Virginia Woolf – Between the acts (London: Hogarth Press, 1990)

Between the Acts is het laatste boek van Virginia Woolf. Het is in 1941 gepubliceerd, kort na haar zelfmoord.
Wat haar zo bijzonder maakte, is dat ze haar romans niet boeiend maakte door er veel actie in te stoppen, maar juist door de lezer erg mee te laten voelen met de hoofpersonen. De karakters en hun motieven zijn erg goed uitgewerkt. Dit noemen we ‘stream-of-consciousness’-schrijven.
Het is een stuk in een stuk met een cynische blik op de Engelse geschiedenis. In een klein Engels dorp wordt net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een “festival play” georganiseerd. Het wordt traditie getrouw door de dorpsbevolking georganiseerd.
Het boek speelt zich af in een huis ergens in Engeland gedurende de dag dat het spel zal worden opgevoerd op het grondgebied van het huis. De eigenaar van het huis is de weduwnaar Bartholemew Oliver, een gepensioneerde legerofficier. Zijn zuster Lucy die ook in het huis woont, is eccentriek, maar niet schadelijk. Zijn zoon Giles woont in de stad, maar diens vrouw Lucy woont in het huis met haar twee kinderen. Ze heeft haar belangstelling voor Giles verloren. Ze voelt zich aangetrokken tot een lokale herenboer Haines, hoewel ze nooit meer dan oogcontact met hem heeft.
Het spel is geschreven door juffrouw La Trobe, een oude vrijster.
Het spel bestaat uit een proloog door een kind. De eerste scène is een Shakespeareaanse scène met romantische dialogen. De tweede scène is een parodie van een ‘restoration comedy’, de derde scène ‘a panorama of Victorian triumph based on a policeman directing the traffic in Hyde Park’. De laatste scène heet “Ourselves”, juffrouw La Trobe houdt het publiek een spiegel voor.
Het boek eindigt rustig, het leven keert terug naar het normale leven van alle dag.

Virginia Woolf – Between the acts (London: Hogarth Press, 1990)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *