Oorlog en vrede van Leo Tolstoj, deel 1 #wijlezenoorlogenvrede

Na het lezen van Anna Karenina ben ik begonnen aan een tweede megadik meesterwerk van Leo Tolstoj, namelijk Oorlog en vrede. Onder de tag #wijlezenoorlogenvrede ga ik hierover bloggen in vier delen. Ik ben nu bezig met de Nederlandse editie in de vertaling van Yolanda Bloemen en Marja Wiebes, maar lees ook af en toe in de Engelse editie in de vertaling van Richard Pevear en Larissa Volokhonsky. Die heb ik namelijk op mijn ereader staan en dat is in de trein wat makkelijker lezen dan die dikke pil. Ik ga de inhoud niet navertellen, maar ga het meer hebben over wat me opvalt.

Deel 1: de soiree

Dit eerste deel beslaat de periode juli tot december 1805. Vraagt u zich af waarom dit boek 1626 pagina’s beslaat? Nou, er gebeurt nogal veel. Veel familie’s zijn betrokken in dit epos en op de achtergrond speelt ook nog de oorlog tegen Frankrijk en Napoleon mee. Dit deel start met een soiree bij Anna Pavlovna Scherer, hofdame en vertrouwelinge van de tsarina. En op haar soiree komen veel van de hoofdpersonen, waaronder vorst Vasili Koeragin. Ook Pierre, de buitenechtelijke zoon van graaf Bezoechov komt op bezoek. Hij is in het buitenland opgevoed en is terug in Rusland omdat zijn vader op sterven ligt. We komen nog meer mensen tegen, waaronder vorst Hyppolyte, zoon van graaf Vasili. Ook vorst Andrej Bolkonski maakt zijn opwachting met zijn vrouw die in blijde verwachting is. De soiree is als een feestje bij je thuis, er wordt gepraat, er wordt gelachen, er wordt geroddeld en gearrangeerd. Want Anna probeert een huwelijk te arrangeren. Pierre valt op door zijn onhandigheid en minder diplomatieke woorden. Het is een ideale opening, zo’n soiree. Je maakt kennis met veel personages, die een belangrijke rol gaan spelen, je hoort wat van de roddels en vanuit deze situatie ontwikkelt het verhaal zich verder.

De korte inhoud

Het boek heeft een wisselend karakter, want aan de ene kant heb je familieverwikkelingen, verwende jongelingen, namelijk de broers Anatole en Hyppolite Koeragin, en slechte huwelijken. Want vorst Andrej en zijn vrouw zijn niet gelukkig. Het is me niet duidelijk hoe dit komt, door een gearrangeerd huwelijk wellicht? Daarnaast heb je het ook over jonge mensen, bijvoorbeeld Natasja Rostov, dertien jaar oud die wel wil wachten op Boris, de zoon van vorstin Anna Michajlovna Droebetskoj. Die familie is verarmd en Anna vecht voor wat geld en een goede militaire positie voor haar zoon. Aan de andere kant heb je de oorlog tegen Frankrijk, ruime discussies over Napoleon waar niet iedereen het over eens is. En in die oorlog worden blunders gemaakt, zoals met die generaal die zijn complete leger kwijtraakt in een veldslag.

Pierre

Pierre is naar Rusland gehaald omdat zijn vader op sterven ligt en geen erfgenaam heeft. Aan de nichten die onuitputtelijk voor hem zorgen wordt voorbij gegaan in deze erfeniskwestie. De graaf heeft een verzoek aan de tsaar gedaan deze bastaardzoon te erkennen. Dat gebeurt en vervolgens wordt alles aan hem nagelaten. Aan de sterfscène die twee hoofdstukjes beslaat (pp. 101-110) wordt veel aandacht besteed. En twee mensen spelen hier een grote rol. Vorstin Anna heeft zich hier tussen gewerkt omdat zij een kans ziet voor haar zoon. Vorst Vasili is hier ook aanwezig en pas later wordt echt duidelijk waarom hij hier is. Want de rijke Pierre, graaf Bezoechov is een uitstekende huwelijkskandidaat voor zijn dochter Hélène.
Vorst Vasili neemt hem onder zijn hoede. Aangezien Pierre bij de Koeragins logeert is het vrij makkelijk hem bloot te stellen aan Hélène. Pierre wil niet, want hij vindt haar dom, maar er is geen redden aan. Hij is er bang voor. Voordat Pierre kan ontkomen, verwelkomt vorst Vasili hem op de verjaardag van Hélène als haar echtgenoot. Want wat doet de vorst als de twee alleen maar praten: “Het gezicht van de vorst stond zo ongewoon plechtig dat Pierre bij het zien ervan geschrokken opstond. Goddank! zei hij. Mijn vrouw heeft me alles verteld. Hij sloeg zijn ene arm om Pierre heen en zijn andere om zijn dochter. Mijn lieve Heleentje. Ik ben heel, heel erg blij. Zijn stem begon te trillen. Ik was erg op je vader gesteld… en zij zal een goede vrouw voor je zijn… God zegene jullie!.. Hij omhelsde zijn dochter, daarna Pierre, en kuste hem met zijn oudemannenmond. Zijn wangen waren nat van de tranen.” (p. 275) Anderhalve maand later is het stel getrouwd. Ik heb het stuk met een brede grijns zitten lezen.

De oorlog

Verbeeld je niets. Heldhaftige daden? Niet echt. De officieren willen wel, die zijn verrukt als het op vechten aankomt. Dit verhaal over de oorlog gaat over de echte beelden, de domme dingen die gebeuren. Soldaten die in paniek raken en bij bosjes omkomen. Bij de start van het tweede hoofdstuk bevindt het Russische leger zich in Oostenrijk. Vorst Andrej is adjudant van generaal Koetoezov en is daar ook. Het leven van soldaten dat blijkbaar bestaat uit veelvuldig dronken worden en oppoetsen als er moet worden gevochten, wordt beschreven. “Zo hoort het, er gaat gevochten worden! Ik heb me geschoren, mijn tanden gepoetst en parfum gebruikt.” (p. 181) En er is onderscheid, zoals Boris duidelijk wordt die ook hier in Oostenrijk is. “Op dat moment werd Boris iets duidelijk wat hij al eerder vermoedde, namelijk dat er in het leger, afgezien van de ondergeschiktheid en discipline, vastgelegd in het reglement en aan hem en alle anderen in zijn regiment bekend, een andere, veel wezenlijker subordinatie bestond, een die de ingeregen generaal met het purperrode gezicht dwong beleefd te blijven wachten, terwijl de kapitein, vorst Andrej, er meer aardigheid in had een praatje te maken met vaandrig Droebetskoj.” (p. 319) Tolstoj bewijst ook met cliffhangers te kunnen werken, want het eerste deel eindigt met het onduidelijke lot van vorst Andrej, die gewond raakt. Napoleon zelf ontdekt dat hij nog leeft en stuurt hem naar een verbandplaats.

Wat valt op na het lezen van het eerste deel?

Ik hoorde het al op Twitter toen ik het plan had opgevat om dit boek te gaan lezen. Vooral doen, want het is een mooi boek. Mensen die me vertelden dat dit hun lievelingsboek was, uitstekend geschikt om in de winter te gaan lezen. Nu ben ik door het eerste deel heen, dat qua pagina’s al genoeg telt om zelf een flinke roman te vormen. En ik moet zeggen, mede-lezers, jullie hebben gelijk. Het is tijdloos, deze combinatie van familie-aangelegenheden, verwende pubers, gearrangeerde huwelijken en dappere jongemannen die een zinloze oorlog inlopen om held te spelen. Deze 21ste eeuwer verheugt zich op de komende delen van deze negentiende-eeuwse roman.

Oorlog en vrede / Leo Tolstoj; vert. van Yolanda Bloemen en Marja Wiebes. – 6e dr. – Amsterdam: Van Oorschot, 2016. 1626 p.
ISBN 9789028241510

Hoe duur was de suiker? een boek voor #MSL2018

September is de Maand van de Surinaamse Literatuur #MSL2018, het is een initiatief van boekenblogger Jannie. Door vakantie liep ik nog een boek achter en dat heb ik nu gelezen. Het boek is ook verfilmd en die film werd in september uitgezonden op tv. Ook daar heb ik naar gekeken.

Hoe duur was de suiker?

De roman speelt in de periode 1765-1779. Het is de bloeitijd van de suikercultuur en ook de periode van de Boni-oorlogen. De plantage-eigenaren leven in voortdurende vrees voor de aanvallen die marrons onder leiding van Boni uitvoeren op de plantages. Tegen dit decor beschrijft Cynthia Mc Leod in meeslepende stijl het leven van Elza en Sarith, dochters uit een joodse plantersfamilie, en hun slaven. In de onrechtvaardige slavenmaatschappij die de kolonie Suriname is, ervaren meesters en slaven dat de suiker duur wordt betaald.

De inhoud

Hoe duur was de suikerDe setting: 1765, de plantage Hébron in Suriname, hier vinden we de zeventienjarige Elza, zij heeft een joodse vader, maar is zelf geen jodin, omdat haar moeder niet joods was. Na het overlijden van haar moeder hertrouwt haar vader met Rachaël, die drie dochters het huwelijk inbrengt, Esther, Rebecca en Sarith, zij is even oud als Elza. Er is een tweedeling tussen blanken en slaven in de maatschappij en de kloof is groot. Maar in ook de blanke maatschappij bestaat een scherpe scheiding, namelijk tussen christenen en joden. Rutger Le Chasseur, een jonge man net uit Holland overgekomen, kijkt op moderne wijze naar de samenleving in Suriname. Hij begrijpt weinig van de slavernij en uit zich daarover, maar de mensen in Suriname zijn het niet met hem eens. “Met stràffen moest men slaven behandelen, ze waren dom en lui. Als je hen niet flink en wreed strafte en danig bang maakte, zouden ze nog denken dat ze konden doen wat ze wilden. En ze waren toch immers door de Heer geschapen om voor de blanken te werken en te zwoegen?” (p. 24) Op achttienjarige leeftijd trouwt Elza met Rutger Le Chasseur, maar Rutger krijgt al vrij snel een verhouding met Sarith. Zij had haar eerste seksuele ervaring al op jonge leeftijd en – jaloers als ze is op Elza – begint ze iets met Rutger. Hij vindt dat Elza geen jaloers vrouwtje moet worden en Elza verdraagt veel, maar uiteindelijk gooien ze toch Sarith het huis uit. Sarith trouwt met Julius Robles de Medina, een weduwnaar met tienerkinderen. Op eenentwintigjarige leeftijd is ze bang een oude vrijster te worden. Haar slavin Mini-mini gaat mee naar de plantage van Julius. Sarith krijgt een zoontje, Jethro, maar is verveeld in haar huwelijk. Ze begint iets met Reindert Andersma, een luitenant en wordt zwanger van hem. Hij wordt gedood bij een overval op de plantage en dan pas komt Julius achter deze verhouding. Hij kan haar niet vergeven. Haar dochtertje is duidelijk een dochter van Reindert. Julius begint een relatie met Mini-mini, hij houdt van haar en maakt haar zwanger. Sarith is jaloers en verkoopt Mini-mini, maar Julius haalt haar terug. Het huwelijk is voorbij en als tijdens een gele koorts epidemie hun zoon overlijdt, is er geen enkele band meer tussen de twee.

Leeservaring

Mc Leod beschrijft op een prettige wijze het leven van de kolonisten van Suriname en het slavenleven. Het boek wordt verteld uit de perspectieven van de diverse hoofdrolspelers, Elza, Sarith, Rutger, Julius en ook Mini-mini. Het zorgt ervoor dat je niet alleen over de witte hoofdrolspelers leest, maar ook meer over de levens en achtergrond van de slaven. Die verschillende perspectieven hebben het voordeel dat je het verhaal van diverse zijden hoort, met de achterliggende gevoelens van de personages. Je krijgt bijvoorbeeld een heel goed beeld van Sarith, die in haar jeugd door en door verwend is en alles kreeg wat haar hartje begeerde. Dat zorgt ervoor dat ze ook dingen van anderen wil, zoals Rutger van Elza. Het verhaal is in feite een samenspel tussen Elza en Sarith, zij zijn de hoofdrolspelers, hun verhaal wordt verteld tegen de achtergrond van de slavernij in Suriname. Elza’s gezin is in feite een model voor de Surinaamse samenleving. “Was niet alles en iedereen afhankelijk van de slaven? Net zoals zij zich verloren voelde zonder Maisa, net zo zou de kolonie verloren zijn zonder de slaven. Zij deden alles, wisten alles en de blanken konden niets en wisten niets.” (p. 287) Een cruciaal punt in het boek vind ik wel dat Sarith Elza vraagt of deze haar kan vergeven. Ze moet zichzelf vergeven vindt Elza.

Kijkervaring

De film is dan weer heel andere koek, want die begint in 1747 vanuit het oogpunt van Kwasiba, de moeder van Mini-mini, en hier wordt duidelijk dat haar vader een blanke man is. Het verhaal is wat samengeperst, personages uit het boek verdwijnen in deze film. En hier gooit Elza wel snel en resoluut Sarith het huis uit als antwoord op de seksuele avances van haar stiefzusje naar haar man. De invalshoek is anders, de film gaat uit van het verhaal van Sarith en Mini-mini, blijkbaar om toch de verhouding tussen blanken en slaven meer te benadrukken. Elza gaat op een gegeven moment met Rutger naar Nederland en blijft daar. De relatie tussen Julius en Mini-mini wordt hier meer uitgewerkt. Zit ze in het boek nog ergens apart in een huisje, hier wonen Julius en zij openlijk samen. Sarith stelt haar vraag hier aan Mini-mini. Het standpunt van de slavenhandelaar die Mini-mini aan Julius terug verkoopt, vind ik ook essentieel: “Mensen als u zijn de pest van deze tijd. Heeft u dan geen enkel besef van de noodzaak van superioriteit in Gods schepping?” Zie daar de kern van boek en film: blanken zijn superieur, slaven zijn inferieur. Qua film vind ik het trouwens best een aardige film, maar Gaite Jansen die de rol van Sarith speelt, heb ik wel eens beter zien spelen.

Over Cynthia Mc Leod

Cynthia Mc Leod werd geboren in 1936. Haar vader was de eerste president van Suriname, Johan Ferrier. Ze volgde de middelbare school in Suriname en studeerde in Nederland voor lerares Kinderverzorging en -opvoeding. Ze trouwde met Donald Mc Leod die ze in Nederland had leren kennen. Terug in Suriname deed ze haar MO Nederlands en gaf ze les op middelbare scholen. Haar man werd diplomaat in het buitenland en daar begon ze met schrijven. Hoe duur was de suiker? was haar eerste roman en verscheen in 1986.

Hoe duur was de suiker? : Surinaamse historische roman / Cynthia Mc Leod. – herz. Ned. ed. – Schoorl: Conserve, 2010. – ISBN 978-90-5429-048-3

Het volgende boek: #50books vraag 44

Nora Roberts Blood MagickIk ben halverwege het boek waar ik nu in bezig ben, dat is Shadow Spell van Nora Roberts. Ik vind het een fijne schrijfster en heb meerdere boeken van haar gelezen. Dit is deel 2 van een trilogie, dus vraag 44 is voor mij niet moeilijk te beantwoorden.

Welk boek ga je lezen na het boek dat je nu leest?

Dat wordt namelijk Blood Magick, deel 3 in de trilogie. Het is wel even een keuze geweest om door te gaan met de trilogie, ik heb namelijk wel eens betere boeken van haar gelezen. Toch is het interessant genoeg om mee door te gaan. Nora Roberts is namelijk wel goed met interessante personages creëren.

Wat ga ik als volgende boek lezen?

Ik heb veel, heel veel ongelezen boeken staan. Niet alleen als papieren exemplaren in de kast, maar ook als e-book op mijn e-reader. Gelukkig word ik niet geplaagd door deadlines of wat dan ook, dus ik mag lezen waar ik zin in heb. En daar wordt de volgende dus door bepaald. Waar heb ik zin in? En daar wil ik ook wel mee geholpen worden hoor. Dus schaamteloos leen ik de poll die Lalagè gebruikt om haar volgende boek te bepalen. Martha had het ook al gedaan.

Toch een aardige keuze, een nonfictie boek erbij, hoewel Hillary ook wel fictie kan hebben geschreven. Ben er nu wel achter gekomen dat Atkinson en Chadwick allebei delen uit een serie zijn en niet het eerste deel, dus dat kan misschien wel nadelig zijn. Maar het kan wel eens leuk zijn om andere mensen te laten bepalen wat ik ga lezen. Veel plezier en kies vooral voor mij een leuk boek uit.

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter. Hij heeft de vragen in 2013 en 2015 gesteld. Martha stelde ze in 2014, Hendrik Jan in 2016. Dit jaar worden de vragen door Martha gesteld. Deze vraag staat hier.

Klassiekers op een bounty-eiland: #50books vraag 22

Martha vraagt iets redelijk eenvoudigs dit keer, lijkt het. Voor het antwoord op deze vraag heb ik namelijk wel een paar kandidaten.

Met welke klassieker wil jij op een bounty-eiland in je hangmat of strandstoel zitten?

Mijn klassieke keuze

A Connecticut Yankee at King Arthur's CourtHelaas mag ik maar één boek kiezen en dat bracht me wel even aan het denken. Maar ik ben er toch uit gekomen. Het is een boek dat ik heb gelezen voor mijn Engelse lijst van de HAVO en toen heb ik me er kostelijk mee geamuseerd. Ik wil het altijd nog een keer lezen en het staat zelfs al op mijn e-reader: A Connecticut Yankee at King Arthur’s Court van Mark Twain. Een Amerikaan uit de negentiende eeuw komt in de zesde eeuw terecht aan het hof van de legendarische Koning Arthur. De meningen zijn verdeeld over het boek als ik Goodreads bekijk, maar ik moet eerlijk zijn, mijn leeslijst van de HAVO ligt 35 jaar achter me, zo goed kan ik het me niet meer herinneren. Het wordt dus een mooi boek voor op het strand in Bretagne deze zomer. Overigens, voor degenen die het willen lezen: Gutenberg heeft het in de collectie.

Verfilming

Het boek is in 1949 verfilmd met Bing Crosby in de hoofdrol. De plot van het boek werd wel een beetje omgegooid want Bing is in deze film een zingende mecanicien uit 1912. Vrij logisch gezien zijn carrière. Wat me nog altijd bij is gebleven van die film, is Bing die in de rij staat om opgehangen te worden en in een soort Enkhuizer almanak iets opzoekt waardoor hij zijn leven redt. Hij voorspelde een zonsverduistering als ik het me goed herinner.

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter. Hij heeft de vragen in 2013 en 2015 gesteld. Martha stelde ze in 2014, Hendrik Jan in 2016. Dit jaar worden de vragen door Martha gesteld. Deze vraag staat hier.

Boeken voor de vakantie: #50books, vraag 28

De 28ste #50books vraag gaat over vakantieboeken. Een vraag die ik vorig jaar al heb beantwoord en voor deze gelegenheid herlees. Ik heb vorig jaar zelfs een tweede lijst gepubliceerd.

Vraag 28: wat is jouw vakantielijstje?

Wat valt op aan die twee lijstjes? Nou, ik kan ze bijna letterlijk overnemen dit jaar. Eén boek van die twee lijsten heb ik gelezen, Scott Lynch, The Republic of Thieves, was naar verwachting heerlijk. Vervolgens ben ik aan de slag gegaan met allerlei boeken en heb ik mijn zomerleeslijsten uit het oog verloren. De gelezen stapel is hoog, maar de ongelezen stapel ook, in de kast en in mijn ereader.

Keuzestress

Waar ga je mee aan de slag als je zoveel boeken hebt? Allereerst ligt er een toneelstuk op me te wachten. Mijn toneelclub gaat namelijk in september beginnen met een nieuwe productie en dan moet er wel een stuk zijn. Het is maar betrekkelijk van Noel Coward moet als eerste uit. Verder heb ik twee boeken liggen die interessant genoeg zijn om verder in te lezen. Calenture van Storm Constantine en 11/22/63 van Stephen King. Het probleem? Allebei lastig om in te komen, maar genoeg reden om door te zetten. Diana Gabaldon met haar Outlander serie heeft het achtste en laatste deel geschreven, Written in my own heart’s blood. Probleem met die serie? Het eerste deel heb ik al zo lang geleden gelezen dat ik het eigenlijk zou moeten herlezen.
Verder is het keuzestress. Ik heb heel veel boeken liggen, maar er zit er geen een bij waarvan ik denk, die moet ik nu ogenblikkelijk lezen.

Non-fictie

Non-fictie heb ik ook nog in alle soorten ongelezen maten. The Bridge van David Remnick staat al vanaf vorig jaar op mijn leeslijstje en ik wil hem lezen voor president Obama gaat verhuizen. Wetboek voor bloggers van Charlotte Meindersma, voor ze een nieuwe editie gaat schrijven. De boerenoorlog van Martin Bossenbroek, ook al vanaf vorig jaar op mijn lijst, maar een vast voornemen voor dit jaar.

Vakantie

Ik ben in april een week weggeweest, naar Berlijn en heb toen aardig wat gelezen. Deze zomer werk ik gewoon en moet ik het hebben van zomeravonden op het balkon. Ook is het handig als ik het wat minder druk heb, want bijna elke avond ben ik wel ergens mee bezig. Ik moet gewoon weer wat tijd maken om te lezen.

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Hendrik Jan heeft het overgenomen in 2016. Deze vraag staat hier.

 

Tien topboeken: #50books, vraag 4

Een tijdje terug stond er in NRC een lijst van de boeken uit 2015 die je echt gelezen zou moeten hebben. Ik had er geen één van gelezen. De lijst die aanleiding was tot deze vraag, namelijk de top 100 van de kort geleden overleden David Bowie: niets gelezen. Ik ben veellezer, maar ben wat allergisch voor boeken die op lijstjes staan.

Vraag 4: Welke 10 boeken zou iedereen gelezen moeten hebben?boeken

Mijn eigen persoonlijke keuze (op willekeurige volgorde) van boeken die ik iedereen aanraad. Doe ermee wat je wilt, lees ze – of niet, of verbaas je over mijn keuze. Mag ook.

  • Geert Mak – De eeuw van mijn vader. Vandaag op de kop af vier jaar geleden is mijn vader overleden. Hij is 86 geworden. Ik raakte met een oom in gesprek tijdens één van de bezoeken aan het verzorgingstehuis waar hij lag. De oom – wetend dat ik een fervent lezer ben – vroeg me of ik dit boek wel eens gelezen had omdat het naar zijn mening een perfect beeld gaf van de jeugd van mijn vader, zijn oudste broer. Daar had hij gelijk in, het is Holland op zijn breedst en op zijn smalst. Ik heb het in één ruk uitgelezen.
  • Johan Fabricius – De scheepsjongens van Bontekoe. Van alle jeugdboeken die ik gelezen heb, maakte deze wel de meeste indruk. Alles zat erin, geschiedenis, avontuur en een vlotte schrijfstijl. Het boek stamt uit 1923, maar is nog steeds uitstekend leesbaar.
  • De dagboeken van Anne Frank. Lezen! Een boek dat een beeld geeft van de waanzin die Tweede Wereldoorlog heette. Anne Frank is het symbool geworden van talloze te vroeg afgebroken levens.
  • Dick Francis – Banker. De boeken van Dick Francis hebben twee kenmerken. Hij schrijft over paarden en heeft bijna zielige hoofdpersonen waar je het op de één of andere manier toch ontzettend goed mee kan vinden. Ze wekken je sympathie op. ‘Banker’ is één van de besten, vind ik persoonlijk, maar ja, wie ben ik.
  • Annemarie Postma – Ik hou van mij. Gelezen in een tijd dat ik niet zo blij was met mezelf. Wat ga je dan doen? Aan jezelf werken. Ik heb in die tijd niet alleen een waardevolle serie gesprekken met een psycholoog gehad, maar ook dit boek gelezen. Nuchter, normaal, ok, een paar open deuren ingetrapt, maar ik had wel wat aan dit boek.
  • Laurence Rees – Auschwitz: the Nazis & the Final Solution. Een meesterlijk geschreven relaas over dit vernietigingskamp dat ik gelezen heb na een bezoek een het kamp. Merkwaardig genoeg ga je tijdens het lezen begrijpen hoe het zover heeft kunnen komen.
  • Peer Wittenbols – Trilogie van het verlies. Toneel mag niet ontbreken. Peer Wittenbols is huisschrijver van Toneelgroep Oostpool. Alle stukken in deze bundel, ‘Het Zouthuis’, ‘Zullen we het liefde noemen’ en ‘Goedbloed’ zijn op zeer verdienstelijke wijze gespeeld door Haagse amateurtoneelgroepen en behoren tot mijn lievelingsstukken. Wittenbols is een meester in het beschrijven van personages.
  • Thea Beckman – Kruistocht in spijkerbroek. Omdat Thea Beckman niet mag ontbreken. Merk dat ik mezelf mag herhalen, want ook deze jeugdroman munt uit in geschiedenis, avontuur en een vlotte schrijfstijl. Het is alleen ietsje jonger, namelijk van 1971. En deze film heb ik gezien. Die van de Bontekoe niet.
  • Peter David – Imzadi. Een deeltje uit de Star Trek Next Generation serie. Het verhaal van de liefde tussen Riker en Deanna. Aan de schade aan het boek is te zien dat het overal mee naar toe is geweest, inclusief een strand in Portugal. Minstens vijf keer gelezen, als het niet meer is. Eén van mijn lievelingsboeken.
  • Het Groene Boekje. In dit geval raad ik niet aan dit gifgroene ding bladzij voor bladzij te gaan lezen, maar gebruik het! Al is het maar om je eigen taalgebruik te verbeteren.

Dat waren ze. Mijn lijstje van vandaag. Tien tegen één dat ik morgen tien andere boeken erbij kan noemen, want dat is het geval met lijstjes: ze worden alsmaar langer.

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Hendrik Jan heeft het overgenomen in 2016. Deze vraag staat hier.

#50books vraag 37: historische romans

Vraag 37:
Lees jij historische romans, en zo ja wat zijn dan een aantal van jouw favoriete titels en/of schrijvers?

Jaren geleden verhuisde ik voor mijn werk naar Den Haag en kwam tot mijn vreugde dicht bij de Centrale Bibliotheek te wonen die toen nog aan de Bilderdijkstraat zat. Een oud gebouw met chronisch ruimtegebrek en allerlei leuke hoeken en gaten waar boeken verstopt zaten. Grasduinen was leuk, dus ik kwam regelmatig thuis met vooral historische romans. Was mijn geheugen wat beter dan kon ik nu vertellen welke boeken dat allemaal waren, maar helaas.

Mijn boekenkast is een betere bron voor titels. Een boek dat ik prachtig vond en niet zo prachtig is vereeuwigd in een tv-serie, was The Far Pavillions van M.M. Kaye. Een geweldig en fascinerend relaas van de Indiase geschiedenis.
Marion Zimmer Bradley heeft met The mists of Avalon een prachtig boek geschreven, helaas vond ik haar andere boeken wat minder, daar ben ik nooit doorheen gekomen.
Een jeugdfavoriet is Thea Beckman, Geef me de ruimte en Kruistocht in spijkerbroek staan in mijn kast. Dat de rest er niet bij staat, wijt ik aan de nabijheid van de bibliotheek in mijn geboorteplaats.

De scheepsjongens van BontekoeMaar mijn all-time favoriet is wel De scheepsjongens van Bontekoe van Johan Fabricius. Al in 1923 geschreven, blijft het boek geweldig en tijdloos. De vier scheepsjongens, Hajo, Padde, Rolf en Harmen beleven volop avonturen als hun schip is vergaan. Het is in 2008 verfilmd, maar ik heb het nooit aangedurfd te kijken. Ik krijg wel meteen weer zin om het boek voor de zoveelste keer te gaan herlezen.

#50books is in 2013 begonnen door @petepel, in 2014 voortgezet door @drspee en in 2015 weer overgenomen door @PPellenaars.
Deze #50books vraag vind je hier.

Louis Couperus – De komedianten

Deze roman van oude klassieker Louis Couperus heb ik helaas niet gelezen. De bespreking is geleend. Lavinius Gabinius, de dominus van de groep komedianten, die op één na allen zijn slaven zijn, komt naar Rome om zijn groep op te laten treden met de Scenische Spelen in het theater van Pompeius. Cecilius en Cecilianus, de zestienjarige tweeling die van jongs af aan in de groep zit, zijn de voornaamste spelers van de dominus. Zij spelen de belangrijke vrouwenrollen.
De volgende dag gaat de tweeling eropuit en als zij uitgejouwd worden door het volk, worden zij geholpen door Martialis en Plinius. Zij nemen de jongens mee naar het landgoed van Plinius, om te dansen en spelen voor de gasten van Plinius, bekende Latijnse dichters en schrijvers.
De dag daarop treedt de groep voor het eerst op in het theater van Pompeius. Zij spelen Bacchides van de Latijnse schrijver Plautus. In het publiek zit ook Crispina, hun moeder. Ze is trots op haar zoons, ook al weten ze niet dat zij hun moeder is.
Als de Scenische Spelen voorbij zijn huurt Crispina de tweeling voor een tijdje van de dominus. Cecilius en Cecilianus zijn er al achter dat zij hun moeder is, maar vertellen haar niet dat ze het weten, ze vinden het wel goed zo. Na een paar dagen neemt de broer van Crispina, Crispinus, tot grote woede van zijn zus Cecilius mee naar keizer Domitianus om bij hem in de gunst te komen. De keizer laat Cecilius niet meer gaan, en laat hem elke avond voor hem dansen.
Het boek speelt zich af in 96 na Chr. Duidelijk komt in het verhaal naar voren wat zich in die tijd afspeelde. De halfwaanzinnige Domitianus was keizer van het Romeinse rijk. Domitianus werd keizer op 30-jarige leeftijd in 81 na Chr., na de dood van zijn jongere broer Titus. Hij was arrogant.
In het boek komen veel bekende Latijnse schrijvers en dichters voor. Niet alleen Martialis en Plinius, maar ook anderen.

Louis Couperus leefde van 1863 tot 1923. Hij reisde veel. In 1894 reisde hij voor het eerst naar Rome en hij zou er nog vaak terugkomen. Het moderne Rome vond hij niet zo boeiend, maar hij was geïntrigeerd door het antieke Rome. Hij bezocht alle ruïnes en vond de charmes ervan overweldigend. De bouwvallen van de Thermen van Caracalla in Rome inspireerden hem tot de antieke roman De berg van licht. Wat ook een openbaring voor hem was, waren de vele ruime musea waar hij uren kon rondlopen.
Geïnspireerd door het oude Rome schreef hij ook nog Dionyzos, God en goden en het nooit afgemaakte Endymion. Over Italië zelf schreef hij Blanke steden onder een blauwe lucht.

Louis Couperus – De komedianten (Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1917)

Anthony Burgess – A dead man in Deptford

Meteen opzij gelegd, helaas. Het taalgebruik, zestiende eeuws aandoend, was niet om door te komen, in ieder geval niet voor mensen die weinig geduld hebben, waar uw ondergetekende ook onder valt.
Christopher Marlowe was een dichter en toneelschrijver in de tijd van William Shakespeare die onder verdachte omstandigheden bij een barruzie in Deptford vermoord werd.
Marlowe werd geboren in Canterbury als de zoon van een schoenmaker. Hij studeerde met een beurs in Cambridge en woonde vanaf ongeveer 1586 in Londen. Na Cambridge trok hij naar Londen waar hij zich bij The Lord Admiral’s Company onder leiding van de beroemde acteur Edward Alleyn vervoegde en toneelstukken begon te schrijven. Hij kende haast onmiddellijk succes.
Hij was één van de eerste schrijvers die ‘blanke verzen’ schreef. Een blank vers is een dichtvorm waarin geen rijm (met name eindrijm) voorkomt. Het metrum (ritme) is wel belangrijk. Van oorsprong wordt de rijmloze, vijfvoetige jambe zo genoemd.
Ook schreef hij jambische pentameters. Een pentameter is een versregel die bestaat uit vijf versvoeten, bijvoorbeeld een vijfvoetige dactylus of jambe.
Shakespeare was één van zijn navolgers. The merchant of Venice van Shakespeare was geinspireerd door Marlowe’s The Jew of Malta.

Anthony Burgess – A dead man in Deptford (London: Hutchinson, 1983)

Karen Harper – Mistress Shakespeare

Mistress Shakespeare is nog een Shakespeare boek, maar dit keer over de liefdes in zijn leven. William Shakespeare was in 1582 getrouwd met Anne Hathaway, maar in hetzelfde register als waarin Anne H. werd vermeld, werd ook het huwelijk van Anne Whateley met Shakespeare vermeld. In dit boek doet Anne Whateley haar verhaal over hoe ze Shakespeare leerde kennen als kind, hoe ze toen al zijn vriendinnetje was en hoe ze later met hem getrouwd is. Ze moet door zijn huwelijk met Anne H. verdragen dat haar huwelijk geheim gehouden moet worden.
Op zich is het natuurlijk heel interessant en bijna een boeketreeksonderwerp: wat als Anne Whateley inderdaad de liefde van zijn leven was? De dame uit zijn sonnetten, zijn inspiratie en zijn muze? Heel jammer, daar kwam ik niet eens aan toe.
Ik lees de laatste tijd blijkbaar alleen maar boeken waarin de hoofdpersonen vervelende niet-inspirerende mensen zijn.

Een uitgebreide bespreking van iemand die wel gecharmeerd was van dit boek is te vinden in het blog van Firefly.

Karen Harper – Mistress Shakespeare (New York: Putnam, 2009)