Een goed voornemen

Januari

“Gefeliciteerd! Je wordt dit jaar achttien!”
Op haar lange donkere vlecht kauwend zat Heleen de mail in de overheidsbox te bekijken. Ze wist dat dit ging komen, vrienden hadden het vorig jaar al gekregen. Zuchtend las ze verder.
“Dit wordt een belangrijk jaar. Vanaf eerste kerstdag mag je namelijk met je goede voornemen gaan werken. Een belangrijke stap in je ontwikkeling tot volwassen burger van dit land!”
Het enthousiasme droop eraf.
“Uit onze gegevens blijkt dat je op school zit, daar zal je extra lessen krijgen om je voor te bereiden op je goede voornemen. Deze lessen zijn verplicht en zullen vanaf februari in je rooster worden opgenomen.”
Extra lessen. Of ze het nog niet druk genoeg had. Volgend schooljaar examenjaar, en dit schooljaar was het met schoolwerk, sport en sociaal leven behoorlijk druk. Ze sloot haar berichtenbox af. Hier had ze nog even geen zin in.

Februari

De eerste voornemenles was in de aula met alle leerlingen die dat jaar 18 zouden worden of al waren. De rector stond voor de groep met een hun onbekende man, die ze voorstelde als de mentor. Deze man mochten ze bezoeken als ze vragen hadden. Ook zou hij deze introductieles geven. Heleen zat weggedoken tussen haar vriendinnen die allen zeker niet aan het opletten waren. Het verhaal ging totaal langs iedereen heen, niemand was geïnteresseerd. De mentor zag eruit alsof hij daar zich totaal niet druk over maakte. Eén opmerking maakte wel iedereen wakker. “Sorry meneer, wat zei u precies?” Eén van de jongens uit haar klas keek bezorgd naar de mentor. “Ik zei, dat als jullie je keus niet invult, de regering voor jullie een keus maakt. Niet iedereen is blij met eens per week koffievisites bij bejaarden.” Hij glimlachte, “Maar het kan natuurlijk iets heel anders worden.”

Maart

“Afgekeurd. Gewoon afgekeurd.” Marieke zat te balen en Heleen schonk thee voor haar in, ze voelde mee. “Ik dacht dat ik het handig deed, door gewoon in één keer dat stomme voornemen in te vullen. Krijg ik een dag later een mail dat het is afgekeurd.” Marieke liet haar hoofd op haar armen zakken. Chocolade, besloot Heleen, dat moest helpen. “Heb jij al wat ingevuld?” Heleen schudde haar hoofd, “ik heb ook echt nog geen idee.” Marieke zuchtte, “Daar gaat het ook helemaal niet om. Het is gewoon onzin. Mijn vader zei dat het allemaal komt door die wormen en maden van Balkenende.” Heleen schoof zwijgend de mok thee naar haar vriendin toe.

April

“Het is toch heel anders dan in onze tijd.” Heleen liep de trap af en hoorde haar tante Dineke. “Wij deden maar wat met dat voornemen. Maar die kinderen van tegenwoordig, zoals Heleen, zijn er het hele jaar mee bezig.” Heleen zakte neer op de trap. Praten over dat voornemen had ze helemaal geen zin in. Automatisch verhuisde het uiteinde van haar lange vlecht naar haar mond. Ze hoorde nu haar vader. “Het is ook niet makkelijk voor haar. Ze is best wel zwaar op de hand, dat heeft ze van haar oma Dineke, daar lijk jij ook op.” Dineke lachte, “Ja, dat klopt wel. Ik herken dat wel. Ze is een binnenvetter. Ik voorspel je, je gaat niet veel van haar horen over dat voornemen tijdens dit jaar.”

Mei

Heleen zat met een saggerijnig gezicht aan de ontbijttafel. “Het punt is, lieve schat, je mag niet verzuimen met die lessen. Ik begrijp dat het niet echt handig is, twee tussenuren en dan die voornemenles, maar misschien kan je alvast huiswerk doen?” Heleen keek haar moeder woedend aan. Stella trok zich er weinig van aan, ze was wel wat gewend van haar dochter. “Dan vraag ik het wel aan pappa!” Haar vader kwam op dat moment binnen. “Wat wil je mij vragen schat?”
“Ik heb vanmiddag twee tussenuren en dan pas die stomme voornemenles en ik mag niet verzuimen van mamma. Van jou wel, hé?” Ze keek haar vader smekend aan. Edwin keek peinzend naar zijn dochter. Zijn vrouw reikte hem koffie aan. Ze had een waarschuwende blik in haar ogen. Edwin nam een slok koffie, zuchtte en zei, “Nee. Je zal er echt heen moeten, het is wettelijk verplicht. Wij kunnen er een boete voor krijgen als je niet gaat. En die gaat dus van je zakgeld af.”
Heleen rende boos naar haar kamer. Stella keek opgewekt naar haar man. “Ik ben trots op je. Gebakken ei of roerei?”

Juni

Edwin klopte op de deur van de slaapkamer van zijn dochter. Er kwam een kort ja uit de kamer. Hij stak zijn hoofd om de deur. Heleen was alleen, gelukkig. “Mag ik binnenkomen?” Heleen keek op. “Tuurlijk pap, wat is er?”
“Nou”, zei Edwin en legde wat kleding op bed, zodat hij op de stoel kon zitten. “Uhm, ik wilde eigenlijk met je praten over je voornemen.” Heleen kreunde. “Ja schat, het moet. Ik heb er een e-mail en een telefoontje over gekregen. Het bureau vertelt me dat je wel bij de lessen bent, maar dat je geen enkele vooruitgang hebt ingevuld. Je moet ze eens per maand invullen. Het is allemaal wel veel ingewikkelder dan toen wij het moesten doen. We waren de eerste lichting. Wij kregen een maand de tijd en een bijeenkomst die niet eens verplicht was. De voornemens waren er ook naar. Weet je dat je oom Joris had ingevuld dat hij goed voor zijn konijn zou gaan zorgen?” Heleen lachte, dat had ze nooit gehoord. “En dat werd nog lastig ook, want het beestje lag dood in zijn hok op 2 januari.” Heleen lag nu helemaal dubbel van het lachen. “Bij de eerste evaluatie had hij dat keurig ingevuld en toen moest hij meteen een nieuw voornemen maken. Hij zit dus nu bij de dierenbescherming omdat hij toen had ingevuld dat hij goed voor dieren wilde zorgen.” Edwin keek ernstig, “ik wil maar zeggen schat, het is belangrijk dat je er goed over nadenkt. Dat je niet blijft zitten met iets wat niet goed voelt. Focus op wat je raakt.” Heleen keek haar vader aan. Af en toe zei hij iets dat ze totaal niet verwachtte. “Dat is het nou juist, pap, ik ben er niet over uit wat me dan raakt.” Haar ogen vulden zich met tranen. Edwin gaf haar zijn zakdoek. “Ik weet zeker dat als je erover nadenkt, jezelf even de tijd geeft, er wel uit komt. Zo ben je. Het moet zich allemaal vormen bij je, maar het komt allemaal goed. De komende twee maanden heb je vakantie. Beloof je me dat je erover nadenkt?” Heleen snoot haar neus. “Ik beloof het pap. Denken. Vooruitgang invullen. Ik zal het doen.”

Juli

Augustus

September

“Yesssssss!” Marieke sloeg met haar hand op de tafel. Heleen schrok ervan. Ze zaten samen in het huiswerklokaal waar ze van de computers gebruik mochten maken. “Het is geaccepteerd! Mijn voornemen! Het is geaccepteerd! Nu hoef ik de rest van het jaar geen lessen meer te volgen. En ik ben van die stomme vooruitgang af!” Marieke was zo blij dat ze Heleen omhelsde en haar een dikke zoen gaf. Vervolgens rende ze naar buiten om andere vrienden te zoeken. Heleen bleef in het lokaal achter en keek op het scherm naar haar eigen vooruitgang. Alles was rood. Ze had nog niets ingevuld.

Oktober

Heleen staarde naar haar computerscherm. Ze had de overheidsbox open en daar stond het. Die genieperd van een mail. Dat ze de vooruitgang niet had ingevuld. Dat het toch echt wel de bedoeling was dat ze het invulde omdat het zou helpen met haar voornemen. Dat ze de enige in haar klas was die nog helemaal niets had ingevuld. Dat ze een gesprek met de mentor zou moeten hebben als ze aan het einde van de maand nog niets had ingevuld. Ze sloot de berichtenbox af.

November

Heleen klopte op de deur. “Binnen” klonk het. Ze liep naar binnen. De mentor begroette haar. “Goedemorgen Heleen, ga zitten, wil je iets te drinken?” Ze schudde haar hoofd. Hij nam thee voor zichzelf en ging ook zitten. “Ik zal maar de deur in huis vallen. Je loopt ernstig achter met je lesprogramma voor het voornemen. Je volgt de lessen wel, maar je vult de vooruitgang niet in. Ik heb nog niets van je gezien. En het is eigenlijk wel belangrijk.” Hij liet een stilte vallen en keek haar aan. Ze zei niets. Het uiteinde van haar lange paardestaart verhuisde automatisch naar haar mond. “Heleen? Het is eigenlijk de bedoeling dat je nu wat zegt.” Hij keek haar glimlachend aan. “Al is het maar dat je het nog niet weet.” Ze zweeg nog steeds. “Moet ik een voorzetje doen? Dat helpt soms wel. Sommige mensen zitten heel groots te denken, terwijl ik vind, verbeter de wereld, begin bij jezelf.” De tranen stonden bij Heleen in de ogen. De mentor gaf haar zwijgend de doos zakdoekjes aan. Ze snoot luidruchtig haar neus. “Ik weet het gewoon niet. Ik kan hele mooie dingen verzinnen en dan denk ik weer, laat maar.” De woorden kwamen er ineens uit bij haar. De mentor pakte een glas water voor haar en zette dat op het tafeltje voor haar neus. “Omdat je het zelf niet goed vindt? Omdat je niet weet wat je ermee moet? Want dat is eigenlijk de bedoeling van die invuloefeningen elke maand weet je. Ermee spelen, erover nadenken. Ideeën tegenover elkaar zetten, tegen elkaar afstrepen. En daar verder mee gaan. De ervaring leert dat het bij de meeste mensen werkt.”
Heleen zakte weg in haar stoel. De mentor keek ernstig, “Ik ben hier om je te helpen. Dat was mijn voornemen namelijk, weet je, mensen helpen. En dat doe ik nu tot mijn grote tevredenheid.”
Heleen keek hem aan, “Daar heb je het. En wat dan? Wat volgt er dan? Leuk zo’n voornemen, maar ik twijfel al het hele jaar erover. Ik heb best wel wat in mijn hoofd, maar het probleem is, niemand vertelt hoe het je nou invulling geeft in je leven.” Ze zat nu echt te huilen. Ze had haar best gedaan, maar blokkeerde volledig. De mentor gaf haar nieuwe zakdoekjes aan, “Dat komt wel. Je kan een heel abstract voornemen hebben en daar op heel vrije manier invulling aan geven. Dat zie je met je oom Joris, met zijn konijn. Hij zit nu bij de dierenbescherming.” Ze keek hem verbaasd aan. “Je oom Joris en ik waren buren in de tijd dat wij onze voornemens moesten invullen.” Hij grijnsde, “Niet iedereen nam het even serieus.” Ze keek hem aan. Hij vervolgde, “het punt is, houd het bij de basis. Je kan wel zeggen dat je de wereld wil redden, maar jij in je eentje gaat dat niet lukken. Dat konijn lukte ook niet, maar je ziet wel waar het je oom heeft gebracht. Op een plek waar hij tot zijn recht komt. Dat gun ik jou ook.” Heleen keek hem aan, de eerste keer in het gesprek dat ze dat deed. Ze knikte, “Ik geloof dat ik er wel uit ben. Dank u wel.”
De mentor lachte, “Graag gedaan Heleen.”

December

Heleen zat peinzend voor haar computer met het voornemenscherm voor haar neus. De deadline was vandaag en het voornemen moest dus echt ingevuld worden. Haar Skype scherm pingde. Ze klikte het scherm omhoog, het was haar vader. “Schat, Dineke en Joris zijn er en tante Dina is meegekomen. Kom je naar beneden?” Op slag keek ze vrolijker, ze was dol op haar tante en oom en tante Dina was een schatje. Altijd grappig om te zien dat haar moeder een beetje bang voor haar was. “Ja, ik moet even snel iets afmaken, want dat kan alleen nog vandaag. Vijf minuten, dan ben ik beneden.”
Beneden keek Edwin in de lachende gezichten van zijn zus en zwager en tante Dina. “Wat nou? Ik mag van mijn dochter niet meer burgerlijk naar de eerste verdieping brullen. Dan maar zo.”
Heleen klikte het Skype scherm weg en knakte vervolgens haar vingers. Tijd voor actie. Zonder te aarzelen vulde ze dat ene hokje in dat ze het hele jaar had weten te vermijden. Ze klikte op verzenden en zwaaide naar het lachende gezicht dat in haar scherm verscheen. “Gefeliciteerd! Je hebt je voornemen ingevuld. We wensen je veel succes met dit voornemen. Vergeet vooral niet nu fijn kerst te vieren met je familie.”
Ze liep naar beneden waar ze tante Dina al hoorde lachen.

Dit kerstverhaal is gepubliceerd op de site van Martha Pelkman op 25 december 2019. Wil je nog meer verhalen lezen? Al mijn verhalen hebben de tag Eigen verhalen gekregen.

Tante Dina

Het was rustig in de trein. Dineke zat naar buiten te kijken. Ze ging naar het kerstdiner van haar broer en schoonzus en er was niets waar ze minder zin in had. Drie jaar geleden was haar broer getrouwd met Stella en het was de eerste keer dat ze geen smoes had kunnen verzinnen voor het kerstdiner. De zielige vriendin smoes werkte dit jaar niet omdat haar vriendin nu samenwoonde en ze dat helaas tegen haar broer had gezegd. Nu moest ze dus naar het opgeprikte kerstdiner van haar snobschoonzus Stella.

Bij haar broer ontdekte ze dat Stella haar snobouders ook had uitgenodigd. “Tineke!” kreeg ze enthousiast te horen van Stella’s vader. “Dineke” zei ze automatisch, ondertussen haar arm recht voor zich uit stekend. Zo kon ze de onvermijdelijke omhelzing vermijden. Stella’s moeder keek ondertussen of ze Dineke nog nooit had gezien. Toen zag ze eindelijk haar broer en schoonzus. Edwin zag er ontspannen en vrolijk uit. Hij wel. Stella gaf haar een paar luchtkussen. Edwin omhelsde haar. “Dineke van me” zei hij, “ik ben blij dat je er bent.” Hij trok haar mee naar de bar en vroeg wat ze wilde drinken. “Cola”, zei ze. Ze kreeg het in haar handen gedrukt. “Dineke” zei haar broer, “Stella heeft een tafelschikking gemaakt en daar kon ik helaas niet tussenkomen. We zijn met zijn zestienen, en jij en een oudtante van Stella zijn de enige eenlingen.”
Ze zuchtte, ze zag het al aankomen. “Ik zit dus naast een stokoude tante, die waarschijnlijk nog doof is ook, dus ik kan kiezen, of helemaal niet praten, of schreeuwen.”
“Nee” zei Edwin, “ze is oud, maar absoluut niet doof en goed bij ook, alleen…”
Hij hield iets te lang pauze. Ze keek hem wantrouwend aan. “Wat? Wat alleen Edwin? Waar zadelt Stella me mee op?”
“Nou” zei Edwin “ik heb haar nog nooit ontmoet, maar ze schijnt wat excentriek te zijn. Stella nodigt haar elk jaar uit, maar ze kwam nooit. En dit jaar wel, tot afgrijzen van Stella. Ze schijnt wat excentriek te zijn.” Hij grijnsde verontschuldigend.
“Dus” zei Dineke, “de maffe tante van Stella komt op bezoek en haar onhandige schoonzusje en die tante kunnen wel naast elkaar zitten? Ik wilde al niet komen. Ik ga naar huis, ik heb hier helemaal geen zin in. Ik had gewoon meteen moeten zeggen dat ik de kerst wel zou doorkomen met stamppot en kerstfilms.”
“Nee” zei Edwin, “want ik vind het veel te leuk dat je hier bent.” En hij pakte haar arm en trok haar mee. “Tante Dina” zei hij tegen een vrouw met grijze krullen gekleed in een paarse blouse en een veelkleurige rok, “dit is mijn zus Dineke.” De vrouw keek wat achterdochtig over de rand van haar brilletje. “We hadden zo gedacht, tante Dina, dat het leuk zou zijn voor u en Dineke om kennis te maken. Jullie hebben zoveel overeenkomsten.” Nu was het Dinekes beurt om achterdochtig te kijken. Was dit Edwins gewone mateloze enthousiasme of meende hij het serieus? Maar ze had geen keus, Edwin trok een stoel naar hen toe en duwde Dineke neer. “Tante Dina, nog iets te drinken? Zal ik nog wat water halen?” En weg was hij weer, Dineke enigszins beduusd achterlatend.

“Zo” zei de grijze dame, “je bent Edwins zus? Ben je net zo’n wervelwind als die jongen?” Dineke kreeg geen kans te antwoorden, want daar was Edwin al weer. “Dames, alsjeblieft, een glas water voor tante Dina en ik heb een bordje met heerlijkheden voor jullie verzameld. Dineke, ik heb zalmsoesjes voor je, die vind jij zo lekker. Veel plezier dames.” En weg was wervelwind Edwin. Totaal overdonderd zat ze in haar stoel en propte een zalmsoesje in haar mond. “En” zei tante Dina, “wat heb jij verkeerd gedaan dat je hier moest komen opdraven?”
Ze propte van pure verbazing een tweede zalmsoesje in haar mond. Tante Dina wachtte rustig af en pakte ondertussen een ober bij zijn arm. Een ober! Voor het snobkerstdiner van haar snobschoonzus! “Zou je een schat willen zijn en twee witte wijn willen regelen?” Met een glimlach stuurde ze de jongen naar de bar. Dinekes ogen popten ongeveer uit haar hoofd. “Ja, van je schoonzus krijg ik water, en je broer is daar automatisch mee doorgegaan, maar hoeveel water kan een mens hebben?” Ze pakte een toastje met filet van het bord. Twee glazen met wijn werden neergezet op het tafeltje tussen hen in. “Mijn zielige vriendin” kon Dineke eindelijk uitbrengen. Vragend keek tante Dina haar aan. “Ik heb de afgelopen drie jaar mijn vriendin als smoes gebruikt. Ze kan niet alleen zijn met de kerst en we brengen hem dus samen door. En dit jaar ging ze samenwonen. Ik heb de fout gemaakt dat aan Edwin te vertellen en toen hing ik. Ik kon zo snel geen nieuwe smoes bedenken.” Tante Dina glimlachte. Dineke ging door “Ik heb Edwin eigenlijk nooit verteld dat we alleen eerste kerstdag met zijn tweeën zijn en de tweede allebei in eigen huis zitten met de restjes van de eerste dag en een kerstfilm.” Tante Dina lachte nu voluit. “Ik ben meestal op een cruise in de kerstvakantie” vertelde ze, “maar ja, dan moet je wel op tijd boeken. Stella’s moeder kwam het te weten en voor ik het wist werd ik verplicht hier te komen.” Ze pakte de twee glazen en gaf er één aan Dineke, “proost, op zielige vriendinnen en cruises.” Dineke nam een enorme slok en verslikte zich prompt in de wijn. Dina klopte haar op haar rug. “Rustig aan, kleine slokjes. Stella koopt gelukkig geen bocht van de Hema, dus we zijn goed voorzien.”
“Ik drink eigenlijk heel weinig” zei Dineke. “Ik hou het hier wel bij.”
“Welnee kind, een kerst waarbij je niet kan doen wat je zelf wil, moet je leuk maken. Bij voorkeur met de drank van een ander.” En tante Dina nam nog een slok.

Wervelwind Edwin kwam langs rennen. “Dames, we gaan aan tafel, komen jullie ook? Er staan naambordjes bij de borden.” En weg was hij weer. Tante Dina stond op en bood Dineke een arm aan. Ze schoven aan. Het verste hoekje was voor hen. Een grote plant naast tante Dina die aan een hoofdeinde zat, en een pilaar naast Dineke, hen effectief afschermend van de rest van het gezelschap. Tante Dina lachte en zwaaide naar Stella die aan het andere hoofdeinde zat. “Kijk, de lastige gasten hebben hun eigen hoekje. Heeft als voordeel dat niemand ons in de gaten houdt. Vertel eens wat over jezelf kind. Waarom denkt Edwin dat we zoveel overeenkomsten hebben?” Dineke keek voor het eerst tante Dina echt aan. “Ik heb eigenlijk geen idee. Hij vertelde dat wij tweeën de enige eenlingen zijn en dat we daarom naast elkaar zitten. Maar verder?”
“Hij is ouder dan jij?”
“Ja, zes jaar, hij is altijd al beschermend geweest, maar onze ouders zijn een paar jaar geleden kort na elkaar overleden en sindsdien is het helemaal erg. Hij belt elke week op en wil dan weten hoe het met me gaat en of ik niet eenzaam ben. Ik kan mezelf best wel redden, ook zonder lastig vriendje, want dat wil hij dan ook weten. Of ik nog geen vriendje heb.” Dineke trok een gezicht.
Tante Dina zei, “ja, het is makkelijker als je een man hebt, of weduwe bent zoals ik. Nog veel makkelijker, niemand verwacht op mijn leeftijd dat ik nog een vent oppik. Mijn man is twintig jaar geleden overleden en liet me toen beloven dat ik het leven zou vieren. En dat heb ik wel gedaan. Alles uitgeprobeerd, tot ergernis van Stella’s moeder die de erfenis voor haar neus ziet verdwijnen. Maar dat is niet mijn probleem.” Ze lachte en nam een slok wijn. De ober zette de eerste gang voor hun neus. Dineke trok haar neus op. Vissoep. Wat een vreselijke geur. Tante Dina zag het en hield de ober tegen. “Zou je die soep kunnen weghalen? We houden er geen van beiden van.”
De ober haalde de borden weg en Dineke lachte dankbaar. “Edwin weet wel dat ik vissoep niet kan uitstaan, maar Stella heeft zelfs nooit gevraagd wat ik lekker vind.”
“Ik hou niet van soep, punt, dus van mij mocht het meteen weg. Vertel eens kind, wat doe je in het dagelijks leven?” Dineke vertelde over haar werk in een bedrijfsbibliotheek waar ze de enige informatiespecialist was.

Toen Edwin tien minuten later kwam inspecteren hoe met Dineke en tante Dina was, lagen de twee net dubbel over een verhaal dat tante Dina aan het vertellen was. “En dan zit je op zo’n cruise in de Middellandse zee en dan lopen drie van die obers zich te pletter voor je” giechelde tante Dina en veegde haar bril schoon aan haar veelkleurige rok. “Dat is wat hoor, als je midden 70 bent en er lopen nog drie van die jongens achter je aan.” Dineke veegde haar neus af aan haar servet en nam nog een slok wijn. “Dineke, zou je dat wel doen?” vroeg Edwin bezorgd, zijn zus kennende.
“Ja, dat zou ik zeker wel doen” vertelde Dineke haar broer en giechelde, “en ja, ik ben aangeschoten en het kan me geen moer schelen.” “Ja maar schat, we zijn pas bij het voorgerecht.” Hij zag nu pas dat de dames geen van beiden een bord voor zich hadden en herinnerde zich meteen dat zijn zus niet van vissoep hield. Met moeite hield hij een vloek binnen en trok het bord met hapjes naar zich toe. “Eet in ieder geval wat van de hapjes, straks krijg je het hoofdgerecht.”
Tante Dina klopte hem op zijn hand. “Het komt allemaal wel goed Edwin, we amuseren ons hier wel.” Dineke kreeg een giechelaanval. “Zalmsoesjes in plaats van soep.” Ze gooide er eentje op en probeerde die op te vangen in haar mond. Mis. Natuurlijk. Ze rolde bijna van haar stoel van het lachen. Edwin pakte het soesje van de grond en legde het ding op een servet. “Schat, zal ik wat water voor je halen?”
“Edwin, ga, ik zorg wel voor je zus” en tante Dina dirigeerde met de ene hand Edwin weg en met de andere hand wenkte ze de ober, die vrolijk de glazen weer kwam vullen.
Dineke hikte nu. “Even je adem inhouden schat.” Het zorgde voor een nieuwe giechelaanval. De hik was meteen weg. Maar nu drupten plotseling tranen over Dinekes wangen. Tante Dina zei niets, maar pakte een zakdoek uit haar tasje en depte de tranen weg. “Wat is dat nu, schat?” Dineke snufte. “Ik herinnerde me ineens hoe we vroeger thuis kerst vierden. We mochten allebei vertellen wat we het liefste aten. En dan kregen we stamppot, want daar was ik gek op. Edwin wilde aardbeienijs. En ik was jaloers toen hij achttien werd, want toen mocht hij wijn drinken. Toen werd ik achttien en ik werd misselijk, omdat ik te veel wijn dronk.”

Tante Dina pakte Dinekes hand. “Het is ook vreselijk dat je ouders al zo jong zijn overleden, kind. Je mist ze, dat is kerst, je mist de mensen die je lief hebt.” Dineke keek tante Dina aan met betraande ogen en legde haar andere hand over hun beide handen. “En uw man? Mist u hem? Mocht u uitkiezen wat u at met de kerst?” Tante Dina lachte. “Hij is degene die is begonnen met de cruises, we zaten meestal op een schip en boden elkaar een cocktail aan. En ik mis hem. Drie van die obers, het is leuk, maar niet hetzelfde als mijn man.” Ze zuchtte. “Maar uiteindelijk moet je er toch zelf wat van maken. Daar moeten we zelf voor zorgen, dat we geen zielige vriendinnen worden.”
Dineke bloosde, ondanks de tranen. Tante Dina had het door, want wie was de zielige vriendin? Dineke had het altijd heel leuk gevonden dat haar vriendin met haar kerst vierde, en nu dat was afgelopen nu ze samenwoonde. Edwin was zo lief om haar uit te nodigen, maar Stella was haar duidelijk liever kwijt.
“Weet je wat?” zei tante Dina en ze lachte. “Ik weet dat als je hier de straat uitloopt, bij een heel leuk restaurant komt. Ik denk dat we daar beter zitten dan hier achter de pilaar.”
“Dat kunnen we toch niet doen” zei Dineke verschrikt. “Je zal eens zien wat we allemaal kunnen als we het gewoon doen” zei tante Dina.
Tien minuten later kreeg Edwin een appje van zijn zus: “Zitten in het restaurant, hebben net een cocktail besteld. In het nieuwe jaar gaan wij tweeën stamppot en aardbeienijs eten. Je bent een lieverd.”

Dit kerstverhaal is gepubliceerd op de site van Martha Pelkman op 25 december 2018. Wil je nog meer verhalen lezen? Al mijn verhalen hebben de tag Eigen verhalen gekregen.