Ik hou wel van routine. Vind ik helemaal niet erg. Gooi mij een middagje aan routineus werk toe en dat lukt allemaal prima. Ik kan er helemaal in opgaan en de herrie in de kantoortuin van mijn werk niet meer horen. We hebben flexplekken op het werk. Ik kan daar niet goed tegen. Eigenlijk vind ik het vreselijk, dus ik heb na lang gedoe een vaste plek. Iedereen kan me daar makkelijk vinden en het is dicht bij de bibliotheek en de kast met mijn bibliotheekspullen.
Zwemmen
Met zwemmen is het juist wel flex. Het zwembad in de sportschool heeft drie banen. Ik zwem graag. En iedere keer als ik de trap oploop, klopt vol verwachting mijn hart want wat is er vrij? De eerste baan is niet handig, want daar zit ook de trap in, in de derde baan moet je vaak langs de muur zwemmen. Vind ik niet fijn. De tweede baan is het fijnste. Helaas vindt iedereen dat. Het is totaal feest overigens als ik boven aan de trap sta en er ligt niemand in het zwembad. Tweede baan! Hop! Middenin zwemmen! Een zee van rust, mooi rustig water en stilte. Alleen gelaten met mijn gedachten, baantjes tellen, rekensommetjes maken om me te herinneren aan mijn telling. Routine. Dat wordt minder routine als het drukker is, dan begin ik in de eerste baan en ruk op naar de tweede of de derde baan als het enigszins mogelijk is. Maar het plezier in het zwemmen is toch eigenlijk het grootste als ik de hele tijd in mijn eentje in die tweede baan kan blijven.
Deze foto heb ik eerder gebruikt op mijn andere blog, namelijk voor het eerst hier, in een #WOT over alleen zijn en voor de tweede keer hier, in een #WOT over het zwembad. Ook heb ik hem hier gebruikt, in een #WOT over water. De Afbeelding is van Stefan Kuhn via Pixabay.
Flex? Nee
Ik kwam op dit stukje omdat ik vandaag een blog van Elja zat te lezen over disruptie van je routine. Het is zoals Elja zegt, hoe ouder je bent, hoe meer vastgeroeste dingen je kan hebben. Ik ben daar goed in, zie het vaste bureau, zie die tweede baan in het zwembad, zie de routine klussen. Het gevaar daarvan is, en daar ben ik me best wel van bewust, is dat je erin blijft hangen. Dat je niet eens op het idee komt om dingen anders te doen, omdat het goed gaat zo. Dat je dingen met de hand zit te doen, terwijl je enorm veel tijd kan winnen door het te automatiseren. En daar moet ik dus eigenlijk op letten, dat ik, ouwe rot in het vak, routineus als ik ben, toch flexibel blijf. Af en toe moet ik dus eigenlijk wisselen van bureau.