezelfde schrijfstijl.

Een voorbeeld dat niet uit de grijze oudheid stamt. Mijn lievelingsschrijver David Eddings die onder andere de ‘Belgariad’ en de ‘Malloreon’ heeft geschreven. In ‘Belgarath the Sorcerer’ werd een ‘worst kept secret’ onthuld. Eddings’ vrouw Leigh werd erkend als medeauteur van alle boeken.
Bij het lezen van deze notitie moest ik wel grinniken. Met mijn levendige fantasie kon ik me wel aardige ruzies voorstellen tussen het echtpaar die echt niet over de koffie gingen die zij tijdens het schrijven had gezet. Na tien boeken eindelijk haar naam ook op de omslag. Dat is daarna een flesje champagne geworden denk ik.

Wat vind ik er dus van? Ik vind het niet zo erg. Mij gaat het meer om de inhoud. Bij de Eddingsboeken bijvoorbeeld was ik allang gewend aan de stijl en de inhoud en maakte die extra naam niet uit.

#50books is in 2013 begonnen door @petepel, in 2014 voortgezet door @drspee en in 2015 weer overgenomen door @petepel

#50books: van welk boek moest je huilen?

#50books: van welk boek moest je huilen?

Mijn eerste reactie: daar heb ik er wel een paar van. Ik kan best wel meeleven met droevige verhalen. Met film is het ook erg. Als er iemand gaat huilen op het scherm, ga ik meedoen.

Eén boek staat voor mij met stip bovenaan en dat is Schoolidyllen van Top Naeff. Het is een boek dat in 1900 voor het eerst werd gepubliceerd. Ik heb een redelijk nieuwe druk, maar de tekst op DBNL laat zien dat taal verandert in de loop van de tijd.
Jet van Marle heeft geen ouders meer, alleen een broer. Ze woont bij haar oom en tante. Ze is dik bevriend met Jeanne, de zusjes Lien en Noes en Maud. Het leven van vijf meisjes van rond de 16 jaar oud is 114 jaar geleden heel anders dan tegenwoordig. Top Naeff beschrijft het dagelijks leven op school en thuis met veel humor.
Het huilmoment? Is het een grote spoiler als ik van een boek van 114 jaar oud vertel wat er gebeurt met Jet? Zijn er nog mensen die dit boek niet gelezen hebben? Stoppen met lezen dan.Top Naeff - Schoolidyllen
Jet wordt ziek. Wat ze heeft is me na tig keer lezen nog niet duidelijk geworden. Het is wel duidelijk dat ze hard ziek is en tenslotte ook overlijdt. Het huilmoment? Wanneer haar vriendinnen voor de laatste keer afscheid van haar nemen. Ze overlijdt op haar verjaardag, 2 december, 17 jaar oud.

#50Books was een initiatief van Peter Pellenaars wat dit jaar is overgenomen door http://www.drspee.nl/. Vraag 8 uit deze #50books-serie staat daar.

Theater in romans – The Playmaker

‘The Playmaker’ is een jeugdboek en wat dat betreft valt het een beetje buiten deze rubriek, omdat ik jeugdboeken meestal oversla, maar deze was de moeite van het lezen waard. Het jaar is 1597. De jonge Richard Malory is naar Londen gekomen om zijn vader te zoeken. Zijn moeder is kort daarvoor overleden en zij heeft hem gezegd zijn vader te zoeken. Het lukt hem niet zijn vader te vinden, en uiteindelijk komt hij terecht bij de Lord Chamberlain’s Men, een groep van acteurs waar Will Shakespeare zelf bij zit. Richard wordt acteur in een tijd waarin het theater immens populair is, het is vermaak voor het volk. Het zijn de dagen waarin een groep ongeveer per dag van stuk wisselt, waarin vrouwen geen rollen mogen spelen, zodat jonge jongens de vrouwenrollen spelen, waarin teksten razendsnel moeten worden geleerd. En het kwartje valt bij Richard, op een gegeven moment speelt hij, in plaats van alleen maar woorden uit te spreken.
Cheaney - The Playmaker
Historisch gezien is de roman interessant, maar veronderstelt wel wat historische kennis van het Elizabethaanse Engeland waarin de conflicten tussen Katholieken en Protestanten hoog oplaaiden.

Cheaney heeft nog een roman geschreven in deze serie, namelijk ‘The True Prince’.

J.B. Cheaney – The Playmaker (Random House, 2000)

Mijn favoriete jeugdboek (#50books)

#50books is een initiatief van @petepel. Hij stelt iedere week een vraag over een boek die je naar eigen inzicht mag beantwoorden.

Ik had #50books al een paar keer voorbij zien komen bij tweeps die ik volg, maar pas bij vraag 5 werd ik een beetje wakker. Dat voor een boekliefhebber. Vraag 5 was: welk boek lees je op dit moment? Nou, veel boeken dus, maar ik vond dat ik de andere vragen ook moest beantwoorden, vandaar mijn late instap in #50books.

Vraag 1: Welk boek heeft in je vroegste jeugd de meeste indruk op je gemaakt?

Een vraag waar ik heel goed over moest nadenken omdat ik in mijn jeugd alles wat los en vast zat heb gelezen, inclusief de boeken van mijn drie broers, maar ook een druk gebruiker van de bibliotheek was. Mijn boekenkast kon ik er dus niet op nalopen. Maar ik kwam er wel op. Daar heb je drukke zondagmiddagen voor nodig, een todolijst die nog niet klaar is en daar tussenin bedenken, ja Roeland Westwout van Diet Kramer, dat was het ultieme jeugdboek. Razende Roeltje, de voorloper van dit boek had ik ook kunnen noemen, maar dat was in mijn herinnering meer een kinderboek, Roeland Westwout was meer een jeugdboek. Het eerste boek dat ik niet kon loslaten, dat ik meerdere malen heb herlezen, en jarenlang op boekenmarkten heb gezocht en nooit gevonden. Maar ja, leve internet waar ik het boek vond en nu weer aan het herlezen ben. Waarom maakte Roeland Westwout zo’n indruk op me? Na herlezen weet ik het weer, het boek ging op een mooie manier om met emoties van jonge mensen, tieners van rond de 17 die bezig waren met school, thuis, zichzelf, vrienden, en daar tussendoor de eerste liefde en de eerste grote pijn. De manier van schrijven van Diet Kramer sleept me mee in het verhaal en zelfs het feit dat het boek oorspronkelijk in 1931 is geschreven en daar de sporen van draagt in het taalgebruik deert me niet. Het boek heeft de liefde voor lezen stevig in me verankerd, een hobby waar ik overigens mijn beroep van heb gemaakt. Hoewel, als bibliothecaris in opleiding las ik minder dan ooit tevoren. Het bleef mijn hobby, maar nu gaan er dagen voorbij dat ik vreemd genoeg geen boek inkijk.

Leni Saris – Wereld in droom (1963), Mijn leven, ons leven (1972)

Leni Saris is onder veel vrouwen bekend als auteur van meisjesromans, zelf zag ze haar publiek breder en sprak liever van ‘goede ontspanningsromans’ of ‘ontspanningromans met een ondergrond’. De vergelijking met de bekende boeketreeksboeken vond ze helemaal vreselijk. Ze heeft 110 titels geschreven, waarvan de eerste Licia zet door in 1938 verscheen. Het laatste boek Wij drieën verscheen postuum in 2000.

Over de boeken van Leni Saris

Lees één Saris en je hebt ze allemaal gelezen, want de boeken verlopen volgens een vast patroon. Aanvankelijk heeft de vrouwelijke hoofdpersoon een hekel aan haar mannelijke tegenspeler, maar na een reeks van verwikkelingen – met in de latere boeken ook detective- of thrillerachtige elementen – na misverstanden en verwijdering, vinden de twee elkaar. Alle boeken van Saris kennen een happy end. Daarbij gaat het overigens niet om een gelijkwaardige verhouding: de mannelijke hoofdpersoon is superieur en vaak stug, de vrouwelijke tegenspeelster, een stuk jonger, is ook vaak kinderlijker. Hoewel er in het oeuvre een ontwikkeling is naar minder zoete romantiek en meer avontuur, bleef het stramien onveranderd. Een andere constante is dat de tijdsomstandigheden vaag blijven, al zijn de boeken niet helemaal tijdloos; zij bevatten net genoeg verwijzingen om de eigentijdse werkelijkheid te suggereren. De namen kom je niet zomaar op straat tegen, de meisjes kregen namen als Minka, Leontine, Anouk. De mannen werden vaak opgezadeld met dubbele adellijke namen. Leni Saris zocht de namen op in een namenboek.

De inhoud van de boeken

Wereld in droom draait om Vera van Wittem die als nanny in Engeland gaat werken en daar toevallig wordt ontdekt als actrice. Haar mannelijke tegenspeler, acteur Lester Wilmott is natuurlijk eerst niet belangrijk, maar ze wordt verliefd op hem en het boek eindigt met hun huwelijk.
Mijn leven, ons leven draait om Minka, zus van Vera, die naar Engeland gaat op verzoek van haar zwager. Vera is eenzaam en Lester vraagt Minka haar zus gezelschap te houden. Daar komt Minka Charles Kingsley tegen die in haar zijn gedroomde hoofdrolspeelster ziet voor zijn film. Na verwikkelingen en de voorspelbare hekel voor Charles (van adel!) worden de twee verliefd en trouwen. Een zijspoor in het boek draait om Vera en Lester, tot dan kinderloos gebleven, die ruzie krijgen om een klein wees geworden jongetje, dat Lester graag wil adopteren, maar waar Vera eerst aan moet wennen. Gelukkig komt het allemaal goed, wordt het kind geadopteerd en krijgen ze ook een eigen kind.
De toneellink in deze boeken is natuurlijk minimaal. De film wordt in deze boeken meer gebruikt als een decor dan dat het werkelijk functie heeft, maar één van de bekendste jeugdboekenschrijfsters van Nederland hoort in dit blog thuis. Al was het alleen maar omdat ik vroeger dol was op haar boeken.

Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

Kleuter-, kinder- en jeugdboeken en theater – de eerste lange lijst van dit soort

Een aparte kinderboekenlijst. Uit de andere lijst gehaald omdat die toch al idioot lang is en ik de kinderboeken niet echt wil bespreken. Ook hier weer boeken waarin theater, acteurs, actrices, soms films een rol spelen.

Adele Griffin – Split just right (Econo-Clad Books, 2001)
Allan and Janet Ahlberg – The Cinderella show (Viking Juvenile, 1987)
Avi – Romeo and Juliet – Together (And Alive!) at Last (HarperCollins, 1988)
Bies van Ede – Julia’s droom (Tilburg: Zwijsen, 2007)
Carl R. Green – House of fear (Crestwood House, 1987)
Darren Shan – Slagtenstein (Vert. van Slawter) (Baarn : De Fontein, 2006)
Eduardo Delgado; Helena Rosa – Five friends put on a play (Crescent, 1988)
Elizabeth Starr Hill – Curtain going up! (Viking Juvenile, 1995)
Felicia Bond – The Halloween play (HarperCollins, 1999)
Gary Blackwood – Shakespeare’s Scribe, Shakespeare’s Spy, The Shakespeare Stealer (Dutton Juvenile, 1998)
Geoffrey Trease – Cue for Treason (Puffin Books, 1973)
Gertrude Chandler Warner – The Mystery on Stage (Boxcar Children Mysteries #43) (Whitman, 1994)
Gillian Cross – The dark behind the curtain (Oxford University Press, 2001)
Gregory Rogers – The boy, the bear, the baron, the bard (Roaring Brook Press, 2007)
Jean Ure – Hi there, Supermouse (Morrow, 1988)
Jerome Lawrence – Golden Circle: A Tale of the Stage and the Screen and Music of Yesterday and Now and Tomorrow and Maybe the Day After Tomorrow : A Novel (Sun & Moon Press, 1993)
Jocelyn Stevenson – Bo Saves the Show: Starring Jim Henson’s Muppets (Random House, 1982)
John Louis and Patricia Beatty – Master Rosalind (Morrow, 1974)
Kathryn Kenny – Trixie Belden and the mystery of the velvet gown (Golden Press, 1980)
Laurie Lawlor – Biggest pest on Eighth Avenue (Holiday House, 1997)
Lou Steenbergen – Koen: de jongen die niet zo nodig moest (Amsterdam: Manteau, 1984)
Lydia Rood – Kus (Rotterdam: Lemniscaat, 2005)
Marc Brown – Arthur’s Thanksgiving (Little, Brown Young Readers, 1994)
Marcia Leonard – Krissy and the big snow (Grosset and Dunlap, 1996)
Marilyn Singer – The Case of the Sabotaged School Play (HarperTrophy, 1987)
Mary Hoffman – Amazing Grace (Dial Books, 1991)
Mary Pope Osborne – Stage Fright on a Summer Night (Random House Books for Young Readers, 2002
Mem Fox – Wombat Divine (Voyager Books, 1999)
Meredith Sue Willis – Marco’s Monster (Montemayor, 2001)
Meriol Trevor – The rose and crown: Letzenstein Chronicles, book 4 (Bethlehem Books, 1999)
Michael Ende – Ophelia’s Shadow Theatre (Overlook Juvenile, 1988)
Michael Williams – Crocodile Burning (Puffin, 1994)
Nancy Garden – Good Moon Rising (iUniverse, 2005)
Noel Streatfeild – Ballet Shoes, Theater shoes (1945)
Odo Hirsch – Antonio S. en het verborgen theater (Amsterdam: Ploegsma, 1998) (Vert. van: Antonio S. and the mystery of Theodore Guzman)
Paulette Bourgeois – Franklin’s school play (Kids Can Press, 1996)
Sheila Front – Never say Macbeth (Doubleday, 1990)
Stan and Jan Berenstain – The Berenstain bears get stagefright (Random House, 1986)
Stephanie Calmenson – No stage fright for me! (Goldencraft, 1988)
Uriel Ofek – Alles begon met Jossi (Vert. van: Alles begann mit Jossi) (Den Haag: Van Goor, 1977)
Wendy Stroobant – Orfeo (Leuven: Davidsfonds, 2006)

Het scherm gaat op

Een prachtige vondst op een zonnige zondagmiddag op de boekenmarkt op het Voorhout in Den Haag. Een jeugdroman over een toneelclub van een HBS die blijft hangen in pret maken. Om te voorkomen dat ze voor gek staan op een schoolavond halen ze hun klasgenoot Rein Brouwer erbij als regisseur. Rein is de zoon van een beeldhouwer, wiens moeder vroeg is overleden. Hij heeft niet veel vrienden. Hij blijkt een gouden greep, zorgt voor een nieuw stuk, zorgt ervoor dat iedereen zijn rol serieus opvat en het stuk voor de schoolavond is een succes.Het scherm gaat op Cas van Dijk
Daarna gaan ze door met hun club en verzorgen ze met een vereniging een liefdadigheidsavond voor een noodlijdend gezin. De humor komt ook nog om de hoek kijken bij de geïmproviseerde Sinterklaasviering, waarbij drie Sinterklazen met bijbehorende Zwarte Pieten langs komen.
Het boek is opvoedend, want de 16-jarige scholieren zijn altijd verstandig. Hedendaagse puberproblemen zijn ver te zoeken. De romance komt ook om de hoek kijken, want Rein vindt Pauli, één van de meisjes, wel heel erg leuk, maar tot meer dan vriendelijke woordenwisselingen komt het toch niet. Het is erg leuk om te lezen, ook met het ouderwetse taalgebruik.

Cas van Dijk – Het scherm gaat op (Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, [1939])

Laat me maar – Dolf de Vries

De achttienjarige Boukje herleest haar dagboek dat ze op dertienjarige leeftijd is begonnen. Toen was ze een puber die met haar ouders en haar leven overhoop lag. Nu kan ze er evenwichtiger op terugkijken. Het dagboek is ze begonnen omdat een schrijver die op haar school op bezoek kwam vertelde dat je schrijven moest zien als praten met papier, iets dat ze nodig had met een egocentrische vader en een moeder die wel lief was, maar haar niet volledig begreep. Ze werd zelfs uit huis geplaatst.

We leren veel kennen van Boukje, ook van de passie die ze als dertienjarige ontdekt en waardoor ze haar problemen tijdelijk kon ontvluchten, en dat is toneel. Eerst komt ze in een schoolproductie terecht waar ze haar ei kwijt kan, vervolgens zorgt haar leraar ervoor dat ze bij een amateurtoneelgroep terecht komt, waar ze in Ons stadje van Thornton Wilder speelt. Het belangrijkste voor haar is wel dat ze ineens gewaardeerd wordt. Haar moeder en broer en zus zijn wild enthousiast over haar prestaties. Haar vader vindt het minder, maar het blijkt dat hij jaloers is omdat ze in het middelpunt van belangstelling staat.
Het boek eindigt met haar inschrijving bij een toneelschool.
Voor de doelgroep: pubers tussen de twaalf en de achttien een juweel van een boekje.

Dolf de Vries, Laat me maar (Amsterdam: Leopold, 1993)

Helen Dore Boylston – Carol boeken

Allemaal jeugdsentiment. Bij het opruimen van een kast kwam ik jeugdboeken tegen, die ik heel veel jaren terug met veel plezier heb gelezen. Carol in het zomertheater, Carol naar Broadway, Carol op tournee, boeken over een veelbelovende jonge Amerikaanse toneelspeelster die van alles meemaakt op toneelgebied. De Nederlandse edities zijn trouwens enigszins verwarrend. Voor zover ik kan nagaan is één deel nooit vertaald, namelijk Carol Goes Backstage. En mijn zomertheater is een vertaling van Carol in Repertory, wat ik weer nergens kan vinden, maar wel Carol Plays Summer Stock. De boeken zijn drie delen van een vierdelige serie namelijk Carol Goes Backstage (1941), Carol Plays Summer Stock (1942), Carol on Broadway (1944), Carol on Tour (1946).
De boeken zijn gedateerd, ze spelen rond de Tweede Wereldoorlog, maar blijven leuk. Of ze echt een realistisch beeld geven van de Amerikaanse toneelwereld weet ik niet, daarvoor ken ik het niet genoeg.Carol

Helen Dore Boylston heeft niet alleen deze serie geschreven, maar ook de serie met de verpleegster Sue Barton. Deze boeken ben ik ook tegengekomen in mijn jeugdboeken en heb ik met veel plezier gelezen.