Ik ben dol op science fiction en toen ik in de little free library bij mij in de buurt drie boeken van Murray Leinster tegenkwam, nam ik ze meteen mee. Het was namelijk een complete trilogie, Sabotage 1: ruimteplatform, Sabotage 2: pendeldienst en Sabotage 3, ruimtestation.
Murray Leinster
Murray Leinster was een pseudoniem van William Fitzgerald Jenkins, een Amerikaanse schrijver van science fiction en alternatieve geschiedenis. Hij schreef meer dan 1500 korte verhalen en artikelen, veertien filmscripts en honderden radio- en televisiescripts. In 1956 won hij een Hugo award voor zijn novelle Exploration Team. Deze trilogie stamt uit de jaren vijftig. Deel 1 en deel 2 zijn in 1953 gepubliceerd, deel 3 in 1957. Deze Nederlandse vertaling is in de jaren zeventig gepubliceerd.
Drie keer sabotage
De Nederlandse uitgever heeft er voor gekozen om Sabotage in de titel op te nemen en daar draait het ook wel om. Deel 1 start met de vliegreis van Joe Kenmore, een ingenieur die gyroscopen heeft gemaakt voor “het belangrijkste voorwerp dat er op aarde werd gebouwd”. Dat voorwerp blijkt een ruimtestation te wezen, maar voordat het station in de ruimte hangt zijn we wel een paar sabotagepogingen verder. En daarmee is het niet afgelopen. In deel 2 redt Joe met zijn vrienden het ruimtestation als het in de lucht hangt. In deel 3 is er een station op de maan gevestigd en redt hij dat station. Hij heeft het er maar druk mee.
Jaren vijftig
Ik was nieuwsgierig geworden omdat de boeken zo lang geleden geschreven zijn. Overleeft 65 jaar oude science fiction de huidige wetenschap? Van wetenschap weet ik te weinig om dat te beoordelen, maar van ruimtevaart weet ik wel iets dank zij een jeugdige fascinatie met de ruimte. De ruimtereizen en het omgaan met de ruimte zijn aardig authentiek, voor zover ik kan nagaan. Wat het leuk en gedateerd maakt is de inrichting van het ruimtestation, natuurlijk gedaan door een vrouw. De geliefde van Joe, Sally, heeft de hele inrichting ontworpen met een complete keuken waar de ruimtevaarders mogen koken, bedden met een ronde opblaasbare matras en ook asbakken. Tegenwoordig weten we wel anders natuurlijk. En wat het ook leuk maakt, de beschrijving van de tv-shows die vanuit het maanstation worden uitgezonden, inclusief verwende vrouwelijke presentator. Maar de sabotagepogingen bijvoorbeeld worden ongeloofwaardig op het moment dat beschreven wordt dat de koepel van het maanstation eenvoudig opengesneden kan worden met een mesje. Kom, geen ondoordringbare kunststof? Dat was nou niet bepaald spannend.
Motivatie
Bij science fiction vind je die nieuwsgierigheid van de mens, wat is er achter de volgende berg? En in deze boeken, ergens in de Koude Oorlog tijd spelende, is dat hetzelfde. Het ruimtestation, ontwikkeld om verder te gaan in het onderzoek met atoomenergie dat te gevaarlijk wordt geacht om op aarde te doen. Al in die tijd is men zich ervan bewust dat de voorraden kolen en olie beperkt zijn en dat er andere bronnen van energie moeten komen. En die komen er ook in deze boeken, genoeg voor een reis naar Mars, waarvan we in 2018 weten dat het nog steeds toekomstmuziek is.
Was het wat?
Laat ik voorop stellen dat ik de boeken met best wel wat plezier gelezen heb, maar het waren absoluut geen meesterwerken. Het kan aan de vertaling liggen, maar “woedend” was de enige mogelijke emotie. De personages waren op zijn best van bordkarton. De romance tussen Joe en Sally was lief, maar in drie boeken zijn er drie kussen uitgedeeld. De eeuwige liefde zag ik niet tussen die twee. De vrienden van Joe zijn cliché’s, hoewel het dan wel weer opvallend is dat één van die vrienden een dwerg is. En wat in alle boeken volslagen onduidelijk is, wie die vijanden dan wel zijn die zoveel moeite doen om het ruimtestation en het maanstation te saboteren.
Murray Leinster, Space Platform, Space Tug, City on the Moon. – 1953-1957.
Nederlandse vertaling, Haren: Luitingh, 1972