Anna Karenina deel 3 en 4 #wijlezenanna

anna kareninaDoor omstandigheden – ik was op vakantie – kon ik geen blog schrijven over deel 3, daarom schrijf ik er nu één voor de delen 3 en 4. Ik wilde op vakantie niet de hele dikke Huismans meenemen en kon aan een e-book versie van een Engelse vertaling komen. Dat was de vertaling van Richard Pevear en Larissa Volokhonsky, dit schijnt één van de betere Engelse vertalingen te zijn en is heel goed leesbaar. Ondertussen had ik ook nog de vertaling van Hans Boland gereserveerd bij de bibliotheek, en die kwam deze week binnen. Mooie gelegenheid de vertalingen te vergelijken. Persoonlijke handicap: het is al een tijdje geleden dat ik deel 3 en 4 gelezen heb en het kost wat moeite. Dus ditmaal weinig samenvatting in het kader van: dat hebben anderen al gedaan en veel citaten want daar had ik wel notities van gemaakt.

Deel 3

Het viel niet mee, en dat heb ik gelukkig ook gelezen bij andere bloggers, want het is een uitgebreid stuk met onder andere Lewin die diep in het landleven zit en met zijn arbeiders op het land werkt. Voor mij persoonlijk eigenlijk wel het meest oninteressante deel van het boek. Het laat wel zijn denkbeelden over arbeid zien. “Het was alles verdwenen in de zee van vreugdevolle, gemeenschappelijke arbeid. God heeft de dag, God heeft de kracht geschonken. En de dag en de krachten werden aan de arbeid gewijd en in die arbeid zelf lag de beloning. Voor wie er gewerkt werd, en welke vrucht dit werk voortbracht, dat was niet belangrijk en deed niet ter zake.” (p. 320, Huismans) En dan Karenin die geconfronteerd is met zijn vrouw die vreemd is gegaan met Wronsky. Hij denkt na over scheiding, maar ziet op tegen het schandaal dat daaruit voort kan komen. Hij komt tot de conclusie dat er maar één mogelijkheid is: “haar bij zich houden, alles voor de wereld verbergen en alle binnen zijn bereik liggende maatregelen nemen om aan de liaison een einde te maken en vooral – al wilde hij zichzelf dat niet bekennen – om haar te straffen.” (p. 328, Huismans)

Deel 4

En hier kwam ik toch wel de schattigste liefdesverklaring aller tijden tegen en dat was de scène waarin Lewin en Kitty aan de tafel zitten en daar op het groene kleed van de kaarttafel met krijt zinnen schrijven. Alleen met de beginletters van de woorden. Het is werkelijk fantastisch dat ze elkaar begrijpen. Maar ik zie die twee naast elkaar zitten en helemaal verliefd worden. De drie versies onder elkaar.

“For a long time he could not understand what she had written and kept glancing in her eyes. A darkening came over him from happiness. He simply could not pick out the words she had in mind; but in her lovely eyes shining with happiness he understood everything he needed to know! And he wrote three letters. But she was reading after his hand, and before he finished writing, she finished it herself and wrote the answer: ‘Yes.’” (Pevear/Volokhonsky, deel 4, hoofdstuk 13)

“Lange tijd kon hij niet begrijpen wat zij geschreven had en telkens weer keek hij haar aan. Het duizelde hem van geluk. Hij kon onmogelijk de woorden vinden, die zij bedoeld had, maar in haar mooie, van geluk stralende ogen las hij alles wat hij weten wilde. Hij schreef drie letters, maar hij was nog niet klaar met schrijven, toen zij het al achter zijn hand gelezen had, het zelf afmaakte en er het antwoord bij schreef: ‘Ja'” (Huismans, p. 462)

“Het duurde lang eer hij begreep wat er stond. Hij probeerde telkens het te raden door haar diep in de ogen te kijken. Hij was helemaal versuft van geluk. De woorden die ze bedoelde kon hij maar niet op een rijtje krijgen, maar in haar verrukkelijke ogen, die schitterden van geluk, stond precies te lezen wat hij moest weten. Toen schreef hij zelf vier letters neer. Maar voor hij zover was had zij het krijtje al gepakt en het antwoord opgeschreven: ja.” (Boland, p. 498)

Anna en haar kind

En laten we Anna niet vergeten, want zij bevalt van een meisje dat ook Anna wordt genoemd, maar wordt ernstig ziek. De Engelse term puerpural fever zorgde bij mij voor verwarring, maar ik bleek goed gegokt te hebben: kraamvrouwenkoorts. Het zorgt er wel voor dat Karenin naar zijn vrouw komt. Hij vergeeft zijn vrouw en stuurt Vronski weg. En zoals Lalagè al zegt in haar blog, het is een cliffhanger, want wat gaat Anna doen?

Mijn besprekingen van dit boek zijn te vinden onder één tag op mijn blog: Anna Karenina. Op de site van Lalagè, onder andere bij haar blog over deel 4, kan je de andere lezers ook vinden.

Theater in romans: Genuine Lies

Genuine Lies

Hollywood actrice Eve Benedict, was jarenlang de grande dame van het witte doek. Tijdens haar carrière van bijna vijftig jaar heeft ze twee Oscars gewonnen. Ze is vier maal getrouwd geweest en heeft de nodige minnaars gehad. Nu is ze eindelijk bereid haar levensverhaal te vertellen. Julia Summers, een gerenommeerd journaliste wordt hiervoor gevraagd. Julia verhuist met zoontje Brandon naar Californië. Paul Winthrop is Eves stiefzoon en een gevierd schrijver. Julia’s komst zint hem niet en hij lijkt Eve en Julia koste wat kost te willen dwarsbomen.

Leeservaring

genuine liesIk ben groot fan van Nora Roberts. Ze heeft een enorme hoeveelheid aan romans geschreven die uitstekend leesbaar zijn. Ze schrijft onder andere romances, waar dit boek onder zou kunnen vallen. De romance tussen Julia en Paul zit er natuurlijk vanaf de eerste bladzijde aan te komen. We krijgen het nodige over Julia te horen, onder andere dat ze geadopteerd is en dat haar ouders zijn overleden. Haar tienjarige zoon Brandon is geboren toen zij achttien jaar oud was. Ze heeft nooit verteld wie de vader was. Maar waar het echt over gaat in dit boek is de biografie van Eve. Eve wil alle geheimen uit haar leven erin hebben. En daar worden de mensen uit haar omgeving niet blij van. Tijdens haar onderzoek naar Eve komt Julia heel veel dingen tegen die mensen het liefst verborgen zouden willen houden. Iemand laat briefjes met bedreigingen voor haar achter. En Eve heeft ook voor Julia de nodige geheimen. Het boek is geschreven in 1991 en dat merk je aan sommige dingen. Mensen die roken bijvoorbeeld. In latere boeken van Nora Roberts kom je dat niet meer tegen. Julia die haar aantekeningen gewoon met pen en papier maakt. De computer die nog niet zo ingeburgerd is. De beschrijving van de sportkleding van Eve en Julia, ze dragen “leotards”, denk de gympakjes van de jaren tachtig. Wat helemaal niet 1991 is, is de seks in het boek. Af en toe denk ik wel eens, hallo, voorbehoedsmiddelen, condoom? We hebben het hier wel over een tijd waarin de aids-angst hoogtij vierde. Maar het is wel typisch Nora Roberts die vrij makkelijk schrijft over seks. Ook dit boek was weer zeer aangenaam om te lezen.

Theaterconnectie

Eve is actrice en heeft een carrière van bijna vijftig jaar achter de rug. Als 67-jarige is ze nog steeds aan het werk, nu als actrice in een mini-serie. Ze heeft ook in het theater gestaan. Het is voor haar belangrijk. “For Eve, there was nothing quite like filming to jolt the mind and body to full alert.” Een actrice in hart en nieren.

Nora Roberts

Nora Roberts is de schrijfster van meer dan 200 boeken. Dat zijn onder andere romances, thrillers en fantasy. Titels van haar zijn onder andere Come Sundown, The Obsession, The Liar. Veel boeken van haar worden als serie gepubliceerd. Ze heeft als  J.D. Robb 48 boeken geschreven in de futuristische In Death series. Dit boek is in Nederland vertaald als Droomwereld, hetgeen een wat cliché titel is vergeleken met Genuine Lies, echte, ongeveinsde leugens.

Genuine Lies, Nora Roberts. – Bantam, 2010, first published 1991.
ISBN 978-0-5533-8642-4
Meer boeken waarin theater een rol speelt? Kijk op mijn boekenpagina.

Anna Karenina #wijlezenanna deel 2

Het tweede deel van dit meesterwerk van Leo Tolstoj dat we op initiatief van boekenblogger Lalagé lezen. Leo Tolstoj heeft Anna Karenina oorspronkelijk als vervolgverhaal in een tijdschrift gepubliceerd en daaraan is het wellicht te wijten dat zeker dit tweede deel voor mij redelijk gestructureerd overkomt.

Deel 2

Dit begint met een relaas over Kitty die ziek is geworden. Het wordt niet uitgesproken wat ze heeft, maar het lijkt een combinatie van liefdesverdriet over Wronski en schaamte. Het is voor haar duidelijk dat Wronski verliefd is op Anna. Ze gaat met haar ouders naar een kuuroord in Duitsland.

Lewin

Lewin is teruggekeerd naar zijn boerderij en probeert Kitty te vergeten. Hij gaat aan het werk, wat niet gesmeerd gaat overigens. Stepan komt op bezoek bij Lewin. Hij wil onder andere zijn bos verkopen. Volgens Lewin laat hij zich bij de neus nemen en had hij zich door hem moeten laten adviseren. Stepan is zakelijk gezien niet heel slim. Stepan vertelt dat Kitty niet getrouwd is en dat ze in een kuuroord in Duitsland zit.

Anna en Wronski

Anna en Wronski ontmoeten elkaar in het uitgaansleven van Petersburg, zoveel dat er over wordt gepraat. Haar man heeft in eerste instantie nog niets in de gaten. Ze is verliefd, tot vreugde van Wronski die totaal niet nadenkt over de gevolgen. Uit het zeer omfloerste verslag in hoofdstuk 11 komt het naar voren: de twee zijn met elkaar naar bed gegaan. Geloof ik. Later komt de aap uit de mouw en vertelt ze Wronski dat ze zwanger is, hij wil dat ze haar man verlaat. Zij aarzelt vanwege haar zoon. Bij een paardenrace waar Wronski aan meedoet wordt het voor iedereen wel duidelijk, zeker voor Karenin: Anna houdt van Wronski en ze bekent haar schande aan haar man.

Kitty

Zij vertrekt met haar ouders naar een kuuroord in Duitsland en maakt daar kennis met Warenka, een jonge vrouw. Zij is de bediende van een zieke vrouw. Kitty raakt – bijna – verliefd op Warenka lijkt het. De invloed van haar vader zorgt ervoor dat ze anders over haar gevoelens gaat denken. De familie keert terug naar Rusland. Kitty is genezen.

Gevoelens

Tolstoj heeft een omfloerste, negentiende eeuwse manier om over gevoelens te praten. Naar mijn mening verwarrend, niet duidelijk te onttrekken aan de zinnen in dit boek. De vrouwen kunnen heel emotioneel zijn, de mannen zijn meer zakelijk. Ik ben in complete verwarring over de scène in het elfde hoofdstuk, gaan ze nou met elkaar naar bed of niet? En dan de gevoelens van Kitty over Warenka, Kitty lijkt verliefd, maar een lesbische liefde in het Rusland van de negentiende eeuw lijkt me niet mogelijk.

Structuur

Dit tweede deel geeft een duidelijke verdeling over de personages. Anna, Kitty, Lewin, ze krijgen allemaal eigen stukken. Dan het verhaal over de paardenrace dat eerst uit het standpunt van Wronski wordt verteld en dan uit het standpunt van Anna. Het maakt vooral de gevoelens van Anna duidelijker. Ook omdat een deel van dat verhaal ook door Karenin wordt verteld. Voor hem wordt het alsmaar duidelijker dat zijn vrouw iets aan het doen is dat zijn eer aantast. Dit deel is voor mij zeer interessant en maakt me alleen maar nieuwsgieriger naar het volgende deel. Mijn bespreking van het eerste deel vind je hier.

Tussen Apoera en Oreala, een boek voor #MSL2018

September is de Maand van de Surinaamse Literatuur #MSL2018, het is een initiatief van boekenblogger Jannie.

Tussen Apoera en Oreala

Twee indianendorpen in de regenwouden van Suriname en Brits Guyana vormen het toneel van een hartverscheurend liefdesverhaal. Sathobang en Kolâsji zijn elkaars grote liefde maar worden uit elkaar gedreven door een tragische gebeurtenis. Hun zoon Sasamali sterft terwijl hij als rubbertapper in de binnenlanden werkzaam is. Sathobang, geboren en getogen in Apoera houdt de oude Arowak godsdienst aan. Kolâsji is als jongen opgegroeid in een christelijk internaat in Georgetown. Verteerd door schuld en spijt scheiden hun wegen. Kolâsji belandt in de armen van een andere vrouw.

Kolâsji en Sathobang

Tussen Apoera en OrealaHet verhaal speelt zich af in Suriname rond de rivier de Corantijn, de grens tussen Suriname en Brits Guyana. Kolâsji en Sathobang wonen in Apoera in Suriname en voeden samen hun kleinzoon Binali op. Zijn ouders zijn beiden overleden. Kolâsji is christelijk opgevoed op een internaat in Georgetown in Brits Guyana, maar gebruikt nog steeds de oude Indiaanse kennis van zijn vader. De twee culturen zijn gemengd in zijn leven. Sathobang heeft nooit wat op gehad met het christendom en houdt haar oude godsdienst aan. Ze hebben er regelmatig ruzie over, zoals over de mierenproef die Binali zou moeten ondergaan, zijn rite naar de volwassenheid. Kolâsji vindt het onzin en wil het absoluut niet, Sathobang wil het wel en drijft haar zin door. Het zorgt voor een wig tussen de twee en Kolâsji gaat weg, voor werk zegt hij, maar hij wil even bij Sathobang weg. Hun verhouding was al slecht door het overlijden van hun enige zoon Sasamali. Ze maken voortdurend ruzie. In het dorp Oreala in Brits Guyana ontmoet Kolâsji Jajani. Ze krijgen een relatie en gaan samenwonen. Sathobang vermoedt wel iets, maar weet het pas zeker als zij met Binali naar Oreala reist en daar haar man ziet met een andere vrouw. De relatie met Jajani eindigt als die probeert Kolâsji en Sathobang te laten scheiden, omdat Sathobang oud zou zijn en nauwelijks zou kunnen lopen. Kolâsji keert niet terug naar zijn vrouw. In plaats daarvan gaat hij naar Georgetown en krijgt werk als conciërge in zijn oude school.

Joerji-tokorho

Joerji-tokorho, de vrouw uit de proloog is een verre voormoeder van Sathobang. Ze is een jonge vrouw die haar man en baby verliet om bij de Ekekoeli te gaan wonen. Daarmee heeft ze haar dorp voor vernietiging behoed. Joerji-tokorho en de andere stamouders leven met zijn allen in een omgeving die sterke overeenkomst vertoont met de Olympus, inclusief alle ruzies en discussies waar de Griekse goden om bekend staan. Het is voor haar van belang dat Binali, haar laatste nakomeling goed opgevoed wordt. “Op de stamouders rustte te allen tijde de taak de levenden tot de orde te roepen. Ze konden de zaken niet zomaar op hun beloop laten.” (p. 195) De taak van Sathobang is gedaan, ze heeft ervoor gezorgd dat Binali de mierenproef heeft doorstaan. Nu moet Kolâsji de jongen verder opvoeden. Ze verschijnt aan Sathobang in de gedaante van een naakte oude vrouw en in de vorm van een okopipi, een helblauw giftig kikkertje, hetzelfde kikkertje als op de omslag van het boek staat.

Leeservaring

Ik moet eerlijk zijn, het viel niet mee. Clark Accord heeft niet bepaald een vloeiende schrijfstijl en dat maakt het niet makkelijk. Wat het ronduit moeilijk maakt is het feit dat hij veelvuldig gebruik maakt van sprongen in de tijd naar de jeugd van Kolâsji en Sathobang, en dan weer naar het heden. Tussendoor vind je verhalen over de families, het overlijden van Sasamali, en nog meer. Bovendien opent het boek met het verhaal van Joerji-tokorho. Het is een verhaal waar je in eerste instantie geen touw aan kan vastknopen. Pas in het tweede deel wordt duidelijk wat voor rol deze vrouw heeft in het leven van Sathobang en Kolâsji. Het is een liefdesverhaal, maar waar het in feite op neer komt is een clash tussen godsdiensten. Sathobang die haar oude godsdienst aanhoudt, Kolâsji die tegen wil en dank christen is geworden. Hij heeft op een christelijk internaat gezeten waar een bijzonder sadistische pater er alles aan deed om “het bos uit het lijf te halen” (p. 282). Kolâsji is deels als Indiaan, deels als christen opgevoed en heeft daar moeite mee. Wat het boek wel interessant maakt is dat het zich in de binnenlanden van Suriname afspeelt. Wat setting betreft heeft Accord zeker moeite gedaan.

Clark Accord

Clark Accord werd in 1961 geboren in Paramaribo. Nadat hij voor zijn middelbare school was geslaagd, trok hij naar Amsterdam. Daar bleef hij wonen en volgde hij een opleiding tot visagist, een carrière waar hij succesvol in was. In 1999 publiceerde hij zijn debuut, De koningin van Paramaribo. Deze roman vertelt over het leven van Maxi Linder, Suriname’s beroemdste prostituee. Het boek werd een bestseller. In 2005 publiceerde hij dit boek. In 2011 overleed Accord aan de gevolgen van maag- en darmkanker.

Tussen Apoera en Oreala : een liefdesgeschiedenis in de regenwouden, Clark Accord. – Amsterdam: Vassallucci, 2005. – ISBN 90-5000-188-2

Anna Karenina #wijlezenanna deel 1

anna kareninaOp initiatief van boekblogger Lalagé doen 15 lezers mee met de actie #wijlezenanna. En dan gaat het natuurlijk om Anna Karenina van Leo Tolstoj, een boek waar net een nieuwe vertaling van verschenen is. Vertaler Hans Boland heeft zijn tanden gezet in dit meesterwerk uit 1877. Ik was eerst wat aarzelend mee te doen aan deze actie. Russische toneelstukken kan ik niet echt waarderend vanwege de traagheid die deze stukken vaak kenmerkt. In de bibliotheek kreeg ik de vertaling van Wils Huisman uit 1965 in handen en besloot het eerste hoofdstuk te lezen. Daarmee was ik toch verkocht. Afgesproken is deze leesactie in zeven delen te doen. Het boek is verdeeld in acht delen waarvan het laatste vrij kort is, de laatste twee delen worden samen besproken.

Deel 1

Deel 1 begint met de ruzie tussen vorst Stepan Arkadjewitsj Oblonski en zijn vrouw Dolly. Hij is vreemd gegaan met een gouvernante. De roman wordt opgezet, het dagelijkse leven in het Rusland van de negentiende eeuw wordt beschreven. De vorst en zijn vrouw zijn negen jaar getrouwd, hij is 34, zij 33, ze hebben zeven kinderen gekregen waarvan vijf nog in leven. Verliefd is hij niet meer op zijn vrouw. Ze is afgesloofd, verouderd en reeds lang niet meer mooi. Stepan is niet mijn lievelingspersoon.

We maken kennis met de personages

Konstantin Lewin, een landeigenaar, bevriend met Stepan, komt op bezoek. Hij wil de zuster van Dolly ten huwelijk vragen, maar Kitty wijst hem af, omdat ze verliefd is op graaf Aleksej Kirillowitsj Wronski. Wronski vindt Kitty aardig, maar het is hem volkomen ontgaan dat zij verliefd op hem is. Zonder notie te hebben van omgangsregels moedigt hij haar aan. Ondertussen is Anna Karenina, de zuster van Stepan uit Petersburg aangekomen om haar broer te helpen met het redden van zijn huwelijk. Anna heeft een man en zoon die beiden in Petersburg zijn achter gebleven. Ze ontmoet Wronski op een bal en Wronski wordt verliefd op haar. Anna raakt in grote verwarring en reist zo snel mogelijk terug naar Petersburg. Wronski reist in dezelfde trein. “Waarom ik op reis ben? […] Dat weet u, ik ben op reis gegaan om te zijn waar u bent. Ik kan niet anders.” Bij terugkomst in Petersburg blijkt dat Anna altijd een gevoel van ontevredenheid had met haar man.

De setting

Gearrangeerde huwelijken. Rijke mensen die zich aan alle kanten in de schulden hebben gestoken. Dagen die worden doorgebracht in nutteloze banen, met langdurige dure lunches. Roddels en verhalen. En mijn eerste indruk, want het boek waar ik zoveel tegenzin over had, blijkt toch reuze interessant te zijn. Het eerste deel wekt genoeg interesse om de andere zeven delen ook te lezen. En wie weet komt het nog wel eens tot dat andere meesterwerk van Tolstoj, Oorlog en vrede.

Anna Karenina / Leo Tolstoj; vert. door Wils Huisman. – 15e dr. – Amsterdam: Rainbow Pockets, 2010. ISBN 978-90-417-0863-2

Het geheim van mevrouw Grünwald, een boek voor #MSL2018

De Maand van de Surinaamse Literatuur, boekenblogger Jannie vond het een fantastisch thema voor de maand september. Ik was het met haar eens. Vorige maand heb ik een aantal klassiekers gelezen, deze maand ga ik Surinaams.

Het geheim van mevrouw Grünwald

Zomer 1990, Amsterdam Oud-West. Mevrouw Grünwald, een oude Surinaamse vrouw, vertelt de negentienjarige Anna haar levensverhaal. In 1940, meteen na de Duitse inval in Nederland, wordt ze met haar man en haar drie kinderen geïnterneerd in Kamp Copieweg in Suriname. Haar familie heeft om sentimentele redenen nooit afstand gedaan van hun Duitse nationaliteit. Pas in februari 1947 mogen ze het kamp verlaten en gaan ze weer in Paramaribo wonen. Ik had dit boek uitgekozen omdat het voor mij als historicus een totaal onbekend stukje geschiedenis aansneed. Ik heb nooit geweten dat in Suriname Duitsers werden geïnterneerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nog zo’n onbekend stukje geschiedenis, dat Suriname rijk werd tijdens de oorlog vanwege het bauxiet dat hard nodig was voor de vliegtuigindustrie.

De inhoud

Het geheim van mevrouw GrünwaldHet verhaal wordt grotendeels verteld door mevrouw Grünwald. In 1955 toen ze 63 was, vertrok ze naar Nederland met haar drie jonge kinderen. Dat ze pas in 1955 vertrekt heeft te maken met het geheim uit de de titel. In Nederland wordt ze met de nek aangekeken omdat ze Duitse is, en gediscrimineerd omdat ze Surinaamse is met het bijbehorende accent en de eetgewoonten. Haar kinderen worden gediscrimineerd vanwege hun getinte huid. Mevrouw Grünwald vertelt Anna over haar leven met haar man Fritz, en hun leven in Kamp Copieweg. En dat leven was zeker niet eenvoudig, met hardvochtige bewakers, weinig te eten, volop verveling, ontberingen, vrienden die het niet overleven. Ook openbaart ze haar geheim.

Leeservaring

Is het een fijn verhaal? Nee, hier maak je kennis met kleinzieligheid en kortzichtigheid. Iedereen kent het verhaal van de Amerikanen van Japanse afkomst die opgesloten worden in Amerikaanse concentratiekampen. Dit verhaal is nauwelijks bekend. Mensen die zich Surinamers voelen opsluiten omdat ze toevallig een bepaalde nationaliteit hebben, het is onbegrijpelijk. Vervolgens maken ze in Nederland ook kennis met discriminatie en de gevolgen van de oorlog. Wat het voor mij niet makkelijk maakte was het feit dat ik niet helemaal begreep wat er met Anna en haar familie speelde. Haar grootmoeder, ook een Surinaamse, heeft een band met mevrouw Grünwald. Zij heeft haar niet voor niets naar mevrouw Grünwald gestuurd, maar voor die reden moest je wel behoorlijk tussen de regels doorlezen. Als roman, als verhaal, vond ik dit debuut van Diana Tjin zeer geslaagd en boeiend.

Over Diana Tjin

Diana Tjin (1961) woont in Amsterdam Oud-West met haar man en twee kinderen, en werkt bij de Universiteit van Amsterdam. Het geheim van mevrouw Grünwald is haar debuut.

Het geheim van mevrouw Grünwald, Diana Tjin. – Haarlem: In de Knipscheer, 2017. – ISBN 978-90-6285-954-8

Theater in romans: De beste van alle mogelijke werelden

De beste van alle mogelijke werelden

Dit boek is het verhaal van Aurelia, ze is geboren in 1989, het jaar van de val van de Berlijnse muur en is even oud als de vrije wereld. Drie jaar later vond een familietragedie plaats die zij niet onder ogen wil zien. In plaats daarvan bouwt ze een muur om zichzelf heen en stort ze zich op haar theatercarrière. Juist daar op het toneel komen haar herinneringen weer tot leven. Wat is er precies gebeurd in Berlijn toen ze een klein meisje was?

Leeservaring

de beste van alle mogelijke wereldenLaat ik maar meteen tot de conclusie komen, ik vond het een lastig boek. Het boek wordt verteld uit twee perspectieven, namelijk dat van Aurelia en dat van haar moeder. Haar moeders perspectief is één lang verhaal naar Aurelia, wat is er gebeurd in het verleden? Hoe zijn haar ouders bij elkaar gekomen? Hoe heeft ze het verlies van haar dochter verwerkt? De essentie van het boek is terug te brengen tot Aurelia, haar ouders en Annabella. De rest is bijzaak. Joachim, het verlies van zijn zus. Het hele verhaal hoe haar ouders elkaar hebben leren kennen. Zelfs het toneelstuk. Bijzaak. En daarom was het ook zo lastig. Pulkkinen heeft er enorm veel personen bij gehaald, veel verhalen in één boek samen gelegd, verhalen die er naar mijn idee uit konden.
Dan wat ik niet kon plaatsen. Aurelia die zichzelf in haar jeugd als een jongen ziet, een thema dat verdwijnt in het boek. Het denkbeeldige vriendinnetje uit haar jeugd, Veronika. Ik besefte langzaam dat het Annabella moest zijn. Het feit dat Veronika er nog steeds is in haar volwassenheid, ik zag het als een manier om het verlies van haar zusje te verwerken. En ook de filosofische vraag die zich aandient: was Annabella er wel? En dat door de buurvrouw die niet besefte dat er twee kinderen waren. Gemengde gevoelens dus over een boek dat naar mijn idee wel wat verwikkelingen had mogen verliezen.

Theaterconnectie

Aurelia is actrice en speelt in een toneelstuk met als onderwerp “de laatste dagen van de Berlijnse muur, alles wat er gebeurde en ook dat wat had kunnen gebeuren” (p. 10). En dat alles zonder tekst. Regisseur Joachim wil het stuk laten gebeuren, laten ontstaan uit repetitie-ervaringen. Uit eigen ervaring weet ik dat dit soort stukken stukken prachtig kunnen worden, maar ook volslagen kunnen mislukken. Deze theaterervaring brengt Aurelia aan het denken, ook over het verleden.

Riikka Pulkkinen

Riikka Pulkkinen, geboren in 1980 in Tampere, Finland, behoort tot de top van de Scandinavische literatuur. Ze debuteerde in 2006 met De grens, een boek dat in 2009 in Nederland verscheen. Deze roman schreef ze met in haar achterhoofd de vraag in welke wereld ze haar kinderen wil opvoeden, het Europa van na de val van de Muur of Europa met een nieuwe muur eromheen?

De beste van alle mogelijke werelden – Riikka Pulkkinen. – Amsterdam: De Arbeiderspers, 2017. ISBN 978-90-295-1451-4

Leesplannen: theater in romans en #MSL2018

Ik heb leesvaart. Door de vele vrije uren, ik werk nog niet volledig, heb ik veel tijd om te lezen en dus ook aan projecten mee te doen. In augustus heb ik meegedaan aan de Maand van de Klassieker #MKA2018. In september wil ik meedoen aan de Maand van de Surinaamse Literatuur #MSL2018, georganiseerd door boekblogger Jannie.

Theater in romans

Mijn project over theater in romans loopt al vanaf 2006 en is work in progress. Ik ben er nog steeds mee bezig en haal af en toe weer een paar boeken uit de bibliotheek. Nu heb ik een roman van een Finse schrijfster, Riikka Pulkkinen, De beste van alle mogelijke werelden. Daar gaat een bespreking van verschijnen op mijn blog. En ik heb nog een boek liggen van Michele Murgia, De lessen. Dat boek wil ik ook bespreken. Alle boeken die ik overigens heb besproken voor dit project staan op een aparte pagina op mijn blog, Boeken van A tot Z.

Maand van de Surinaamse Literatuur #MSL2018

Waarom wil ik meedoen? Ik lees weinig Nederlands en dat wil ik veranderen. Tevens heb ik nog nooit iets van een Surinaamse auteur gelezen. Hier vind je hoe #MSL2018 werkt. Dit wordt een verbreding van mijn leeshorizon. In de bibliotheek heb ik een aantal boeken uitgezocht die ik wil lezen. Deze titels lijken me interessant.

  • Voor mij ben je hier, dit is een verhalenbundel
  • Tussen Apoera en Oreala, van Clark Accord
  • Over het zoute water, van Henna Goudzand Nahar
  • Het geheim van mevrouw Grünwald, van Diana Tjin
  • Hoe duur was de suiker, van Cynthia McLeod. Dit boek is ook verfilmd.
  • Negerjood in Moederland, van Ellen Ombre

Hoeveel ik er ga lezen, weet ik nog niet. Ligt ook aan de hoeveelheid tijd en energie die ik heb. Maar ambitieus is het. Ook leuk, het is lang geleden dat ik zoveel heb gelezen en ook zo verschillende boeken.

Rob en de stroper van Tjot-Idi, een klassieker voor #MKA2018

Boekblogger Sandra organiseert in augustus voor de tweede keer de Maand van de Klassieker. Ik heb twee klassiekers gelezen en besproken, zie Heren van de thee en Het roer kan nog zesmaal om. Maar ik vond dat er ook nog een jeugdboek bij moest.

Rob en de stroper van Tjot-Idi

rob en de stroper van Tjot-IdiVlak voor de zomervakantie een theorie-proefwerk over het hele jaar! Zoiets kan alleen de rector bedenken, of de “Ouwe” zoals iedereen hem noemt. Maar Jaap en Jan weten een oplossing: stiekem de vragen stelen uit de kamer van de rector. Rob Felten weigert hieraan mee te doen. Natuurlijk komt de Ouwe erachter door een anoniem briefje. Alles wijst erop dat Rob zijn mede-scholieren heeft verraden. Ze besluiten hem dood te verklaren. Een vakantie zonder vrienden en die vakantie zou wel heel saai worden zonder de joviale Dirk Petersen met zijn honden. Petersen blijkt Robs overleden vader te hebben gekend in Nederlands-Indië waar ze samen hebben gediend. Rob krijgt van Petersen een hond, Noor. Samen met Noor redt hij twee klasgenoten uit het water, hun boot slaat om en ze dreigen te verdrinken. Eén van de jongens blijkt degene te zijn die het anonieme briefje bij de rector in de bus heeft gegooid. Hij bekent en Rob wordt in ere hersteld.

Leeservaring

Het boek is in 1928 geschreven. Mijn editie uit 1976 ziet er heel modern uit maar het taalgebruik is nog steeds het ouderwetse taalgebruik uit het begin van de twintigste eeuw. De jongens vossen, ze zitten in de rats, doen brani en hebben het over patjakkers. Ze zitten op een jongens-HBS. Rob is natuurlijk een held in het verhaal. Niet alleen omdat hij zijn klasgenoot uit het water heeft gered, maar ook omdat hij niet bekend maakt aan zijn klasgenoten dat deze jongen het anonieme briefje had geschreven. Het boek eindigt daverend met een groot feest waar Rob en Petersen worden geëerd. Ze krijgen beiden een horloge, de stroper Petersen krijgt een baan als jachtopziener en ze krijgen een medaille van de koningin voor hun heldendaad. Een leuk, makkelijk geschreven boek dat best wel een aardig beeld geeft van de jeugd aan het begin van de twintigste eeuw.

Over J.B. Schuil

Jouke Broer Schuil, geboren in 1875, werd beroeps-officier. Hij trouwde in 1897 en ging samen met zijn vrouw naar Indië, waar ze tot 1905 verbleven. Toen gingen ze terug naar Nederland omdat zijn vrouw niet tegen het klimaat kon. Ze vestigden zich in Haarlem. In 1910 verscheen zijn eerste boek, Jan van Beek. Rob en de stroper van Tjot-Idi, dat in de eerste twee drukken Doodverklaard heette, was zijn vijfde boek en verscheen in 1928. In alle zes boeken die hij heeft geschreven, spelen HBS-ers de hoofdrol. Standsbesef is vanzelfsprekend. Volwassenen zijn er in de vorm van bemiddelde ouders en pleegouders, agenten, leraren en personeel. Meisjes spelen geen of een kleine rol in het verhaal. Het daverend einde is een kenmerk van vijf van de zes boeken. Ja, het is behoorlijk clichématig, maar wel leuk.
Het laatste boek van Schuil, Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen, was een vervolg op de eerste drie boeken en bracht alle hoofdpersonen bij elkaar. Naast deze zes jeugdboeken heeft hij ook diverse toneelstukken geschreven.

Het roer kan nog zesmaal om, een klassieker voor #MKA2018

Boekblogger Sandra organiseert in augustus voor de tweede keer de Maand van de Klassieker. Ik heb er al één gelezen, zie Heren van de thee en hier is de volgende.

Het roer kan nog zesmaal om

Dit boek bevat de voorlopige herinneringen van de schrijver Maarten ’t Hart. Hij beschrijft zijn jeugd, zijn studentenjaren, en zijn carrière als auteur. Omschreven op de flaptekst als “met de warmte en vrolijkheid die herinneringen bij hem opwekken, maar tevens met een behoorlijke dosis venijn.”

Waar gaat het over

Het roer kan nog zesmaal omHet boek is in 1984 verschenen. De schrijver is in 1944 geboren. Op veertigjarige leeftijd beschrijft hij zijn herinneringen. Okee. Gestructureerd is het, daar kan menig schrijver nog wat van leren. Elk hoofdstuk behandelt een onderdeel van zijn leven tot dan toe. Zijn jeugd komt ter sprake, een jeugd waarin de godsdienst een grote rol speelde. Dezelfde godsdienst die hij jaren later opzij zette, in het najaar van 1965 verloor hij zijn laatste restje geloof (p. 192). Een citaat uit het boek:

Een kind voedt zichzelf op, zeker zo’n koppige, eigenwijze eenling als ik er één was, die alles zelf lezen en ondervinden wilde. Wat men al die dominees die in mijn jeugd voorbij trokken hoogstens kan verwijten is dat zij mij zoveel bruikbaar materiaal voor al mijn  kinderangsten, ja die angsten zo gretig voedden met hun vaak bizarre bijbelse voorstellingen. (p. 217)

Leeservaring

Was het wat Ali? Ja, best wel. Het boek staat al jaren in mijn kast, maar ik kan me eigenlijk niet herinneren dat ik het ooit gelezen heb. Wellicht omdat het makkelijk leest en er niet iets opzienbarends in voorkomt. Hij is naïef en laat dat wel heel erg duidelijk naar voren komen. En het is pedant, hij is heel erg overtuigd van zijn eigen gelijk en vindt zichzelf geweldig. En dat is wellicht wat me tegenstaat in het boek, gecombineerd met dat venijn van ’t Hart. Over de schrijver J.M.A. (Maarten) Biesheuvel zegt hij dat het nooit wat kan worden met zijn schrijverschap. Biesheuvel kreeg tot verdriet van ’t Hart fantastische recensies voor zijn debuut, de verhalenbundel In de bovenkooi terwijl Stenen voor een ransuil niet zulke mooie recensies haalde. Het is niet aardig, wat hij zelf ook zegt. En het roer kan nog zesmaal om? Ja, dat zou kunnen, maar is niet gebeurd, getuige het vervolg op zijn biografie Dienstreizen van een thuisblijver. Daarin wordt verteld dat er in feite weinig is gebeurd behalve dan dat zijn werk vooral in Duitsland grote opgang heeft gemaakt.

Over Maarten ’t Hart

Maarten ’t Hart is geboren in Maassluis in 1944. Hij studeerde biologie in Leiden, deed daar ook zijn promotie en werkte als etholoog. Hij debuteerde in 1971 onder de naam Martin Hart met Stenen voor een ransuil. Een belangrijk thema in zijn werk is zijn Calvinistische jeugd en de afstand die hij daarvan neemt. Ook de natuur en de muziek nemen een belangrijke plaats in. Hij brak door met de roman Een vlucht regenwulpen, dit werk is ook verfilmd met Jeroen Krabbé in de hoofdrol. Hij kreeg in 1975 voor Het vrome volk de Multatuliprijs. In 1994 kreeg hij de Gouden Strop voor Het woeden van de gehele wereld. In 2003 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Maarten ’t Hart – Het roer kan nog zesmaal om. – Amsterdam: Arbeiderspers, 1984. – Privé Domein; 100