Theater in romans: De toneelclub

Boeken over een amateurtoneelclub? Die wil ik altijd wel lezen. Deze titel kwam ik tegen op Goodreads en was het lezen echt wel waard.

De toneelclub

Nathalie Pagie, De toneelclub. – Amsterdam: Meulenhoff Boekerij, 2013. – 221 p.
ISBN 978-90-225-6688-2

De inhoud

Elin heeft net haar relatie verbroken met een gewelddadige partner die haar mishandelde en is naar een andere stad verhuisd. Ze wil helemaal opnieuw beginnen en haar verleden achter zich laten. Het lijkt haar aardig te lukken: ze vindt een uitdagende baan, en ze besluit haar oude liefde voor toneel nieuw leven in te blazen door zich bij een amateurtoneelclub aan te sluiten. Ze gaan het toneelstuk Medusa spelen in een nieuwe moderne setting. Maar haar spelplezier wordt behoorlijk bedorven als Sirpa zich ook bij de groep aansluit, dezelfde Sirpa die ze kent uit haar middelbare schooltijd en die haar genadeloos heeft gepest in die tijd. Elin laat zich overweldigen, zoals met alles in haar leven. En ze is, zoals Sirpa zeer juist zegt, een slachtoffer “Waarom? Zal ik dat eens zeggen? Omdat je een slachtoffer bent. Omdat je geen pit hebt, geen peper in je reet. Je bent een slappe hap en daar hou ik niet van.” (p. 111). En dat is de trigger voor Elin. Is ze een slachtoffer, ja wel degelijk, maar daar wil ze van af en ze stelt een to do lijstje op dat haar daarmee gaat helpen.

Het toneelaspect

Het is herkenbaar. Een amateurtoneelclub met heel verschillende mensen en heel verschillende ambities. Sommige mensen willen gewoon een leuke repetitieavond en een leuke voorstelling waarbij hun vrienden en familie vertellen dat ze geweldig zijn. Anderen zijn wat ambitieuzer en willen hun beste beentje voorzetten bij de regisseurs die komen kijken bij de voorstelling. Slappe lach mag, maar die serieuze regisseur gaat echt niet alles tolereren. Heel andere verwachtingen bij heel verschillende mensen.

Wat vond ik ervan?

Het leest als een trein, ik had het boek in een paar uur uit. En ik vond het op zich best wel aardig, maar het werd me een beetje teveel. Elins moeder is overheersend, best wel moeilijk en weet heel goed dat ze alles gedaan krijgt van haar dochter. De ex is niet alleen gewelddadig, maar zonder meer gek. Sirpa is een megatrut die haar nog steeds dwars zit, puur om het dwarszitten. En dan hebben we het nog niet eens gehad over haar baas John die een soort slavendrijver is en ondanks zijn getrouwde status iets teveel achter de dames aanzit. Vriendin Pascalle die eerst in Parijs zit en vervolgens haar intrek neemt in Elins huis en daar heel erg aanwezig is. Ach, en buurman Rogier met zijn leguanen is er ook nog. Had iets geschrapt denk ik dan. Het was best spannend, iets te ingenieus naar mijn zin, maar voor een debuut helemaal niet slecht. En het einde. Ach, lees het boek zelf maar om daar achter te komen, maar dat einde vond ik eigenlijk een beetje ongeloofwaardig.

Nathalie Pagie

Nathalie Pagie is thrillerschrijver en communicatieadviseur. In 2013 debuteerde ze met De toneelclub. Naast dit boek heeft ze ook een serie rond het journalistenduo Tara Linders en Diego Martinez geschreven waarvan Paradijsvogels het eerste deel is.

Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

Een openbare repetitie bij Theatergroep Spot

Haghespel, het blad voor het Haagse amateurtoneel, waar ik hoofdredacteur van ben, kent een regelmatig terugkerende rubriek, “Een repetitieavond bij…”. Ik ga dan op bezoek bij een amateurtoneelgroep uit Den Haag en/of omstreken. Een mooie gelegenheid om een groep beter te leren kennen en iets te vertellen over het stuk dat ze gaan spelen. Dit bezoek was bij Theatergroep Spot, een groep die al vele musicals heeft gespeeld in het dertigjarig bestaan.

Theatergroep Spot

Theatergroep Spot gaat in september de musical ‘Petticoat’ op de planken van Theater de Regentes brengen. Ze hebben nog twee warme zomermaanden om te repeteren. Deze vrijdagavond mag ik op bezoek bij Spot, ze repeteren met publiek, want het is een openbare repetitie.

De musical

De musical ‘Petticoat’ is speciaal voor musicalster Chantal Janzen geschreven en de blonde zangeres speelde de hoofdrol in deze musical die in de jaren vijftig speelt. De teksten zijn in 2010 geschreven door André Breedland, de muziek is van Hennie Vrienten. Het is een feelgood musical die ik heb gezien en ik heb me er prima bij geamuseerd. Ik heb zelfs deze week huiswerk gedaan en de cd weer eens door het huis laten galmen. Patricia Jagersma, Pattie uit Winschoten gaat haar droom achterna om een échte zangeres te worden en trekt naar de grote stad. Pattie moet met vallen en opstaan ontdekken hoe ze uiteindelijk de tegenwinden kan trotseren. Want het maakt niet uit hoe je je droom waarmaakt, als je maar blijft luisteren naar je eigen hart.

De repetitie

Theatergroep Spot bestaat ruim dertig jaar en heeft een reputatie opgebouwd van gedegen musicals met een enthousiaste bezetting. Musical spelen is populair en dat blijkt ook bij de openbare repetitie. Het publiek wordt enthousiast onthaald door de spelers. Voorzitter Stijn Gijsbers heet het publiek van harte welkom, en vertelt hoe de avond in elkaar zit. We gaan een repetitie meemaken. De gasten mogen meedoen bij de opwarming en daar maken sommigen ook gebruik van. Ik – als toneelspeler – ben gewend aan toneelrepetities, dat betekent dat een regisseur als enige verantwoordelijke op het spel let, bij een musical is het andere koek. Hier bij Spot staat een team voor de groep. Laura Burgmans is regisseur, maar we hebben ook Anne Aerts als zangbegeleider en Tanya van der Kooij als choreograaf. Die drie disciplines komen vervolgens samen in de musical en daar is de regisseur de eindverantwoordelijke.

spot (5)Maar eerst de opwarming. De stemmen moeten opgewarmd worden, en er moeten een paar liedjes geoefend worden, want Laura wil straks met die scènes repeteren. De groep is jong, en daar zie ik een tegenstelling met toneelgroepen, want daar slaat de vergrijzing toe, maar niet bij Spot. De gemiddelde leeftijd zit voor zover ik kan zien dik onder de veertig. Verder zie ik overeenkomsten met toneelgroepen: veel dames en weinig heren, ik tel er zeven deze avond. De groep is overigens niet compleet.

Nog zo’n verschil met toneel, waar een toneelstuk spelers heeft, heeft een musical een ensemble met spelers die verschillende rollen spelen en van alle markten thuis moeten zijn. Dat ensemble wordt veelal als groep geregisseerd. Als er ergens tafels in weinig tijd de vloer op moeten en er weer van afgehaald moeten worden, doet het ensemble dat dus. En dat moet ook gerepeteerd worden, want die tafels moeten wel precies op de streepjes geplaatst worden. En je kan in het ensemble zitten, maar ook af en toe een rol hebben, daarom zie ik voorzitter Stijn met Pattie spelen, maar ook vrolijk in het ensemble rondlopen.

Het is wat Stijn me later vertelt: zang, dans en spel worden apart gerepeteerd, en later geïntegreerd. En dan kan het apart zo goed gaan, met de drie disciplines bij elkaar kan het af en toe nog mooi mis gaan, en dan moet het drie keer achter elkaar gerepeteerd worden.

Het publiek van vanavond ziet dat een repetitie voor een musical veelomvattend is. Want het liedje wat eerst puur op zang wordt gerepeteerd, wordt vervolgens in scène gezet, en dan wordt de dans er ook nog bij betrokken. De choreografie is al eerder gerepeteerd en wordt nu in de scène gezet en dat gaat niet helemaal probleemloos. Er moet bijvoorbeeld met paraplus gedraaid worden en niet iedereen heeft een paraplu bij zich. En dat treintje waar de dames op zo’n zakelijk koffertje moeten zitten? Dat koffertje moet in veel gevallen ook nog gevonden worden. Daar zie je weer een overeenkomst met toneel: musicalspelers krijgen in zo’n geval ook op hun kop. Er moet extra aan de dans geschaafd worden. Volgens de choreograaf is het de eenvoudigste dans van allemaal, maar het moet wel strak gedanst worden en dat gebeurt nog niet.

Ik zie deze avond twee scènes voor mijn ogen beter worden. Zang, dans en spel met enthousiaste jonge mensen op schoenen met hakken, sokken en blote voeten. Vanwege de warmte zie ik veel korte broeken. De actrice die Pattie speelt, heeft een vijftiger-jaren jurk aan met grote bloemen, maar heeft wel haar eigen zwarte lippenstift op. Dat wordt er straks in september allemaal uit gepolijst, maar nu tijdens de repetities mag ze.

Ik wens Spot voor de voorstelling in september veel plezier en succes.

Dit artikel is gepubliceerd in Haghespel, jrg. 12, nr. 5, juli 2017. De foto’s heb ik zelf gemaakt en staan in mijn Flickr photostream.

Een repetitieavond bij Theatergroep Voorburg

Haghespel, het blad voor het Haagse amateurtoneel, waar ik hoofdredacteur van ben, kent een regelmatig terugkerende rubriek, “Een repetitieavond bij…”. Ik ga dan op bezoek bij een amateurtoneelgroep uit Den Haag en/of omstreken. Een mooie gelegenheid om een groep beter te leren kennen en iets te vertellen over het stuk dat ze gaan spelen. Dit bezoek was bij Theatergroep Voorburg. De groep viert het zeventigjarig jubileum en Charles Abbing viert dat hij al zestig jaar bij het amateurtoneel en bij de groep zit.

Theatergroep Voorburg viert dit jaar zijn zeventigjarig jubileum met de voorstelling ‘Ja zuster, nee zuster’ van Annie M.G. Schmidt. Ook wordt het zestigjarig jubileum van Charles Abbing gevierd. Ter ere van beide gebeurtenissen ga ik op bezoek bij de groep.

Theatergroep Voorburg

Theatergroep Voorburg werd in 1947 opgericht als de Amateur Comedie (de AMCO). Het was een katholieke vereniging, en werd opgericht door onder andere kapelaan van Zeil en Herman Flaton. Het was één van de eerste gemengde verenigingen in het land, mannen en vrouwen mochten lid worden. Het was toentertijd een serieuze hobby. Je moest belijdend katholiek zijn om lid te worden en dat bleef zo tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw. Er werden typisch katholieke stukken gespeeld als bijvoorbeeld ‘De molen van Fatima’. Het was de eerste toneelvereniging in Voorburg. In 1997 werd de naam van de Amateur Comedie veranderd in Theatergroep Voorburg, overigens met instemming van Herman Flaton die toen nog steeds lid was van de groep. Er lag te veel nadruk op het ‘amateur’ in de naam.

Herman Flaton was ook degene die in die beginjaren de groep heeft geregisseerd. In de speellijst prijkt zijn naam vanaf 1948 tot en met 1974 bijna onafgebroken. Andere regisseurs waren onder andere Paul van Gorcum en Gregg Palmer. Tegenwoordig wisselt de regie. Ruud Klootwijk regisseert de groep vaak, onder andere bij deze voorstelling.

Het Forum Theater in de Herenstraat was in de beginjaren het onderkomen voor de voorstellingen. Ook de Dalton Scholengemeenschap werd gebruikt voor voorstellingen. In 1982 werd de ruimte in de Lusthofstraat betrokken. In 2005 moest de groep verhuizen en nam men het huidige onderkomen aan het Burgemeester Feithplein in Voorburg in gebruik. Dat werd het AMCO-theater, een duidelijke verwijzing naar de oude groepsnaam. Daar zit de groep nu nog steeds, het theater is recentelijk verbouwd en heeft onder andere prachtige nieuwe stoelen gekregen die ik al heb uitgeprobeerd. Ze zitten prima.

Er worden drie tot vier producties per jaar gespeeld. De groep telt 28 leden, waarvan de jongste 20 is en de oudste (Paul Abbing) 85. De man-vrouwverdeling is fiftyfifty, dat is bij andere groepen wel anders. De verdeling over leeftijdsgroep is aardig gelijkmatig. Ik spreek vanavond met voorzitter Raymond Roodbol die op zijn twaalfde al techniek deed bij een voorstelling en op zijn achttiende lid is geworden. Paul Abbing is overigens de broer van jubilaris Charles Abbing en is zelf ook al 56 jaar lid van de vereniging. Hij heeft regelmatig de groep geregisseerd. En hij doet in de komende voorstellingsperiode mee aan alle voorstellingen van ‘Ja zuster, nee zuster’ in het ensemble.

Op projectbasis worden ook jeugdvoorstellingen gemaakt. In 2006 was de eerste ´Hilletje Jans´ en in 2015 de laatste ´Buutvrij´. Het is de bedoeling dat er weer jeugdvoorstellingen worden gespeeld.

Charles Abbing

Charles Abbing van Theatergroep Voorburg

De toen zeventienjarige Charles Abbing werd in 1953 aspirant lid van de Vereniging en mocht in 1954 lid worden. Een eenvoudig rekensommetje leert dat hij inderdaad al 63 jaar lid is van de vereniging, maar het zestigjarig jubileum wordt nu gevierd.

De 81 jarige jubilaris heeft in zijn carrière ruim 100 rollen gespeeld en weet zijn eerste tekst nog: “Taxi, hier besteld”. Dat was in ‘Een baby van 1000 weken’, een stuk van Hans Hesna. Ik stel hem ook een vraag op welke rol hij het meest trots is, maar met ruim 100 rollen achter de rug weet hij dat niet goed te benoemen. ‘Met blote voeten in het park’ vond hij een hoogtepunt, maar ook zijn veertigjarig jubileum was prachtig. Dat was ‘De vrek’ onder regie van George van Woerden. In dat stuk heeft hij vier verschillende rollen gespeeld. Hij heeft altijd gespeeld en één maal geregisseerd, dat was bij ´Pinokkio´ in 1985. Hij is nog steeds actief in de vereniging en speelt regelmatig een rol, dan wordt er wel rekening gehouden met zijn leeftijd en de hoeveelheid tekst.

De repetitieavond

Charles speelt in dit jubileumstuk de rol van opa. Het is zijn stukkeuze geweest. In ‘Ja zuster, nee zuster’ kan de hele groep meedoen. Naast de bekende rollen is er ook het ensemble waar de rest van de groep een rol in heeft. Tijdens de verbouwing heeft de groep meer ruimtes gekregen voor repetities, maar die ruimtes kunnen ook bij het speelvlak worden getrokken en dat is nu gedaan. Daarmee is ruimte gemaakt voor een straat en een huiskamer naast elkaar.

Iedereen is vanavond aanwezig en repeteert, daarmee de spelvloer behoorlijk vol makend. Maar er wordt mij verteld dat bij elke voorstelling een groep van acht mensen in het ensemble zit. Het is een doorloop vanavond en daar mag van regisseur Ruud Klootwijk best wat vaart in zitten, meer vaart dan nodig is. De techniek wordt ook uitgetest en dat gaat af en toe wat mis. De versterkers overstemmen de zangers wat niet helemaal de bedoeling is. Ruud loopt heen en weer tijdens de repetitie en dirigeert om de zang goed te houden. De doorloop gaat behoorlijk goed, af en toe hoor ik de souffleur maar niet veel. Ik amuseer me wel en moet me bedwingen om niet mee te gaan zingen met de overbekende liedjes. Vanaf 12 mei wordt er negen keer gespeeld in het AMCO-Theater. In de pauze neem ik afscheid en wens ze toitoitoi, maar het gaat wel goed komen met die voorstellingen.

Dit artikel is gepubliceerd in Haghespel, jrg. 12, nr. 3, april/mei 2017. De foto’s, bewogen en wel, heb ik zelf gemaakt en staan in mijn Flickr photostream.

Vijfentwintig jaar amateurtoneel: jubileum

Vijfentwintig jaar geleden ging ik in op de uitnodiging van een vriendin. Ze wist dat ik graag toneel keek en dacht dat regie-assistente bij haar toneelvereniging wel wat voor mij zou zijn. Dat klopte wel en nu ben ik al jaren lid van Inter Nos, ben regie-assistente geweest en heb veel rollen gespeeld. Dit ‘interview’, een serie vragen die ik zelf mocht invullen, heeft in het maartnummer van Haghespel gestaan.

Wie is Ali Molenaar

Import-Haagse, maar inmiddels woon ik al langer in Den Haag dan ik in mijn geboorteplaats Barendrecht heb gewoond. In het werkend leven ben ik informatiespecialist bij Fugro, een groot internationaal bedrijf dat zich specialiseert in onshore en offshore grondonderzoek.

Hoe ben je met theater in aanraking gekomen?

Op de middelbare school ging ik wel eens naar toneel. Ik vond het leuk om te kijken, maar de kriebel om zelf te spelen was er nog niet. Toen ik op mijn 25ste naar Den Haag verhuisde voor mijn werk raakte ik bevriend met Monica Resowidjojo die toen voorzitter was van Inter Nos. Ik ging natuurlijk kijken bij de voorstellingen. Op een gegeven moment vroeg ze of ik niet regieassistente wilde worden, dat vond ze wel wat voor me. Dat regelen lag me inderdaad wel en ik heb met veel plezier een paar voorstellingen regie-assistentie gedaan en heb ook gesouffleerd.

Wat heeft jou tot zelf spelen aangezet?

Zien spelen doet spelen en daar was wel ruimte voor bij Inter Nos. Ik wilde het een keer proberen om te zien of het iets voor mij was, of dat ik het bij regie-assistentie zou moeten houden. Ik vond het enorm spannend, maar ook ontzettend leuk.

Wat was je eerste rol en hoe beviel die?

Mevrouw Toothe in Alles voor de tuin van Edward Albee. “Dat lijkt me wel een leuke rol”, zei ik toen. Een wel wat makkelijke motivatie voor een meer dan pittige rol. Voor de niet-kenners: mevrouw Toothe was een hoerenmadam. Achteraf gezien had ik als eerste rol misschien beter een kleinere rol kunnen kiezen, maar ik heb er wel de smaak van te pakken gekregen.

Hoe is het verloop van jouw theaterloopbaan tot nu toe geweest?

Ik ben in 1992 bij Inter Nos begonnen, ben daar ook secretaris geweest en ben in 2003 met een aantal vrienden een eigen groep begonnen, Theatergroep Ei. Daar heb ik mijn eerste en enige regie gedaan van Bedden van Dimitri Frenkel Frank. Ei is in 2008 gestopt. We konden met de vier overgebleven leden geen producties meer maken. Toen heb ik een tijdje bij TVO gezeten, maar die vereniging stopte ook. SCAT Cameleon vroeg me voor een gastrol en daar ben ik toen ook weer een paar jaar blijven hangen. Na Cameleon ben ik weer bij Inter Nos terecht gekomen. De voorzitter van Inter Nos, Herman Poelsma, is ook mijn bowlmaatje en hij vroeg me in 2013 voor een gastrol bij Inter Nos. Tijdens die productie – De aangekondigde moord van Agatha Christie – heb ik zo’n lol gehad dat ik weer lid ben geworden. En nu vier ik dus mijn vijfentwintigjarig toneeljubileum.
Verder ben ik in 2000 door Bert van Zeeland bij Haghespel gehaald. Ik ben begonnen als eindredacteur a.i. en ben nu al jaren hoofdredacteur. Veel regelen, kopij verzamelen en schrijven, tegenwoordig wel voornamelijk verslagen van repetitie-avonden en impressies van bijvoorbeeld het Dialogenfestival.

Welke rol was je het meest dierbaar en welke het minst?

Een nogal ingrijpend ongeluk, foto Henk van der MeerHet meest dierbaar was Mathilde in Een nogal ingrijpend ongeluk van Peter Aten. Dat was bij SCAT Cameleon. Prachtig stuk, geweldige regie van Manon Barthels, geweldige medespelers. Ik speelde dat stuk samen met Lies Oldenhof en Lia van Alenburg.
Het minst dierbaar: geen idee, ik heb met ieder stuk waarin ik heb gespeeld wel goede herinneringen.

Welke rol staat nog op je verlanglijstje?

Geen specifieke rol, maar ik zou best wel eens in een stuk van Shakespeare willen spelen. En Koppen dicht (Noises off) van Michael Frayn. Geweldig stuk waar ik een hilarische verfilming van heb gezien met onder andere Michael Caine en Carol Burnett. Ik zou het best graag willen spelen, maar technisch is het enorm lastig om uit te voeren met die twee totaal verschillende decors. Haag heeft het een keer gedaan, en zeker niet onverdienstelijk.

Wat was je grootste blunder op het toneel?

Echte blunders heb ik gelukkig niet gemaakt, maar ik kan me wel een stuk herinneren waarin ik een smetzieke dame moest spelen. Ik legde overal tissues op stoelen voordat ik ging zitten. Ik ben blij dat ik pas veel later te horen kreeg dat die tissues aan mijn jas bleven plakken als ik weer ging staan.

Hoe bereid jij een rol voor?

Lezen, veel lezen. Het verband ontdekken met de andere rollen. Kijken wat de achtergrond is, met wie heeft het personage een band, wat is de sociale achtergrond. Ik heb wel eens een regisseur gehad die ook wilde weten wat de lievelingskleur was van het personage. Zo ver ga ik niet meer. Verder: veel spelen, met elkaar praten hoe de rol in elkaar steekt. En proberen de tekst zo snel mogelijk in mijn hoofd te krijgen, maar tekst uit mijn hoofd leren is niet mijn sterkste punt. Voordat ik het kan dromen ben ik wel even bezig.

Hoe zie jij de toekomst van het verenigingsleven/amateurtoneel?

De bomen met geld reiken niet meer tot in de hemel zoals 25 jaar geleden, maar het is zeker niet hopeloos. Ik zie nog voldoende nieuwe initiatieven en nieuwe groepen ontstaan. Er is zelfs een theatertje bijgekomen. Nee, ik blijf enthousiast over het Haagse amateurtheater. Er is minder geld beschikbaar, maar het is zeker niet zo dat de creativiteit daardoor minder is geworden. Dat lijkt wel juist meer geworden. Iedereen gaat er met volle passie in. Het is wel zo dat je tegenwoordig er hard aan moet trekken om volle zalen te krijgen. Niet alleen omdat er nog steeds veel keuze is aan voorstellingen, maar ook omdat alle voorstellingen geconcentreerd zitten in een paar maanden. Dat was overigens 25 jaar geleden ook al de grootste klacht.

Welk genre theater vind je het meest interessant, en welk genre het minst?

De anti-acteershow, foto: Joost Hubeek

Ik vind alles wel leuk, maar ben niet gek op Russische schrijvers. Op de een of andere manier vallen die stukken me nooit mee. Ik ben gek op musicals, misschien wel omdat ik zelf moeite moet doen om een toon recht mijn mond uit te krijgen. Ik heb Aïda zeven keer gezien. Les Miserables is mijn lievelingsmusical, die heb ik geloof ik drie keer gezien en ik heb ook de filmversie. Naar Soldaat van Oranje ben ik ook al twee keer geweest. Ik ben zelfs zo gek dat ik van veel musicals de Broadway-versie en de Nederlandse versie op cd heb. Met Inter Nos hebben we De Anti-Acteer Show van Michael Green gedaan, daarin kwam ook een stukje opera voor. Ik mocht tot mijn grote vreugde ook zingen.

Heb je een lievelingstoneelschrijver?

Ik ben erg blij dat we bij Inter Nos nu Gebroken ijs van Haye van der Heijden spelen, want dat is toch wel een lievelingsschrijver van me.

Wat zijn je toekomstplannen?

Toneel is leuk. Ik wil blijven spelen en blijven schrijven, niet alleen voor Haghespel, maar ook op mijn eigen site.

Een repetitieavond bij Spelegast

Haghespel, het blad voor het Haagse amateurtoneel, waar ik hoofdredacteur van ben, kent een regelmatig terugkerende rubriek, “Een repetitieavond bij…”. Ik ga dan op bezoek bij een amateurtoneelgroep uit Den Haag en/of omstreken. Een mooie gelegenheid om een groep beter te leren kennen en iets te vertellen over het stuk dat ze gaan spelen. Voor Spelegast was dit een speciale gelegenheid. Dit is het laatste stuk dat ze spelen. Hierna houdt de groep op te bestaan. Het eind van een geschiedenis van bijna veertig jaar.

Op maandagavond ga ik op bezoek bij Spelegast. Het is een bijzondere avond omdat dit de Grande Finale wordt van Spelegast. Dit was een moeilijke beslissing, maar onhoudbaar. De vaste kern van Spelegast bestaat tegenwoordig uit twee mensen, Nel van Someren en Pierre Magnée. Ze hebben om assistentie gevraagd aan de oud-leden en hebben nu een groep bijeengekregen om ‘Af’ van John Chapman te spelen, onder regie van Marian Pankow. Mieke Pauwels, Wim Gerrits, Eveline Coster, Ronald Tellekamp, Hans-Peter Ligthart, Hans de Graaf, Ingrid van de Sande en Nel spelen. Pierre organiseert. Veel van deze mensen spelen nog, maar bij andere groepen. Ingrid en Wim spelen eigenlijk niet meer, maar zijn teruggekomen bij Spelegast voor deze laatste productie.

De repetitie

Voor de repetitie wordt er koffie en thee gedronken en wisselen de spelers trucjes uit voor tekst leren. Ik spits mijn oren, want dat is ook niet mijn sterkste punt. Iedereen heeft zijn eigen manier, blijkt wel weer. Het tweede bedrijf is vanavond aan de beurt en dat wordt de eerste keer dat zonder boekje wordt gespeeld. Dat betekent dat de stem van souffleuse Yvonne Prins-van den Bemt vaak te horen is. Vanwege tekstmissers mag er een paar keer opnieuw worden begonnen, maar dan loopt het beter. Marian vindt dat het goed gaat, maar er moet nog wel een tandje bij. Voor haar zou het in dit stadium finetunen moeten zijn, maar daar gaat het nog te vaak voor mis.

Af van John Chapman

‘Af’ van John Chapman is een stuk in een stuk. Als je zoals ik bij het tweede bedrijf begint, dan is het wel wat lastig dat te doorgronden. Ik mis de introductie nog. In dit stuk lopen werkelijk leven en een toneelstuk door elkaar. De spelers spelen zichzelf, maar ook in een toneelstuk. De titel is overigens veranderd. De oorspronkelijke Engelse titel ‘Will you leave the stage?’ is vrij vertaald naar ‘Af’, een titel die je op meerdere manieren kan opvatten. De spelers discussiëren ook nog over de namen, moeten ze elkaar aanspreken met de toneel- in toneelnamen, of de toneelnamen, of de eigen namen. Die laatste mogelijkheid wordt vrij snel afgeschoten, niemand ziet dat zitten.

Geschiedenis

Na de pauze ga ik met Nel en Pierre apart zitten, want een stukje geschiedenis van een groep die bijna veertig jaar bestaat mag er ook bij.
Spelegast werd opgericht op 3 maart 1978 in Den Haag. De oprichters Ed Venekamp, Wies Pols, Fred Kreiss, Jaap Koning en Ard IJssel de Schepper speelden gezamenlijk bij een andere groep en besloten een eigen groep op te richten. Nel zit er vanaf 1982 bij, Pierre vanaf de oprichting. Nel is nu voorzitter, eerdere voorzitters waren onder andere Jaap Boersma, Henk Postma, Jaap de Die en Kees Klop.
Het eerste stuk was ‘Onder het melkwoud’ van Dylan Thomas. De groep heeft onder andere gespeeld in de theaterzaal van het Congresgebouw, later ook in Diligentia, de Koninklijke Schouwburg, de Rijswijkse Schouwburg, het voormalige Waag theater, Korzo, het Spuitheater en natuurlijk in het voormalige Theater De Poort aan de Paviljoensgracht. Het 25-jarig toneeljubileum is gevierd in theater Merlijn.
2017-02-06 23.26.15In de gouden tijd hebben ze vaak hun nek uitgestoken. Vaak werden er nieuwe stukken gespeeld met onbekende nieuwe regisseurs. In vroege tijden was het relatief eenvoudig om extra fondsen te krijgen voor een productie. De groep speelde gemiddeld twee maal per jaar, met een regisseur uit het professionele of het amateur-circuit. Juist voor de afwisseling is het leuk, een andere regisseur werkt anders, kiest anders en je kan er iets anders van leren. De keuze van het stuk werd bepaald door de leescommissie, maar was vaak ook een keuze van de regisseur. Stukken die gespeeld zijn: ‘Tosca’ (25-jarig jubileum van Noep van den Bemt), ‘De Spaanse Hoer’ (40-jarig jubileum Noep van den Bemt) en ‘Ons kent ons’, waarmee ze naar het theaterfestival in Elsloo zijn geweest. Bij het noemen van de namen en stukken doe je snel mensen te kort omdat er in bijna veertig jaar heel veel regisseurs zijn geweest en ongeveer zeventig stukken zijn gespeeld. Er is een speellijst op de website van Spelegast te vinden.

Het einde

Spelegast is heel lang een bloeiende vereniging geweest, maar het werd heel lastig om jonge mensen binnen de groep te houden. Ook waren er relatief veel ouderen, en dat is helaas een bekend probleem bij verenigingen. Toen de penningmeester vertrok hebben Nel en Pierre de kwestie aan de overige leden voorgelegd. Niemand wilde in het bestuur. Vervolgens is er eerst over fusie met andere verenigingen gesproken maar daar is niets uitgekomen. Uiteindelijk is in onderling overleg besloten nog één keer een stuk te spelen onder regie van Marian Pankow. Ze zijn blij dat zoveel oud-leden mee wilden spelen.
Spelegast heeft van veel leden afscheid moeten nemen. Onder andere Noep van den Bemt, Dorine Levert, Kitty Ivens, die altijd zorg heeft gedragen voor de kleding, en Peter Blumenthal. Mensen met wie ze prachtige producties hebben gemaakt. De groep heeft altijd veel vaste bezoekers gehad en veel donateurs en daar zijn ze dankbaar voor.

Het is wel verdrietig om te bedenken dat dit het laatste stuk wordt. ‘Af’, de laatste productie, speelt 24 t/m 26 maart in Theater De Vaillant. Zondagmiddag wordt het glas geheven op Spelegast.

Dit artikel is gepubliceerd in Haghespel, jrg. 12, nr. 2, februari 2017.
Meer foto’s in mijn photostream en op de website van Spelegast.

Bibliotheekblog: NVA bibliotheek

Op een vrijdagmiddag ga ik op bezoek in de Anemoonstraat in Den Haag bij Rita de Haas. Rita is coördinator voor de NVA-bibliotheek. Deze is gevestigd in een pand waarin onder andere een kinderdagverblijf zit en een repetitieruimte voor drie toneelverenigingen. Deze bibliotheek stelt toneelteksten beschikbaar voor het amateurtoneel en is daarmee uniek voor Nederland. Voor het Haagse amateurpubliek is de bibliotheek wel bekend aangezien er aardig wat toneelspelers als vrijwilliger in de bibliotheek werken. Rita vertelt wel dat het nog steeds voorkomt dat mensen contact opnemen die niets wisten van de bibliotheek.

Geschiedenis

De bibliotheek bestaat eigenlijk al vanaf 1953 en was oorspronkelijk onderdeel van de Stichting NCA. Toen deze stichting in 1997 failliet ging heeft de Nederlandse Vereniging voor Amateurtheater (NVA) de boekenverzameling gekocht en vanuit Amersfoort naar Den Haag gehaald. De bibliotheek werd verder beheerd door vrijwilligers. Vrijwilligers van het eerste uur waren onder andere Hannah Coli, Pierre Magnée, Noep van den Bemt, Jim Keulemans, Annelies van Woerden en Rita de Haas. Later was er ook nog de repertoire-advieslijn die door twee dramaturgen werd bemand.

In 2011 werd de NVA als vereniging opgeheven en dreigde de gehele verzameling teksten bij het grofvuil terecht te komen. Dankzij protesten van de vrijwilligers werd het toenmalig NVA-bestuur gedwongen die ene tak van de NVA over te dragen aan de vrijwilligers wat resulteerde in de NVA-bibliotheek. Er kwam een nieuwe website en een catalogus op internet. De kerntaak van de bibliotheek werd daarmee in stand gehouden. Als service naar de leden is de NVA-bibliotheek de speldjes voor jubilea tegen kostprijs beschikbaar blijven stellen.

20161214_NVA (1)

De bibliotheek verhuisde binnen het gebouw aan de Anemoonstraat naar een andere, grotere ruimte. Daardoor werd het mogelijk bezoekers te ontvangen. Je kan nu op afspraak langskomen en grasduinen in de collectie. Verder repeteren drie toneelverenigingen in deze ruimte.

De bibliotheek wordt in stand gehouden door een groep van ongeveer vijftien vrijwilligers die de boeken uitlenen, de ledenadministratie bijhouden en de website en de catalogus beheren. Voor die catalogus worden onder andere synopsissen geschreven van toneelteksten. Rita is coördinator voor de groep vrijwilligers en geeft samen met Mia Meester ook repertoire-advies.

Collectie

De collectie bestaat momenteel uit ongeveer 20.000 titels, waarvan 4000 studieboeken en naslagwerken. Die worden over het algemeen wel uitgeleend, alleen de grote, zware exemplaren moeten in de bibliotheek worden geraadpleegd. De deelcollectie toneelteksten is afkomstig van bekende uitgevers in Nederland. Ook komen nieuwe teksten binnen via de auteurs of via beroepstoneelgroepen. De bibliotheek heeft een abonnement op de teksten van de Nieuwe Toneelbibliotheek. Het overgrote deel van de collectie is Nederlandstalig of vertaald in het Nederlands. Er zijn wel Engelse en Franse teksten, maar die zijn vrij oud. De bibliotheek schaft teksten aan die voldoen aan de criteria: actualiteit, speelbaarheid, recent gespeeld door beroepstoneel en volgens behoefte van verenigingen. Boeken kunnen besteld worden via internet of telefonisch. Hiervoor moet je wel lid zijn. Er zijn ongeveer 1100 leden.

Toekomstplannen

Er zijn voldoende toekomstplannen. Het ledenbestand moet behouden worden en indien mogelijk groeien. Het plan is een ledenwerfactie te houden onder Hogescholen voor de kunst. Ook wil de bibliotheek meer gaan samenwerken met andere toneelbibliotheken. Zij heeft al een goed samenwerkingsverband met de toneelbibliotheek Open Doek in Vlaanderen.
Digitalisering van de collectie is ook een grote wens en daarvoor werkt men samen met bekende uitgeverijen als de Toneelcentrale en Almo in België.
Ook zijn de vrijwilligers druk bezig met het digitaliseren van een reeds bestaand toneelarchief en het uitbreiden daarvan. Hier worden onder andere recensies, foto’s, programmaboekjes en juryrapporten in opgenomen.

Contactgegevens

NVA-bibliotheek
Postbus 61143, 2506 AC Den Haag
Anemoonstraat 25, 2565 DD Den Haag
E-mail: info@nvabibliotheek.nl
Internet: www.nvabibliotheek.nl
Telefoon: voor informatie, lenen en hulp bij repertoirekeuze: 070-3602994

Verenigingen en personen kunnen lid worden.
Groot lidmaatschap: € 60,- per jaar, 15 boeken tegelijk.
Klein lidmaatschap: € 20,- per jaar, 5 boeken tegelijk.
Er is geen maximum per jaar. De bibliotheek betaalt het opsturen, de leden betalen zelf het terugsturen van de boeken. De leentermijn is zes weken.

We hebben eerder over de bibliotheek gepubliceerd:
NVA bibliotheek jubileert dankzij p(a)rate HVA vrijwilligers. Haghespieghel, 6e jrg., nr. 3, maart 2003

Dit artikel is ook gepubliceerd in Haghespel, jrg, 11, nr. 9, december 2016.

Foto’s van de bibliotheek zijn te vinden in mijn Flickr-photostream.

Zenuwachtig: #WOT deel 38

Ik zou graag zeggen dat ik de rust zelve ben, maar dat is helaas niet zo. Ik ben een zenuwpees. Ik kan me overal zenuwachtig over maken. Ik kan mezelf opvreten over niets. Kom ik op tijd? Kom ik te laat? Kan ik de weg vinden? En ga zo maar even door. Ik heb zeven keer (echt waar) rijexamen moeten doen omdat ik zo’n zenuwpees ben.

Het #WOT woord van deze week is zenuwachtig ~ 1) Angstig 2) Geagiteerd 3) Gejaagd 4) Gespannen 5) Haastig 6) Jachterig 7) Nerveus 8) Opgewonden 9) Onrustig 10) Schutterig 11) Zeer opgewonden 12) Zemelachtig.

Kennen we dit versje? Het wordt vaak toegeschreven aan Nicolaas Beets, maar de schrijver is eigenlijk onbekend.

Een mens lijdt dikwijls ’t meest
Door ’t lijden dat hij vreest
Doch dat nooit op komt dagen.
Zo heeft hij meer te dragen
Dan God te dragen geeft.

Het is een waarheid als een koe. Elke keer als ik me weer te druk maak over iets, denk ik hieraan.

Toneelspelen

Voor zo’n zenuwpees als ik is het dus een beetje merkwaardig dat ik een hobby heb gekozen waarbij mijn zenuwen extra aangesproken worden. Ik speel toneel. Volgend jaar vier ik zelfs mijn 25-jarig jubileum.
Mijn eerste rol was in Alles voor de tuin, van Edward Albee. Een erg gaaf stuk over een vrouw die extra geld voor haar tuin binnenhaalde door de hoer te spelen. En wie speelde er de hoerenmadam? Juist ja. Mijn allereerste rol. Ik heb me meerdere malen afgevraagd waar ik in godsnaam aan begonnen was. De première was het ergste. Mijn maag voelde aan alsof die rondjes aan het draaien was. Ik keek één keer de zaal in, zag vriendinnen op de eerste rij zitten en was prompt mijn tekst kwijt. Maar het ging snel beter. Donderdagavond was de rondjes draaiende maag, op zondagmiddag zat ik tijdens het wachten rustig een tosti te eten. Zenuwen foetsie.

Tegenwoordig ben ik nog steeds zenuwachtig tijdens de voorstelling. Maar dat mag, dat zijn gezonde zenuwen, die houden me geconcentreerd en laten me op mijn tellen passen. Het werkt niet meer verlammend en dat is maar goed ook. We repeteren zes maanden voor zo’n voorstelling. Die tekst leer ik tot ik het in mijn slaap op kan dreunen. Een goede voorbereiding telt wel bij bestrijding van zenuwen. Maar bij elke productie gebeurt het nog wel. Er is minstens één repetitie die zo slecht gaat dat we ons met ons allen afvragen waarom we dit doen. Dan worden we pas zenuwachtig. De keer daarna spelen we meestal de sterren van de hemel en vragen we ons af waar we ons druk over maakten.

Iedere donderdag publiceert @drspee een woord waar je over mee kunt bloggen, vloggen, ploggen of op een andere manier kunt meedoen. WOT betekent Write on Thursday. Het woord van deze week staat hier.

Theater in romans – Mijn Hamlet

Mijn Hamlet! is een roman van Jan van der Mast over het amateurtoneel, waarin de de fictieve Delftse toneelvereniging SSAV (Spelplezier Staat Altijd Voorop) centraal staat. Het gegeven is leuk; de beroepsregisseur en de ‘zuivere’ amateurvereniging, die hen een zwaar stuk als Hamlet wil laten spelen. Hij gooit zijn beroepstermen over de amateurs heen die allemaal net doen of ze hem volledig begrijpen. De spelers daarentegen, allemaal al jaren lid van de vereniging, hebben zo hun eigen voorkeuren, maar laten die niet blijken.
SSAV is een doorsnee amateurvereniging die, bij wijze van spreken, al 100 jaar lang alleen maar slechte kluchten heeft gebracht tot volle tevredenheid van het publiek. Voor het honderdjarige jubileum willen ze een serieus stuk uitvoeren onder leiding van een beroepsregisseur. Op hun advertentie in de Volkskrant heeft de Poolse regisseur Malinowsky gereageerd die met SSAV de Hamlet wil uitvoeren. Hij heeft ambitieuze plannen met het stuk, dat hij daarnaast ook een verborgen agenda heeft, komt SSAV pas achter bij de voorstelling.

Mijn HamletHet leukste van ‘Mijn Hamlet!’ is de herkenbaarheid van het gebeuren. Iedereen die in een amateurvereniging zit heeft wel iets meegemaakt van het beschrevene. Er waren regelmatig momenten in dit boek dat ik zat te schateren van het lachen.
Het verhaal wordt beschreven vanuit het gezichtspunt van één van de leden, maar in feite vanuit de vereniging en beschrijft het repetitieproces en alle complicaties eromheen. Jan van der Mast heeft een prettige schrijfstijl die het boek goed te lezen maakt. Hij wordt enigszins in zijn schrijfstijl gehandicapt door zijn behoefte erg lange zinnen te maken. Zinnen van vier tot zes regels komen vaak voor.
Overigens komen romans over amateurtoneel bij mijn weten niet voor, dus alleen wat dat betreft is het boek al lezenswaardig. Maar het is ook een bijzonder leuk boek.

Mijn Hamlet / Jan van der Mast. – F&N Eigen Beheer, 2005.
ISBN 90-7383833-9

Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

#WOT deel 1: verbinden

Heel wat jaartjes geleden bracht een regisseuse een gastspeler mee voor een rol in ‘Tien kleine negertjes’. Na een half uur verzinnen waar ik de goede man van kende, kwam ik erachter dat hij elke twee weken op dezelfde bowlingbaan als ik bowlde. Daar was dus de verbinding. Niet alleen bowlen bleek een verbindende factor te zijn, ook toneel, tegenwoordig is hij voorzitter en ik ben secretaris van ons cluppie.Bron: Pixabay

Verbinden = aaneenvoegen, binden, combineren, conjugeren, copuleren, engageren, samenbundelen, schakelen, aaneenschakelen, aanhechten, aansluiten, breien, koppelen, liëren, paren, samenvatten, samenvoegen, verenigen, verplichten, omzwachtelen.

Toneel is bij uitstek een hobby die mensen van uiteenlopende pluimage verbindt. We hebben in ons amateurgezelschap onder andere twee onderwijzers, een logopediste, twee ambtenaren, een studente, een accountant, twee gepensioneerden en een bestuurskundige. Ik vind het altijd een mooi ding. Het zijn mensen met dergelijk verschillende dagelijkse bezigheden dat ze elkaar daarin nooit tegen zouden komen, maar door die gezamenlijke hobby elkaar wekelijks ontmoeten en samen iets moois maken. Eén van mijn mede-groepsleden woont bij mij om de hoek, we wisselen dvd-series uit, of gaan met elkaar naar toneelstukken of naar musicals. Het zijn allemaal vrienden geworden, verbonden door een vrijetijdsbesteding.

Iedere donderdag publiceert @drspee een woord waar je over mee kunt bloggen, vloggen, ploggen of op een andere manier kunt meedoen. WOT betekent Write on Thursday. Het woord van deze week staat hier.

 

Uitgebreide hobby*

Maandag na een drukke week, vrije dag en natuurlijk snipverkouden. Natuurlijk omdat ik de afgelopen week met mijn geliefde hobby heb doorgebracht, namelijk toneel. Van de twaalf die op het toneel rondliepen waren er vier verkouden, was er één net verkouden geweest (moi) en liep de rest behoorlijk kans verkouden te worden.
Toneel is een tijdrovende hobby, je kan er de hele week mee bezig zijn. Naast repetities moet er ook aan het decor gewerkt worden, moeten er kostuums geregeld/gemaakt worden en mag er ook wat aan de PR gedaan worden. Bij een amateurtoneelgroep komt dat allemaal op de schouders van de leden van de vereniging. Ook bij mijn toneelgroep Inter Nos, waar ik met een onderbreking al 23 jaar lid van ben. Afgelopen weekend hebben we onze jaarlijkse voorstelling gehad, een speciaal stuk voor het zestigjarig jubileum van de groep. We speelden ‘De anti-acteer show’ van Michael Green. Vier aparte scènes van ongeveer twintig minuten elk, een thriller, een opera, een stukje volkstoneel en een Shakespeare. Vanaf december aan gewerkt en nu in drie dagen achter de rug. We zijn allemaal aan het afkicken. En dat mag niet te lang duren, want in het voorjaar willen we weer een voorstelling op de planken brengen.

Voordat we zo ver waren, moest er eerst veel decor gebouwd worden, werd een complete naaiploeg opgetrommeld en zaten we met zijn vijven om de tafel om te kijken hoe we de PR gingen doen. Oh, en repeteren hebben we ook gedaan. Elke woensdag en ook enkele zondagen in de repetitieruimte in het wijkcentrum, waar we ook hebben gespeeld.

gebreide sjaalRekwisieten moesten er ook komen. De regisseur vroeg me ergens in december of ik kon breien, hetgeen een wat merkwaardige vraag is in een toneelvereniging, maar het kwam wel ergens vandaan. Hij wilde namelijk dat ik in mijn glansrol als kamenierster in de opera niet alleen zou zingen, maar ook zou breien. Ik vroeg hem toen wat ik dan moest breien. Ja, dat gaf niet, het moest lang zijn en het gaf niet als het lelijk was. Ik ben gaan breien, heb aan iedereen wol gevraagd en kreeg die ook in alle kleuren en soorten. Grote stappen snel thuis, dus met naalden nr. 7 en wol voor naalden nr. 4 schoot het aardig op. Na een paar weken deed het geheel – toen al zo’n 60 cm – pijn aan ieders ogen. Dit weekend tijdens de voorstelling heb ik ook gebreid, en dat heeft voor wat gaten gezorgd, want hier en daar heb ik wel een steekje laten vallen, gelukkig niet in mijn tekst.

De grootste vraag wordt wel wat ik er nu mee ga doen. Het is lang, zie de foto: twee en een halve meter breisel. Lang genoeg voor een sjaal, maar heel eerlijk, ook gewoon lelijk. Dat wordt een leuke advertentie bij Marktplaats: in de aanbieding, breisel van ongeveer twee en een halve meter, maar drie keer gebruikt tijdens een toneelvoorsteling. Voor alle doelen bruikbaar, sjaal, wikkelbaar vest of deken voor een heel smal persoon.
*ja, ik heb er al eerder over geschreven in het kader van de wekelijkse WOT