Over stoelen en luchtkokers in de Koninklijke Schouwburg

‘Levenslang theater’ van David Mamet
Gezien dinsdag 17 september in de Koninklijke Schouwburg

De hele zomer heb ik de Koninklijke Schouwburg op twitter gevolgd, normaal is een theater in de zomer erg rustig met twitter, niet deze zomer. De KS was aan een opknapbeurt toe en tweette daar druk over met bijbehorende foto’s. De stoelen zijn vervangen waarbij de zichtlijnen werden geoptimaliseerd, de oorspronkelijke plafondverlichting is in ere hersteld en de vloerbedekking is vernieuwd. Een foto van die vernieuwing liet mij tweeten wat de man in de foto eigenlijk aan het doen was. De KS antwoordde dat de man gaten in de vloerbedekking aan het snijden was voor de luchtkokers. Verder dacht ik er niet meer over na tot ik een Direct Message (DM) kreeg, of ik even wilde mailen als ik de vernieuwde zaal wilde zien. Het resultaat: twee vrijkaarten voor een try-out van ‘Levenslang theater’ met Eric en Beau Schneider, een voorstelling die ik toch al wilde zien, benieuwd als ik was naar de interactie tussen vader en zoon.

Gisteravond was het zover: stoelen: check. Vloerbedekking: check. Zichtlijnen: check. Plafondverlichting: check. Vader en zoon Schneider: check.
Het verhaal: een oude en een jonge acteur gunnen het publiek een blik achter de schermen van het theater. Ze praten in hun kleedkamer over de voorstelling, over andere acteurs en over elkaar. Typische acteursgesprekken vol humor, jaloezie, ijdelheid en twijfel, waarin Beau de jonge, niet zo zelfverzekerde acteur speelt en Eric de oudere ervaren acteur. Een stuk waar zeker Eric even in moest komen, maar een 78-jarige acteur mag van mij af en toe even twijfelen aan zijn tekst. De rest van het stuk boeide mij, je zag het groeiproces bij de jonge acteur en het minder worden en bijna over de top heen gaan van de oude acteur. De nieuwe stoelen en de vloerbedekking waren al snel vergeten. Zoon Beau Schneider speelde goed, zijn zelfverzekerdheid groeide, niet alleen in zijn rol, maar ook in zijn spel. Hij is vooral bekend van ‘Goede tijden, slechte tijden’ dat ik nooit zie, dus ik was niet besmet met het GTST-virus. Een deel van het publiek duidelijk wel, dat waren heel jonge mensen die deels voor het eerst in het theater kwamen.

De conversatie van de twee ongeveer twintigjarige Beau-fans achter ons was onvergetelijk: “Is dit nou hét theater?” “Nee, dit is een theater, de Koninklijke Schouwburg.” “Wat is dan hét theater?” “Misschien het Circustheater. Daar gaan de meeste mensen heen.”
Ach, als ze door GTST naar een theater gaan, is dat alleen maar goed.

Haagse theaters

Dit artikel is bedoeld voor ‘Haghespel’, maar aangezien deze pas eind februari voor het eerst zal verschijnen, hier het artikel in wording, commentaar wordt op prijs gesteld.

In het afgelopen jaar zijn er veel ontwikkelingen geweest met betrekking tot de Haagse theaters, waardoor ook amateurgroepen werden getroffen. Het zijn theaters waar de amateurs ook spelen. Hieronder een samenvatting van wat er gebeurd is en gaat gebeuren met de theaters. De informatie is veelal van de websites en uit nieuwsbrieven gehaald.

Culturalistheater

De exploitatie van het theater wordt vanaf 1 januari 2013 overgenomen door de nieuwe organisatie ‘Stichting Theater aan de Hobbemastraat’. Ook dan kunnen Haagse amateurverenigingen en ad-hoc formaties hun voorstellingen opvoeren in het theater en genieten van de professionele faciliteiten. Het theater zal per 1 maart veranderen van naam: het wordt Theater De Vaillant.
De ontwikkelingen rond de nieuwe ‘Bemiddelingsorganisatie’, waarin het service- en het subsidieloket voor de amateurgroepen een plek gaan krijgen, staan niet stil. Het streven is dat deze taken van Culturalis per 1 maart overgaan naar deze nieuwe bemiddelingsorganisatie: de service en de subsidiering van de amateurpodiumkunsten gaat dus wel door, maar in een andere setting. De stichting Culturalis zelf, zal per 1 maart in liquidatie gaan. Tot aan die tijd blijft Culturalis jouw aanspreekpunt voor advies en subsidie en de organisatie die zich inzet voor het versterken, vernieuwen en zichtbaar maken van Haags talent.

Zeebelttheater

Zeebelt in Den Haag is de plek voor talentontwikkeling van jong professionele makers: eigenzinnige geesten die over de grenzen van hun eigen discipline stappen. Ook amateurtoneelgroepen hebben hier met enige regelmaat gespeeld. Het theater maakt deel uit van De DCR, een kunstencomplex in de oude energiecentrale aan de rand van het centrum van Den Haag. Een bericht op de site meldt dat de doorstart van het Zeebelttheater aan het De Constant Rebecque Plein is mislukt. ‘Per 1.1.2013 zal Den Haag en de DCR in het bijzonder het moeten stellen zonder deze prettig ontregelende ‘luis in de pels’.’

Theater de Regentes

Door stopzetting van de subsidie per 1 januari 2013 ziet Stichting Theater De Regentes zich genoodzaakt per 1 januari 2013 de deuren van het theater te sluiten. Maar voor dit unieke theater komt een doorstart. De Nieuwe Regentes is een culturele ontmoetingsplek met commerciële én artistieke ambities. De Nieuwe Regentes is een zalencentrum dat zich richt op particuliere, zakelijke en culturele markten en klanten. Tegelijkertijd presenteert DNR een beperkte vraaggerichte programmering, is het een kunstenaars(t)huis dat de artistieke kracht van de omgeving toont en inzet, een actief cultuuranker en een horeca hotspot. De Nieuwe Regentes is het culturele hart van de buurt en het stadsdeel, schakel naar het centrum, makelaar tussen vraag en aanbod, brug tussen professional en amateur. Zie http://www.denieuweregentes.nl.

Koorenhuis

De cultuurcentra Culturalis en Koorenhuis gaan hun krachten bundelen in een ‘Nieuw Koorenhuis’. Het Nieuwe Koorenhuis zal bestaan uit een kleine ondersteunende organisatie en een netwerk van zelfstandige of samenwerkende docenten. Deze zijn dus niet meer in dienst van het Koorenhuis. Maurits Haenen wordt de nieuwe directeur van het Nieuwe Koorenhuis, oud-directeur Caroline Wiedenhof kan om gezondheidsredenen haar functie niet meer uitoefenen.

Laaktheater

Voor iedereen die het niet was opgevallen: het Pierrottheater aan de Ferrandweg heeft een nieuwe naam en staat nu bekend als Laaktheater.

De Haagse canon: de toneelcompetitie

Tegenwoordig hebben we in Den Haag de HvA toneelcompetitie, maar deze heeft heel wat voorgangers gekend, niet alleen als competitie, maar ook belangenvereniging voor het Haagse amateurtoneel.

In 1946 werd de eerste toneelcompetitie georganiseerd en wel door de Haagse Amateur Toneel Organisatie (HATO) die in datzelfde jaar was opgericht.
De Combinatie Haagse Amateur Toneelverenigingen (CHAT) werd in 1948 opgericht en was een afscheiding van de HATO. Wedstrijdbeoordelingen zouden hieraan ten grondslag hebben gelegen.
De Federatie Haags Amateurtoneel (FHAT) werd in 1967 opgericht als overkoepelende organisatie voor het amateurtoneel in Den Haag.
Landelijk had je de Nederlandse Amateur Toneel Unie (NATU) die in 1940 werd opgericht en de Bond van Rooms Katholieke Toneelverenigingen, het Werkverband Katholieke Amateurs (WKA) die in 1946 werd opgericht. Deze twee verenigingen fuseerden in 1967 en werden het Nederlands Centrum voor Amateurtoneel (NCA), in datzelfde jaar ontstond de Haagse afdeling HCA.
Daarom waren er twee competities, namelijk van de CHAT, maar ook van de HCA. De verenigingen deden vaak aan beide competities mee. De juryleden zaten soms in beide jury’s. De competities werden per kalenderjaar gehouden.

In 1993 was er al sprake van samenvoeging van CHAT en HCA, zo bleek uit de toespraak van toenmalig HCA voorzitter Koos Borsboom. De bestuursleden kwamen niet op elkaars feestelijke prijsuitreiking. De CHAT competitie telde twee klasses.

Schak en FHAT werden samengevoegd tot Centrum voor Amateurkunst met ingang van 1 januari 1995.
CHAT en HCA gingen in 1995 samen tot de belangenvereniging Haghespel. In de Haghespel van juni 1995 werd een toelichting gegeven op de prijzen van de toneelcompetitie die door het CvA en Haghespel zal worden georganiseerd.
Kennen we ze nog? De 1e prijs Jan Bernard trofee, de 2e prijs het Zilveren Masker, de 3e prijs de Han Driessen trofee. De hoofdrol dames en heren kregen zilveren schalen, de bijrol dames en heren kregen de Tourniaire bekers. De eerste regieprijs was een sculptuur, de 2e regieprijs: Piet Borsboom beker.
De 1e decorprijs was de Ton de Booy trofee, voor een bijzondere prestatie werd de Piet Cornet beker uitgereikt. Prijzen die allemaal waren genoemd naar Hagenaars die bekend zijn uit het amateurtoneel, veelal beschikbaar gesteld door verenigingen of personen.

De CvA-Haghespel toneelcompetitie 2000-2001 was de eerste competitie die een seizoen besloeg in plaats van een kalenderjaar en heeft anderhalf jaar geduurd.
De toneelcompetitie 2002-2003 was de eerste onder de bezielende leiding van Karen-Else Sluizer. Zij zorgde ervoor dat de winnaars een masterclass krijgen aangeboden. De eerste werd door actrice Wil van Kralingen verzorgd. Latere masterclasses waren van Peter Tuinman, Stephan de Walle, Aus Greidanus, Geert de Jong en Peter de Baan.
Het aantal deelnemende verenigingen werd groter. Deze competitie 19, het seizoen erop 23.
In 2005 werd Stichting Culturalis opgericht als opvolger van het Centrum voor Amateurkunst. De toneelcompetitie 2006-2007 zal volledig door HvA worden georganiseerd, Culturalis zal een subsidie verstrekken.
De toneelcompetitie 2006-2007 was het laatste seizoen onder leiding van Karen-Else, die het stokje doorgaf aan Guus Vervaart.
Peter Luiten, voorzitter van HvA, kondigde aan dat het Zilveren Masker (2e verenigingsprijs) voortaan de ‘Karen-Else Sluizer prijs’ zal worden genoemd.

Dit artikel is verschenen in nr. 7 (2009) van Haghespel.

Terug in de tijd – DOSAST

In het kader van werk in uitvoering hier mijn concept-artikel over DOSAST, een Haagse amateurgroep die jaren terug al zachtjes in slaap is gevallen. T.z.t. wordt dit artikel in Haghespel geplaatst.
Waarom DOSAST? Ik heb maanden terug een oproep in Haghespel geplaatst en daar enkele reacties op gehad, onder andere van Gerard Rotteveel, een vriend van me, die in DOSAST had gespeeld en zei er nog wel wat van te weten.
Verdere reacties zijn natuurlijk altijd welkom.

DOSAST (DOor SAmenwerking STerk)

DOSAST heeft ruim 40 jaar bestaan. De groep, opgericht op 27 juli 1951, beleefde in 1993 zijn laatste voorstelling.
Het was een amateurgroep die als zoveel groepen twee stukken per jaar speelde, onder één regisseur. Harry de Jong was niet alleen de oprichter van de groep, maar ook de vaste regisseur en voorzitter van het bestuur.
Harry Heidt was altijd de inspeciënt en verzorgde ook bij elke voorstelling de techniek. De voorstellingen waren vrijwel altijd in het Congresgebouw. Soms was er dan een nazit in Theater De Poort, maar daar zijn nooit voorstellingen geweest. De laatste jaren waren de voorstellingen in verzorgingstehuizen of in de aula van het VCL of in De Haard, het wijkgebouw in de Copernicusstraat. De groep heeft ook diverse malen aan de CHAT-competitie deelgenomen en daar onder andere met de regie van Harry hoge ogen gegooid. Hij zat ook in het bestuur van de CHAT.

Spelers

De spelers zijn uitgezwermd naar andere verenigingen. Anneke Plus, nu al jaren spelend bij De Gezellen, begon bij DOSAST. Gerard Rotteveel, in 1983 via Dindua bij DOSAST gekomen, ging in 1994 naar Inter Nos en speelt nu bij Operettevereniging ODES. Arthur Lutterman, nu spelend bij TVO, is ook een oud-DOSAST speler.
Verschillende spelers van DOSAST, waaronder Frans en Loes Bleijenga, richtten in 1983 toneelgroep Venster op.
DOSAST is nooit officieel opgeheven. Harry de Jong overleed rond 2000.

Gespeelde stukken (niet volledig)
Een bruid in de morgen van Hugo Claus (november 1979)
Liefde is geen speelgoed van Willem van Boxtel (november 1980)
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet van Noël Coward (april 1983)
My fair Lady van Pygmalion (december 1984)
Eigen haard is goud waard van J. Hemmink-Kamp (april 1985)
De kinderen van Eduard van Marc-Gilbert Sauvajon (april 1986)
Getrouwd of niet van Ephraim Kishon (maart 1989)
En krijgen is de kunst van Peter Coke (november 1989)
Miranda van Peter Blackmore (oktober 1991) voor het 40-jarig bestaan
Bloemen voor Barbara van Dick van Maasland (oktober 1992)

Vis Comica

Het is cultuur. Vooruit maar. Ben vanavond naar Vis Comica geweest. Het was niet goed, om het op zijn zachtst te zeggen. Goossen en Moossen in dozen van Nico Edelenbosch. Deze komedie was een beetje oubollig, maar had best leuk kunnen zijn. Het was het niet. Ik heb geen ene keer gelachen. De ene speler was nog slechter dan de andere, er zat geen timing in, er zat geen tekstkennis in, het was eigenlijk niks en dan ga ik nog de recensie schrijven ook.
Zucht……

De recensie in Haghespel, gezien vrijdag 20 juni 2003 in De Poort in Den Haag

Recenseren van een voorstelling is altijd wat dubbel. Je gaat in de eerste plaats naar een voorstelling om een leuke avond te hebben, maar als recensent moet je ook kritisch kijken. ‘Goossen en Moossen in dozen’ van Nico Edelenbosch is een komedie en best wel een aardig stuk, maar helaas heb ik geen enkele keer erom kunnen lachen.

De firma Goossen en Moossen in Dozen staat er bijzonder slecht voor, de laatste vijf jaar wordt alleen in rode cijfers de boekhouding bijgehouden. Toch wordt er een nieuwe secretaresse aangenomen. Eerst komt er een nogal vreemd uitgedoste dame, maar daarna wordt de goede secretaresse aangenomen. Zij blijkt bijzonder inventief te zijn en met rappe tong het bedrijf van de ondergang te kunnen redden. Amor komt om de hoek kijken. Het bedrijf blijkt voor de helft in Amerikaanse handen te zijn. Het einde is zeer verrassend voor Goossen en Moossen.

Helaas valt er wel wat aan te merken. Allereerst de leeftijden. Pas op een laat tijdstip kwam ik erachter dat de beide mannen aardig wat in leeftijd moesten verschillen terwijl de spelers van ongeveer dezelfde leeftijd waren. Meerdere spelers vielen uit hun rol omdat ze afgeleid werden door gelach uit het publiek. Dat mag niet gebeuren. De witjes door gebrek aan tekstkennis waren niet te tellen. De spelers dekten elkaar af. Er zat absoluut geen vaart in het stuk. Het decor was slecht. Een kantoor in geldgebrek hoeft niet luxe ingericht te worden, maar bureaus waren wel leuk geweest. De computer was geloofwaardiger geweest met snoeren eraan. Het publiek vond het wel leuk, getuige het gelach. Enigszins irritant was ook dat er foto’s werden genomen met flits. Had in ieder geval die flits uitgezet. De enige die een beetje leuk speelde was Peggy Beekhuis in de rol van Paula de secretaresse.

Helaas moet Vis Comica nog veel leren.