Vijfentwintig jaar geleden ging ik in op de uitnodiging van een vriendin. Ze wist dat ik graag toneel keek en dacht dat regie-assistente bij haar toneelvereniging wel wat voor mij zou zijn. Dat klopte wel en nu ben ik al jaren lid van Inter Nos, ben regie-assistente geweest en heb veel rollen gespeeld. Dit ‘interview’, een serie vragen die ik zelf mocht invullen, heeft in het maartnummer van Haghespel gestaan.
Wie is Ali Molenaar
Import-Haagse, maar inmiddels woon ik al langer in Den Haag dan ik in mijn geboorteplaats Barendrecht heb gewoond. In het werkend leven ben ik informatiespecialist bij Fugro, een groot internationaal bedrijf dat zich specialiseert in onshore en offshore grondonderzoek.
Hoe ben je met theater in aanraking gekomen?
Op de middelbare school ging ik wel eens naar toneel. Ik vond het leuk om te kijken, maar de kriebel om zelf te spelen was er nog niet. Toen ik op mijn 25ste naar Den Haag verhuisde voor mijn werk raakte ik bevriend met Monica Resowidjojo die toen voorzitter was van Inter Nos. Ik ging natuurlijk kijken bij de voorstellingen. Op een gegeven moment vroeg ze of ik niet regieassistente wilde worden, dat vond ze wel wat voor me. Dat regelen lag me inderdaad wel en ik heb met veel plezier een paar voorstellingen regie-assistentie gedaan en heb ook gesouffleerd.
Wat heeft jou tot zelf spelen aangezet?
Zien spelen doet spelen en daar was wel ruimte voor bij Inter Nos. Ik wilde het een keer proberen om te zien of het iets voor mij was, of dat ik het bij regie-assistentie zou moeten houden. Ik vond het enorm spannend, maar ook ontzettend leuk.
Wat was je eerste rol en hoe beviel die?
Mevrouw Toothe in Alles voor de tuin van Edward Albee. “Dat lijkt me wel een leuke rol”, zei ik toen. Een wel wat makkelijke motivatie voor een meer dan pittige rol. Voor de niet-kenners: mevrouw Toothe was een hoerenmadam. Achteraf gezien had ik als eerste rol misschien beter een kleinere rol kunnen kiezen, maar ik heb er wel de smaak van te pakken gekregen.
Hoe is het verloop van jouw theaterloopbaan tot nu toe geweest?
Ik ben in 1992 bij Inter Nos begonnen, ben daar ook secretaris geweest en ben in 2003 met een aantal vrienden een eigen groep begonnen, Theatergroep Ei. Daar heb ik mijn eerste en enige regie gedaan van Bedden van Dimitri Frenkel Frank. Ei is in 2008 gestopt. We konden met de vier overgebleven leden geen producties meer maken. Toen heb ik een tijdje bij TVO gezeten, maar die vereniging stopte ook. SCAT Cameleon vroeg me voor een gastrol en daar ben ik toen ook weer een paar jaar blijven hangen. Na Cameleon ben ik weer bij Inter Nos terecht gekomen. De voorzitter van Inter Nos, Herman Poelsma, is ook mijn bowlmaatje en hij vroeg me in 2013 voor een gastrol bij Inter Nos. Tijdens die productie – De aangekondigde moord van Agatha Christie – heb ik zo’n lol gehad dat ik weer lid ben geworden. En nu vier ik dus mijn vijfentwintigjarig toneeljubileum.
Verder ben ik in 2000 door Bert van Zeeland bij Haghespel gehaald. Ik ben begonnen als eindredacteur a.i. en ben nu al jaren hoofdredacteur. Veel regelen, kopij verzamelen en schrijven, tegenwoordig wel voornamelijk verslagen van repetitie-avonden en impressies van bijvoorbeeld het Dialogenfestival.
Welke rol was je het meest dierbaar en welke het minst?
Het meest dierbaar was Mathilde in Een nogal ingrijpend ongeluk van Peter Aten. Dat was bij SCAT Cameleon. Prachtig stuk, geweldige regie van Manon Barthels, geweldige medespelers. Ik speelde dat stuk samen met Lies Oldenhof en Lia van Alenburg.
Het minst dierbaar: geen idee, ik heb met ieder stuk waarin ik heb gespeeld wel goede herinneringen.
Welke rol staat nog op je verlanglijstje?
Geen specifieke rol, maar ik zou best wel eens in een stuk van Shakespeare willen spelen. En Koppen dicht (Noises off) van Michael Frayn. Geweldig stuk waar ik een hilarische verfilming van heb gezien met onder andere Michael Caine en Carol Burnett. Ik zou het best graag willen spelen, maar technisch is het enorm lastig om uit te voeren met die twee totaal verschillende decors. Haag heeft het een keer gedaan, en zeker niet onverdienstelijk.
Wat was je grootste blunder op het toneel?
Echte blunders heb ik gelukkig niet gemaakt, maar ik kan me wel een stuk herinneren waarin ik een smetzieke dame moest spelen. Ik legde overal tissues op stoelen voordat ik ging zitten. Ik ben blij dat ik pas veel later te horen kreeg dat die tissues aan mijn jas bleven plakken als ik weer ging staan.
Hoe bereid jij een rol voor?
Lezen, veel lezen. Het verband ontdekken met de andere rollen. Kijken wat de achtergrond is, met wie heeft het personage een band, wat is de sociale achtergrond. Ik heb wel eens een regisseur gehad die ook wilde weten wat de lievelingskleur was van het personage. Zo ver ga ik niet meer. Verder: veel spelen, met elkaar praten hoe de rol in elkaar steekt. En proberen de tekst zo snel mogelijk in mijn hoofd te krijgen, maar tekst uit mijn hoofd leren is niet mijn sterkste punt. Voordat ik het kan dromen ben ik wel even bezig.
Hoe zie jij de toekomst van het verenigingsleven/amateurtoneel?
De bomen met geld reiken niet meer tot in de hemel zoals 25 jaar geleden, maar het is zeker niet hopeloos. Ik zie nog voldoende nieuwe initiatieven en nieuwe groepen ontstaan. Er is zelfs een theatertje bijgekomen. Nee, ik blijf enthousiast over het Haagse amateurtheater. Er is minder geld beschikbaar, maar het is zeker niet zo dat de creativiteit daardoor minder is geworden. Dat lijkt wel juist meer geworden. Iedereen gaat er met volle passie in. Het is wel zo dat je tegenwoordig er hard aan moet trekken om volle zalen te krijgen. Niet alleen omdat er nog steeds veel keuze is aan voorstellingen, maar ook omdat alle voorstellingen geconcentreerd zitten in een paar maanden. Dat was overigens 25 jaar geleden ook al de grootste klacht.
Welk genre theater vind je het meest interessant, en welk genre het minst?
Ik vind alles wel leuk, maar ben niet gek op Russische schrijvers. Op de een of andere manier vallen die stukken me nooit mee. Ik ben gek op musicals, misschien wel omdat ik zelf moeite moet doen om een toon recht mijn mond uit te krijgen. Ik heb Aïda zeven keer gezien. Les Miserables is mijn lievelingsmusical, die heb ik geloof ik drie keer gezien en ik heb ook de filmversie. Naar Soldaat van Oranje ben ik ook al twee keer geweest. Ik ben zelfs zo gek dat ik van veel musicals de Broadway-versie en de Nederlandse versie op cd heb. Met Inter Nos hebben we De Anti-Acteer Show van Michael Green gedaan, daarin kwam ook een stukje opera voor. Ik mocht tot mijn grote vreugde ook zingen.
Heb je een lievelingstoneelschrijver?
Ik ben erg blij dat we bij Inter Nos nu Gebroken ijs van Haye van der Heijden spelen, want dat is toch wel een lievelingsschrijver van me.
Wat zijn je toekomstplannen?
Toneel is leuk. Ik wil blijven spelen en blijven schrijven, niet alleen voor Haghespel, maar ook op mijn eigen site.