Theater in romans: Genuine Lies

Genuine Lies

Hollywood actrice Eve Benedict, was jarenlang de grande dame van het witte doek. Tijdens haar carrière van bijna vijftig jaar heeft ze twee Oscars gewonnen. Ze is vier maal getrouwd geweest en heeft de nodige minnaars gehad. Nu is ze eindelijk bereid haar levensverhaal te vertellen. Julia Summers, een gerenommeerd journaliste wordt hiervoor gevraagd. Julia verhuist met zoontje Brandon naar Californië. Paul Winthrop is Eves stiefzoon en een gevierd schrijver. Julia’s komst zint hem niet en hij lijkt Eve en Julia koste wat kost te willen dwarsbomen.

Leeservaring

genuine liesIk ben groot fan van Nora Roberts. Ze heeft een enorme hoeveelheid aan romans geschreven die uitstekend leesbaar zijn. Ze schrijft onder andere romances, waar dit boek onder zou kunnen vallen. De romance tussen Julia en Paul zit er natuurlijk vanaf de eerste bladzijde aan te komen. We krijgen het nodige over Julia te horen, onder andere dat ze geadopteerd is en dat haar ouders zijn overleden. Haar tienjarige zoon Brandon is geboren toen zij achttien jaar oud was. Ze heeft nooit verteld wie de vader was. Maar waar het echt over gaat in dit boek is de biografie van Eve. Eve wil alle geheimen uit haar leven erin hebben. En daar worden de mensen uit haar omgeving niet blij van. Tijdens haar onderzoek naar Eve komt Julia heel veel dingen tegen die mensen het liefst verborgen zouden willen houden. Iemand laat briefjes met bedreigingen voor haar achter. En Eve heeft ook voor Julia de nodige geheimen. Het boek is geschreven in 1991 en dat merk je aan sommige dingen. Mensen die roken bijvoorbeeld. In latere boeken van Nora Roberts kom je dat niet meer tegen. Julia die haar aantekeningen gewoon met pen en papier maakt. De computer die nog niet zo ingeburgerd is. De beschrijving van de sportkleding van Eve en Julia, ze dragen “leotards”, denk de gympakjes van de jaren tachtig. Wat helemaal niet 1991 is, is de seks in het boek. Af en toe denk ik wel eens, hallo, voorbehoedsmiddelen, condoom? We hebben het hier wel over een tijd waarin de aids-angst hoogtij vierde. Maar het is wel typisch Nora Roberts die vrij makkelijk schrijft over seks. Ook dit boek was weer zeer aangenaam om te lezen.

Theaterconnectie

Eve is actrice en heeft een carrière van bijna vijftig jaar achter de rug. Als 67-jarige is ze nog steeds aan het werk, nu als actrice in een mini-serie. Ze heeft ook in het theater gestaan. Het is voor haar belangrijk. “For Eve, there was nothing quite like filming to jolt the mind and body to full alert.” Een actrice in hart en nieren.

Nora Roberts

Nora Roberts is de schrijfster van meer dan 200 boeken. Dat zijn onder andere romances, thrillers en fantasy. Titels van haar zijn onder andere Come Sundown, The Obsession, The Liar. Veel boeken van haar worden als serie gepubliceerd. Ze heeft als  J.D. Robb 48 boeken geschreven in de futuristische In Death series. Dit boek is in Nederland vertaald als Droomwereld, hetgeen een wat cliché titel is vergeleken met Genuine Lies, echte, ongeveinsde leugens.

Genuine Lies, Nora Roberts. – Bantam, 2010, first published 1991.
ISBN 978-0-5533-8642-4
Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

Theater in romans: De beste van alle mogelijke werelden

De beste van alle mogelijke werelden

Dit boek is het verhaal van Aurelia, ze is geboren in 1989, het jaar van de val van de Berlijnse muur en is even oud als de vrije wereld. Drie jaar later vond een familietragedie plaats die zij niet onder ogen wil zien. In plaats daarvan bouwt ze een muur om zichzelf heen en stort ze zich op haar theatercarrière. Juist daar op het toneel komen haar herinneringen weer tot leven. Wat is er precies gebeurd in Berlijn toen ze een klein meisje was?

Leeservaring

de beste van alle mogelijke wereldenLaat ik maar meteen tot de conclusie komen, ik vond het een lastig boek. Het boek wordt verteld uit twee perspectieven, namelijk dat van Aurelia en dat van haar moeder. Haar moeders perspectief is één lang verhaal naar Aurelia, wat is er gebeurd in het verleden? Hoe zijn haar ouders bij elkaar gekomen? Hoe heeft ze het verlies van haar dochter verwerkt? De essentie van het boek is terug te brengen tot Aurelia, haar ouders en Annabella. De rest is bijzaak. Joachim, het verlies van zijn zus. Het hele verhaal hoe haar ouders elkaar hebben leren kennen. Zelfs het toneelstuk. Bijzaak. En daarom was het ook zo lastig. Pulkkinen heeft er enorm veel personen bij gehaald, veel verhalen in één boek samen gelegd, verhalen die er naar mijn idee uit konden.
Dan wat ik niet kon plaatsen. Aurelia die zichzelf in haar jeugd als een jongen ziet, een thema dat verdwijnt in het boek. Het denkbeeldige vriendinnetje uit haar jeugd, Veronika. Ik besefte langzaam dat het Annabella moest zijn. Het feit dat Veronika er nog steeds is in haar volwassenheid, ik zag het als een manier om het verlies van haar zusje te verwerken. En ook de filosofische vraag die zich aandient: was Annabella er wel? En dat door de buurvrouw die niet besefte dat er twee kinderen waren. Gemengde gevoelens dus over een boek dat naar mijn idee wel wat verwikkelingen had mogen verliezen.

Theaterconnectie

Aurelia is actrice en speelt in een toneelstuk met als onderwerp “de laatste dagen van de Berlijnse muur, alles wat er gebeurde en ook dat wat had kunnen gebeuren” (p. 10). En dat alles zonder tekst. Regisseur Joachim wil het stuk laten gebeuren, laten ontstaan uit repetitie-ervaringen. Uit eigen ervaring weet ik dat dit soort stukken stukken prachtig kunnen worden, maar ook volslagen kunnen mislukken. Deze theaterervaring brengt Aurelia aan het denken, ook over het verleden.

Riikka Pulkkinen

Riikka Pulkkinen, geboren in 1980 in Tampere, Finland, behoort tot de top van de Scandinavische literatuur. Ze debuteerde in 2006 met De grens, een boek dat in 2009 in Nederland verscheen. Deze roman schreef ze met in haar achterhoofd de vraag in welke wereld ze haar kinderen wil opvoeden, het Europa van na de val van de Muur of Europa met een nieuwe muur eromheen?

De beste van alle mogelijke werelden – Riikka Pulkkinen. – Amsterdam: De Arbeiderspers, 2017. ISBN 978-90-295-1451-4

Leesplannen: theater in romans en #MSL2018

Ik heb leesvaart. Door de vele vrije uren, ik werk nog niet volledig, heb ik veel tijd om te lezen en dus ook aan projecten mee te doen. In augustus heb ik meegedaan aan de Maand van de Klassieker #MKA2018. In september wil ik meedoen aan de Maand van de Surinaamse Literatuur #MSL2018, georganiseerd door boekblogger Jannie.

Theater in romans

Mijn project over theater in romans loopt al vanaf 2006 en is work in progress. Ik ben er nog steeds mee bezig en haal af en toe weer een paar boeken uit de bibliotheek. Nu heb ik een roman van een Finse schrijfster, Riikka Pulkkinen, De beste van alle mogelijke werelden. Daar gaat een bespreking van verschijnen op mijn blog. En ik heb nog een boek liggen van Michele Murgia, De lessen. Dat boek wil ik ook bespreken. Alle boeken die ik overigens heb besproken voor dit project staan op een aparte pagina op mijn blog, Boeken van A tot Z.

Maand van de Surinaamse Literatuur #MSL2018

Waarom wil ik meedoen? Ik lees weinig Nederlands en dat wil ik veranderen. Tevens heb ik nog nooit iets van een Surinaamse auteur gelezen. Hier vind je hoe #MSL2018 werkt. Dit wordt een verbreding van mijn leeshorizon. In de bibliotheek heb ik een aantal boeken uitgezocht die ik wil lezen. Deze titels lijken me interessant.

  • Voor mij ben je hier, dit is een verhalenbundel
  • Tussen Apoera en Oreala, van Clark Accord
  • Over het zoute water, van Henna Goudzand Nahar
  • Het geheim van mevrouw Grünwald, van Diana Tjin
  • Hoe duur was de suiker, van Cynthia McLeod. Dit boek is ook verfilmd.
  • Negerjood in Moederland, van Ellen Ombre

Hoeveel ik er ga lezen, weet ik nog niet. Ligt ook aan de hoeveelheid tijd en energie die ik heb. Maar ambitieus is het. Ook leuk, het is lang geleden dat ik zoveel heb gelezen en ook zo verschillende boeken.

Theater in romans: Hag-Seed

Hag-Seed is een navertelling van één van de toneelstukken van William Shakespeare, namelijk The Tempest. Het is er één van een serie en dit is de eerste die ik heb gelezen. Hogarth heeft gerenommeerde auteurs gevraagd voor deze navertellingen, onder andere Jeanette Winterson, Anne Tyler en Howard Jacobson. Voor meer kennis over het boek: de uitgever van Hag-seed heeft zelfs een readers guide met vragen over het boek voor ons onschuldige lezers.

Het verhaal

HagseedHag-Seed is het verhaal van Felix. Hij is directeur van een theaterfestival in Canada waar hij The Tempest van William Shakespeare wil opvoeren. Hij wordt op minder elegante wijze eruit gewerkt door zijn assistent. Felix heeft zijn deel van het verdriet wel gehad. Zijn vrouw is overleden bij de geboorte van hun dochtertje Miranda, het kleine meisje is op driejarige leeftijd overleden. Hij kan daar niet overheen komen, in zijn wereld leeft ze nog steeds. Felix trekt zich na zijn ontslag terug. Hij is uit op wraak. Twaalf jaar later werkt hij als begeleider in een gevangenis, waar hij met de gevangenen toneelstukken speelt. Na verschillende Shakespeares gaat hij The Tempest doen met deze gevangenen, het stuk waarmee hij bezig was toen hij eruit gewerkt werd bij het Festival. Het stuk is een obsessie voor hem, evenals wraak, net zoals voor zijn evenknie in het stuk, Prospero. En hij krijgt met dit stuk de kans wraak te nemen op zijn voormalig assistent die de politiek is ingegaan.

Conclusie

Het boek was goed, het is een perfecte navertelling van The Tempest, maar ik vond het een wat teleurstellend einde, er kwam nog een hele verhandeling met de nabespreking van het toneelstuk en de figuren die de gevangenen speelden. Die vond ik er niet meer in passen. Het had voor mij mogen eindigen bij de opvoering van het stuk, daarmee was het voor mij afgerond.

Margaret Atwood – Hag-Seed. – London: Hogarth Shakespeare, 2016.
Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

Theater in romans: Kom hier dat ik u kus

Verhaal

Kom hier dat ik u kusKom hier dat ik u kus is een roman over Mona, als kind, als vierentwintigjarige, en als vijfendertigjarige. Het gaat over haar moeder die overlijdt als ze negen is, over haar tweede moeder Marie, over haar vader, haar broer Alexander en haar halfzusje Anne-Sophie, maar vooral over Mona zelf. Het hele boek is geschreven vanuit Mona’s gezichtspunt en vooral het eerste deel vond ik knap geschreven. Haar leven komt naar voren als een normaal leven maar er gebeuren dingen waaruit blijkt dat het niet helemaal goed is. Het begin van het tweede deel zet me op het verkeerde been. De opsomming van irrationele hekels die Mona heeft is uitputtend lang. Ook de manier waarop ze haar huis uitloopt en stilstaat alsof het leven stilstaat is bevreemdend. Het doet me het ergste vrezen over haar geestelijke gezondheid. Ze bouwt haar leven op, privé en in haar werk als dramaturg. Het derde deel beschrijft Mona als 35-jarige, nu al jaren samenwonend met Louis waarvan ik in deel twee dacht dat het niets zou worden. Ze werkt nog steeds voor Marcus, een regisseur. Haar vader wordt ziek en belandt in het ziekenhuis. Dat zorgt voor een ommekeer.

De theaterconnectie

Mona is dramaturg, een baan waarin ze zich bezig houdt “met de tekst, en als het goed is ontwikkelen die twee [regisseur en dramaturg] samen een concept voor de productie, dat ze, in overleg met mekaar, bewaken en bijsturen om tot het beste resultaat te komen.” (p. 143-144) In het tweede deel gaat ze werken voor Marcus, een regisseur die op dat moment al een beroepsreputatie heeft, het is een eer om voor hem te mogen werken. Ze zegt zonder moeite haar oude baan op.

Prachtige taal en zinnen

Het is het Vlaamse taalgebruik met ge en U, waar je als nuchtere Nederlander wel even aan moet wennen. Er staan ook pareltjes van zinnen als deze: Het is in het beklemtonen van dat iets niet erg is, dat het ons niet bang maakt, dat we er niet triest van zijn geworden, dat we vaak net de heftigheid van de ware emotie verraden, ook al geloven we het schimmige zelfbedrog terwijl we het aan het formuleren zijn. (p. 166)

De kern

De kern van het verhaal voor mij: schuldgevoel. Het eeuwige gevoel te kort te komen en te kort te schieten. Durven, het leven aandurven. Mona zegt het zelf: Mensen die kwaad op mij zijn, ik kan daar echt niet tegen (p. 245). Dat is iets wat uit haar jeugd komt, met een moeder die haar in de kelder opsloot als ze iets fout had gedaan. Dat is ook een reden dat ze bij Louis blijft hangen, zelfs al is deze man echt niet goed voor haar. Het is ironisch dat Marcus haar een kameleon noemt in haar werk (p. 344), juist op het moment dat ze het eindelijk heeft aangedurfd commentaar op zijn manier van werken te hebben. Ze wil durven “Ik denk: dat is het, ik wil durven, eindelijk. Ja.” Mooie afsluiter van een boek dat ik op Goodreads 5 sterren heb gegeven.

Griet Op de Beeck – Kom hier dat ik u kus. Amsterdam: Prometheus, 2014

Theater: #WOT deel 18

De #WOT voor deze week is er eentje waar ik graag aan mee schrijf. Martha bedacht deze terwijl ze in het theater zat, zeer toepasselijk dus. Het is een plek waar ik ook graag zit, niet alleen om te kijken, maar ook om te spelen. Daarom, voor deze #WOT: de theaters waar ik heb gespeeld in mijn 25-jarige carrière.

Theater ~ 1) Aanstellerij 2) Bioscoop 3) Cabaret 4) Gebouw voor kunst 5) Gebouw voor toneel 6) Komedie 7) Podiumkunst 8) Schouwburg 9) Toneel 10) Toneelgezelschap 11) Toneelkunst 12) Uitgaansgelegenheid.

De Poort

Het eerste theater waar ik 25 jaar geleden in heb gespeeld was De Poort. Een vestzaktheater in het centrum van Den Haag, met plek voor 72 mensen. Ik heb er niet alleen diverse malen gespeeld, maar ook talloze voorstellingen bekeken, want driekwart van de Haagse amateurverenigingen speelden daar. Het theater werd helaas in 2005 gesloten met als gevolg verstrooiing van de groepen over het Haagse.

Ei

Ik heb een tijdje een eigen groep gehad met vrienden, theatergroep Ei. De eerste lokatie waar we speelden was een kerk in het Transvaal-kwartier in Den Haag. De verwarming werkte niet echt, het was begin oktober. Iedereen die reserveerde kreeg de aanwijzing om toch vooral een dik vest mee te nemen of anders een plaid voor over de benen. Het kon er flink koud worden en wij stonden daar op het toneel in zomerkleren, want het was een stuk van Heinrich Böll, Een slok aarde, waarin een aantal mensen op een eiland zaten. Dat eiland was warm volgens het verhaal. Met die groep heb ik ook in een scoutinggebouw gespeeld, we repeteerden daar ook. Ook konden we een tijdje in een zaal in een bejaardentehuis repeteren, maar we moesten daar dan ook spelen. We speelden zelfs nog in een echt theater, namelijk het Randstadtheater, de eigen behuizing van een collega toneelgroep.

Andere theaters

In de periode tussen Ei en Inter Nos heb ik bij twee groepen en in diverse zalen gespeeld. Eén van de leukste theaters was wel de kleine zaal van de Regentes. Deze theaterzaal met een grote en een kleine zaal en een ketelhuis waar ook gespeeld wordt, was in vroegere jaren een zwembad. De sporen daarvan, bijvoorbeeld de kleedhokjes vind je nog overal in het gebouw terug. Theater aan het Spui heeft een zaal 3 aan het Constant Rebecqueplein, dat was vroeger het Zeebelt theater en ook daar heb ik gespeeld. Een mooie grote zaal maar met vreselijke bankjes om op te zitten.

Inter Nos

theaterTegenwoordig zit ik weer bij de groep waar ik 25 jaar geleden mee ben begonnen: toneelgroep Inter Nos. Inter Nos repeteerde in het wijkcentrum de Kruin en speelde daar ook. Een mooie grote speelvloer, de tribune werd gehuurd en opgebouwd voor de voorstellingen. We hebben daar wat weekenden doorgebracht. De Kruin ging dicht en wij verhuisden naar een ander wijkcentrum waar we bij de Jasmijnvereniging gingen repeteren. De laatste voorstelling is daar gespeeld. Een smallere zaal, wel weer die gehuurde tribune, weer veel speelplezier. Ik ben benieuwd wat de toekomst gaat brengen. De foto is gemaakt door mij en is de Jasmijn bij de laatste voorstelling.

Iedere donderdag publiceert @drspee een woord waar je over mee kunt bloggen, vloggen, ploggen of op een andere manier kunt meedoen. WOT betekent Write on Thursday. Het woord van deze week staat hier.

Theater in romans: Mindere goden

Mindere goden van Herman Stevens is voor het eerst in 1990 verschenen en was het debuut van Stevens. Het is een boek waarvoor hij de Anton Wachterprijs 1990 kreeg, een literaire prijs voor het beste debuut. Toen het boek aan een herdruk toe was heeft hij het herschreven. Deze herschreven roman heb ik gelezen.

Verhaal

Mindere goden‘Luisteren is mijn vak.’ Theo Elsenaar ziet zichzelf als een goed verstaander. Hij is tenslotte hartspecialist. Maar in de laatste dagen voor zijn huwelijk raakt dit beeld aan het wankelen. Voor de bruiloft ensceneert zijn aanstaande vrouw Lucia een toneelspel. De Midzomernachtsdroom. Niet om de dag door te komen, maar om hem te laten zien wat ze tussen hen mist. Shakespeares toverkunsten moeten daarbij helpen. Die toverkunsten beperken zich tot het verdelen van de rollen waarbij Theo de rol van Lysander krijgt, Lucia Hermia zal spelen en Erik, een vriend van Theo, de rol van Demetrius op zich neemt. Esther, een vriendin van Lucia speelt Helena. Theo moet aldoor tekst leren, maar door zijn drukke werkzaamheden komt het er niet van. Hij stuurt Erik naar Lucia om de teksten in te studeren en dat blijkt een vergissing te zijn. Lucia gaat met hem naar bed en het huwelijk wordt afgeblazen.

Conclusie

Het boek laat me enigszins in verwondering achter en maakt de verwachtingen niet waar. Zo snel als ik door het eerste gedeelte heen ging, zo langzaam ging het tweede gedeelte. Ik was nieuwsgierig naar de afloop, maar die stelde me teleur. Temeer daar ik het verloop niet begreep. Waarom zet Lucia de Midzomernachtsdroom op? Om Theo in te laten zien wat ze tussen hen mist. Na het lezen van het boek begrijp ik het helaas niet en daardoor is het toch een onbevredigend boek dat van mij hierdoor in Goodreads drie sterren kreeg.

Herman Stevens, Mindere goden.
Amsterdam: Prometheus, 2004 (2e gewijzigde druk)

Theater in verhalen: A Question of Patronage

In mijn serie besprekingen van romans waar het theater een rol in speelt, wil ik af en toe een uitstapje maken naar korte verhalen. In de bundel The Mammoth Book of Vampire Stories by Women die ik op dit moment lees, komt een verhaal voor van Chelsea Quinn Yarbro, A Question of Patronage. Ze heeft een serie historische horrorromans geschreven die om de vampier Saint-Germain draaien. Deze vampier speelt ook in dit verhaal een rol.

Het verhaal

Het verhaal speelt in de negentiende eeuw in een Engelse stad. John Henry Brodribb, jongste bediende in een administratiekantoor, ontmoet graaf Ragoczy, een klant van zijn kantoor. Hij kopieert het accountboek van deze klant en vertelt hem dat hij onregelmatigheden heeft ontdekt. Er wordt geld gestolen van de graaf. Deze komt ’s avonds naar het kantoor om deze dingen te bekijken en ontdekt dan het geheim van John. Hij wil acteur worden en besteedt de avonduren aan het uit het hoofd leren van toneelstukken. John en graaf Ragoczy vinden samen uit wie achter de onregelmatigheden zit. Hij wordt door de graaf beloond met geld waarvoor hij zich inkoopt in een toneelgezelschap en de rol van Romeo kan spelen in Romeo en Julia. Het is overigens opmerkelijk dat in een verhaal dat in een bundel over vampieren wordt opgenomen, het woord ‘vampier’ geen enkele keer valt.

Henry Irving

De jonge John verandert zijn naam naar Henry Irving. Deze acteur was in de Victoriaanse tijd een bekend acteur met een eigen theater. Irving was de inspiratie voor graaf Dracula, hoofdpersoon van de roman van Bram Stoker, Dracula. Bram Stoker heeft enige tijd voor Irving gewerkt in het Lyceum Theater en heeft zelfs een biografie geschreven van Irving.

Chelsea Quinn Yarbro, A Question of Patronage, a Saint Germain Story. In Stephen Jones, Ed. The Mammoth Book of Vampire Stories by Women. London: Robinson, 2001.

Theater in romans: Phileine zegt sorry

Phileine, de hoofdpersoon in deze roman van Ronald Giphart, is “beauty brains beast best”. Haar vriend Max vertrekt naar New York om daar te gaan studeren. Het gaat om een Shakespeare project waar hij als toneelspeler aan kan meedoen, een ‘eens-in-zijn-leven’ gelegenheid die hij zich niet kan laten ontgaan. Max vertrekt naar New York en Phileine besluit hem daar onverwachts op te zoeken. Ze treft hem aan in een wel heel eigentijdse uitvoering van rOmEO-n-jULieT en dan knapt er iets in haar.

Phileine Phileine Phileine

Niet voor niets noem ik de hoofdpersoon drie keer. Het verhaal wordt verteld vanuit haar perspectief en dat is wennen, zeker in het begin. Phileine komt over als een meisje dat absoluut schattig gevonden wil worden, maar eigenlijk een egocentrisch kreng is. Nieuwsgierig als ik ben lees ik door en zo rond pagina 89 grijpt het me eindelijk. Ze pikt het niet en in totale dronkenschap zet ze Max voor het blok tijdens de voorstelling. Nou moet ik wel zeggen dat geen enkele vrouw het leuk zou vinden als haar vriendje seks heeft op het podium in een experimentele toneelvoorstelling. Waar het verhaal om draait is Phileine, hoe zij dit aanpakt en verwerkt. Hoe zij uiteindelijk toch weet uit te komen voor het feit dat ze spijt heeft. Ze zegt sorry.

Wat vind ik ervan?

PhileineEén van de redenen dat ik in het begin een beetje moe werd van het boek is het grofgebekte taalgebruik van Giphart en de seks. Is er nou werkelijk geen één Nederlands boek zonder seks? Moet dat nou altijd? Blijkbaar wel. Dat zal wel de vrijgevochten Nederlandse geest of zo zijn. Van mij hoeft het eigenlijk niet. Als je seks nodig hebt om de aandacht vast te houden, houdt het een beetje op. Phileine bleef het hele boek door een onuitstaanbare muts, maar wel eentje die intrigeerde. Wat het leuk maakte waren zinnen als: “Hoewel Max en ik op het mentaal-theoretische vlak van het fysiek-seksuele discours het paradigma van de buitenrelationele cohabitatie in principe niet ontkennen noch a priori veroordelen, moet hij in de praktijk heel simpel met z’n vieze jatten van andere wijven blijven.” (pag. 89) Dat vind ik humor en daarmee mag Giphart dan rustig doorgaan. Dat maakte het boek als geheel geslaagd en bij vlagen super interessant, maar niet “de beste roman aller tijden” zoals Herman Brusselmans op de voorzijde van het boek verklaart. Het boek is in 2003 verfilmd met Kim van Kooten in de rol van Phileine en snoepje van het jaar Michiel Huismans als Max.

Ronald Giphart, Phileine zegt sorry
Amsterdam: Uitgeverij Podium, 1996, 23ste druk 2009

De hartslag van De Appel

De laatste voorstelling van De Appel: Hamlet, een start met David Geysen als eerste op het toneel. Muziek van Carl Beukman op de achtergrond, een hartslag, zo lijkt het. Na David Geysen volgen de andere acteurs van De Appel. Ze beginnen gezamenlijk met de beroemde monoloog “To be or not to be” midden uit het stuk.

Geschiedenis

De Appel

De programmaboekjes

Toneelgroep De Appel is een stukje toneelgeschiedenis na deze serie voorstellingen. De gemeente Den Haag heeft in al zijn wijsheid of gebrek daaraan, besloten de groep geen subsidie meer te geven. Bestaan of niet bestaan, voor De Appel is het de laatste mogelijkheid geworden. Na deze serie komt het theater in Scheveningen leeg te staan. Saillant detail: alle voorstellingen waren uitverkocht, ik zat gistermiddag in een extra ingelaste voorstelling.

Toneelgek

Woon in Den Haag, ga naar de plaatselijke toneelgroepen. Dus naast alle amateurvoorstellingen die ik heb bezocht ben ik ook in de Koninklijke Schouwburg geweest en was ik een trouw bezoeker van De Appel. Bij elke nieuwe voorstelling belde ik een vriendin die net zo toneelgek is als ik en planden we een datum om de nieuwe voorstelling te bezoeken. We waren allebei Appelvriendin. Tantalus, Herakles, Odysseus, we zijn er geweest. Dan kwam je ook wel eens bij een voorstelling die tegenviel. Over Don Quichote hebben we het nog steeds, maar helaas niet omdat we die zo goed vonden.

Terug naar die hartslag

Ik zat er gistermiddag en het viel me meteen op. De muziek, het was bijna een hartslag. Wat is de hartslag van een toneelgroep? Het gebouw? De regisseur? De acteurs? Kijk naar die tendens in de kunstwereld, dat er alsmaar minder acteurs in vaste dienst zijn. En dat worden er nog minder nu De Appel ophoudt te bestaan. Maar die acteurs maken wel voor een groot deel het beeld van een toneelstuk uit. De regisseur heeft een duidelijke stem, maar zonder acteurs doet hij niets. Die acteurs zijn de hartslag van De Appel en zullen straks de hartslag vormen van een andere groep. David Geysen, acteur en regisseur sloot deze voorstelling in De Appel af: “Ik ben dood, u leeft verder. De rest is stilte.” Voor hem wordt de rest niet stilte. Met muziekvriend Carl Beukman gaat hij verder in Degradé. Acteur Bob Schwarze is al jaren artistiek leider van Theater Branoul en heeft na jarenlang touwtrekken wel subsidie gekregen. Actrices Isabella Chapel en Saskia Mees zetten hun werkzaamheden voort onder de naam Claudine & Claudette. Dramaturg Alain Pringels is bezig een eigen gezelschap op te richten onder de naam Compagnie couRage.

Van De Appel blijven de herinneringen.