Voorbereiden op #nanowrimo: de titel voor mijn boek

Ttels zijn niet mijn ding, ik ben slecht in titels verzinnen. Ik kan het wel, maar het zijn geen goede titels. Het is één ding titels op te lepelen die ik goed vind. Het volgende is titels te verzinnen voor mijn eigen boek.

Titel voor mijn boek

De opdracht was tien titels te verzinnen. Daar ben ik gisteren mee begonnen. Ik ben tot nu toe tot vijf titels gekomen. En dan moet ik ook een beetje de plot vertellen, anders weten mijn lezers niet waar ik het over heb. Het draait om Dineke en Joris in coronatijden. Samenvatting in vijf woorden. Twee personen waar ik al meer over heb geschreven. Maar het gaat ook om Maarten, de broer van Joris en zijn Amerikaanse vriendin Nicole, tante Dina, Dineke’s broer Edwin en zijn vrouw Stella en de merkwaardige samenleving die Nederland in deze coronatijd is.

  • Boek. Ja sorry, de folder op mijn laptop heet zo, ik heb niets anders gezegd dan; ik ga een boek schrijven. Een titel had ik echt niet in mijn hoofd.
  • Liefde in tijden van corona. Nee, er bestaat geen copyright op titels, dus je kan gewoon boeken hebben met dezelfde titel, of bijna dezelfde titel. Maar laten we nou even wel wezen, het is gewoon cheesy. Ga ik een titel van Gabriel Garcia Márquez misbruiken voor mijn lieve eerstelingetje. Nee.
  • Over grenzen. Het zegt iets en tegelijkertijd zegt het ook helemaal niets.
  • Het grote boek van avontuur. Ja, dat zou wat kunnen zijn in een merkwaardige, totaal niet avontuurlijke samenleving. Tegelijkertijd zegt het helemaal niets en lijkt het op de titel voor een kinderboek en dat wil ik nou juist niet schrijven.
  • Tussenjaar. Tot nu de titel waar ik het meeste voor voel, maar ik heb er mijn reserves bij. Want tussenjaar klinkt ook als iets wat jongeren doen na school en dan vervolgens gaan reizen. Wat het voor mij is, het klinkt als iets wat we met zijn allen nodig hebben. Een tussenjaar, een jaar waarin het leven even half stil stond en niemand even wist waar hij of zij mee bezig was. De wijsheid komt achteraf, de lontjes moeten gedoofd worden, mensen moeten weer leren te praten. Zie je? Toch de beste mogelijkheid.

December

#nanowrimo duurt officieel een maand. Ik weet niet of mensen dan echt een boek af krijgen. Ik heb vandaag voor het eerst geschreven, terwijl ik drie dagen geleden al had willen beginnen. Vanmiddag ben ik begonnen aan het laatste hoofdstuk, want dat eind had ik al een tijdje in mijn hoofd. Het eerste hoofdstuk ben ik ook aan begonnen. In totaal heb ik 1157 woorden geschreven aan die twee stukken. Daar komt dan nog ruim 400 woorden bij voor dit blog en dat vind ik dan wel genoeg voor vandaag. Morgen ga ik weer verder. Voorlopig beleef ik plezier met deze stukjes en het schrijven. Dubbelop dus.

Het vorige #nanowrimo stuk over titels is hier.

Eén gedachte over “Voorbereiden op #nanowrimo: de titel voor mijn boek

  1. Ja, dat is al zoiets, een titel, die heb ik ook nog niet. Dat moet ik bij mijn vertalingen ook meestal aan mijn partners in crime overlaten. Maar dat mag de pret niet drukken. Ik heb vandaag lol genoeg gehad.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *