Een dialoog voor toneel schrijven

Ik had deze week een schrijfworkshop van Eveline Broekhuizen. Twee uur aan de hand van opdrachten lekker schrijven. Ik vond het heerlijk, ik kom er eigenlijk gewoon niet aan toe, en dit was een mooie stok achter de deur. Eén opdracht waar ik me echt mee heb geamuseerd is een dialoog schrijven. Neem een zin die je in je omgeving (lees bureau) kan lezen en schrijf daar iets over. Mijn zin stond op een kaartje waarop een spinnetje was geplakt: ‘In de theaterwereld geven acteurs elkaar vaak een toi toi-tje in de vorm van een voorwerpje gerelateerd aan het stuk.’ In 2015 gekregen van Theatergroep ’t Kofschip, bij het bezoek van de voorstelling ‘Amateurs’ van Wannie de Wijn.

Dialoog

Hij: “Een spin als toi toi toi? Waarom een spin?”
Zij: “Omdat er een spin in het stuk voorkomt.”
Hij: “Welnee, wat een onzin! Waar is die spin dan?”
Zij: (zuchtend) “Er wordt een spinnetje doodgetrapt ergens in het tweede bedrijf.”
Hij: “Ik ben die spin nog nergens tegengekomen.”
Zij: “Dat komt omdat jij het tekstboek nog nauwelijks open hebt gehad.”
Hij: “Hoezo heb ik het boek niet opengehad? Ik ken het grootste gedeelte van mijn tekst al en ik ben nergens een spin tegengekomen.”
Zij: “Ik moet je driekwart van de tijd souffleren. En die spin zit in het tweede bedrijf en daar zou je toch van moeten weten.”
Hij: “Oh, maar dan hebben het over de mise-en-scène en daar is Frans nog steeds niet aan toegekomen. Ik vind die spin onzin.”
Zij: “Het is geen onzin.”
Hij: “Het is wel onzin. Ik ken mijn tekst! Er komt geen spin in voor!”
Zij: “Kijk, en dan loop ik voor op jou. Want omdat ik van jou zonodig moest gaan souffleren heb ik het hele stuk al tien keer gelezen en heb ik die spin al tien keer voorbij zien komen. En dat is tien keer meer dan jij, want jij bent nog niet eens door het eerste bedrijf heen.”
Hij: “Dat is ook onzin! Ik heb één zin in het eerste bedrijf!”
Zij: “Dat bedoel ik!”
Hij: “Wat bedoel je?”
Zij: “Dat ik me als een idioot uitsloof om dit stuk tot een goed einde te brengen en dat meneer de toneelspeler nog steeds in de flow moet komen! Over zes weken is de voorstelling!”
Hij: “Ik ken mijn tekst! Frans moet de mise-en-scène gaan zetten!”
Zij: “Begin niet over Frans en de mise-en-scène die hij allang heeft gezet en jij weer bent vergeten omdat je niets opschrijft! Je moet je tekst gaan leren! We staan volledig voor paal als je niet wat meer je best gaat doen.”
Hij: “We hebben nog nooit voor paal gestaan en dat gaat nu ook niet gebeuren! Ik doe dit langer dan jij hoor!”
Zij: “Ja, en dit is de laatste keer dat ik dit doe, want ik word er helemaal gek van. Laat mij maar lekker series bingen op jouw repetitieavond in plaats van ‘gezellig samen iets doen’.”
Hij: “Het is toch leuk om iets samen te doen. Dat doen we veel te weinig!”
Zij: “Ja, gezellig iets samen doen, net zoals de afwas elke avond? Dat jij ineens dringend moet bellen of naar de buurman moet? Het heeft een week geduurd voordat jij doorhad dat er een afwasmachine was geïnstalleerd.”
Hij: “Nou beginnen we over de afwas?”
Zij: “Ja, we beginnen over de afwas, omdat jij zonodig iets gezellig samen wilt doen en ik geen Siamese tweeling met je wil zijn. Ga alsjeblieft de toneelspeler uithangen zonder mij. Ik vind dat souffleren toch helemaal niets. Dat gezeik elke keer van iedereen, dat ik te snel ben met souffleren. Iedereen is te langzaam met tekst leren. Ga vanavond maar alleen. Ik heb er even geen zin in.”
Hij: “Ja maar lieve schat, wat moeten we zonder jou?”
Zij: (kijkt alleen maar)
Hij: (trekt een pruillip)
Zij: (vloekt en draait zich om)
Hij: (doet zijn armen om haar heen en kust haar in haar nek)
(Heel lange pauze)
Hij: Okee. Die toi toi toi. Daar moeten we nog wat mee. Waar komt die spin voor? Laat het even zien in de tekst. Ik kan wel een tekstje verzinnen voor het kaartje. Het is toch Jiddisch van oorsprong? Ik zoek wel even op internet.
Zij: (overhandigt hem zwijgend een kaartje)

20210219s_dialoog

Hoe vind ik dit?

Ik heb tot nu toe altijd verhalen geschreven. Dit is de eerste dialoog. De eerste versie van deze dialoog schreef ik bij de workshop en ik deed er tien minuten over. De tweede versie die je hier kunt lezen duurde iets langer. Dat kwam ook omdat ik bij de workshop net niet aan het einde toe was gekomen. Daar moest ik nog iets van maken. Ik vind het wel heel leuk om te doen en voor een eerste dialoog vind ik hem heel grappig.

#tendaystory in bewerking

Op 1 april begon ik met dagelijks bloggen, puur voor de lol en mijn eigen concentratie. Ik begon ook met een #twentydaystory net als in 2019. Alleen maakte ik een klein foutje. Ik vond het namelijk niet nodig op twintig achtereenvolgende dagen afleveringen te publiceren en daarmee heb ik mijn hoofdpersoon Maaike lang laten bungelen. Op 12 en 13 april publiceerde ik twee afleveringen, vervolgens haalde ik het uit mijn eigen dagelijkse cyclus van bloggen en kwam er niets meer van. Arme Maaike moest tot 19 september wachten tot ik eindelijk weer wat verzon voor haar. Dat moet beter worden.

Wordingsproces

Vorig jaar gedaan, en dit jaar wilde ik dat ook weer doen. Een blog over het wordingsproces van het verhaal waarmee ik eigenlijk vooral lessen voor mezelf wilde formuleren. Als je twintig dagen met een verhaal bezig bent, leer je wel wat goed of fout is. De eerste fout is al genoteerd. Beterschap is beloofd. Ik ga mijn best doen, ook met dit stuk. Eén van de fouten van vorig jaar hoop ik te voorkomen met de verhaallijn die ik al deels heb.

Goede voornemens

Het zou zo mooi kunnen zijn als je voornemens ook uitvoerde. Het verhaal van Maaike in twintig afleveringen had al afgerond kunnen zijn als ik tenminste in september had doorgezet. Maar nee. Ik heb zojuist (8 oktober) een nieuwe aflevering gepubliceerd en heb me ernstig voorgenomen het nu door te zetten en elke dag een aflevering te publiceren. Tot morgen dus.

Nog meer goede voornemens

Tot morgen was leuk, maar is niet gelukt. Nou wilde ik heel graag dit verhaal af krijgen voor het eind van oktober, maar dat wordt zeker anderhalve week in november nog doorploeteren en dubbelen. Vanaf 1 november ga ik meedoen aan #nanowrimo, National Novel Writing Month. Daar zou een boek uit moeten komen, tenminste, dat ga ik proberen. Ik heb me heel oktober al voorbereid. Het wordt leuk, want dat wordt dus de #twentydaystory, dagelijks bloggen en het boek.

#tendaystory

Het is eind december, ik heb net mijn kerstverhaal gepubliceerd en ik zit nadenkend naar mijn #twentydaystory te kijken. Ik wilde dat verhaal afhebben voor het eind van december en dat gaat dus gewoon niet lukken als ik op 26 december 9 afleveringen heb gepubliceerd. Ik heb dus een beslissing gemaakt, het wordt een #tendaystory. Met een beetje geluk heb ik morgen genoeg inspiratie voor het laatste deel.

De moraal van het verhaal

Bezint eer ge begint. Het was misschien niet zo handig dit te beginnen in een periode dat ik druk was met dagelijks bloggen, thuis werken, jongleren met buiten sporten, een beetje op mezelf letten en van alles en nog wat. Volgende keer – als die er komt – ga ik gewoon weer mee op een opdracht, in mijn eentje was het blijkbaar teveel. Het is uiteindelijk een aaneenschakeling van goede voornemens en te weinig discipline geworden, waardoor het verhaal uiteindelijk op 30 december is afgerond. Maaike blijft in portefeuille, dat heb ik haar beloofd.

Waar vind je alles?

Hier vind je mijn 2020 editie van de #tendaystory. Mijn eerdere #twentydaystory vind je hier. De bijlage over het schrijven van dat verhaal vind je hier. Wil je meer verhalen lezen? Dat kan hoor want elk verhaal heeft de tag ‘eigen verhalen’ gekregen. Veel leesplezier.

Hoe warm het was

Dineke tikte tegen de thermostaat, 29,5 graden, dat kon niet kloppen. De gordijnen waren dicht geweest, de ventilator stond constant te draaien, waar kwam dat vandaan?
‘Dat is warm’, zei Joris achter haar. Hij wilde haar omhelzen, maar kwam ervan terug toen hij aan haar bleef plakken. Ze keek pijnlijk, haar armen waren verbrand en voelden in het geheel niet lekker aan.
‘Zal ik nog maar een keer smeren?’ zei Joris. ‘Het moet vet blijven, dat is beter voor je huid.’
‘Ja, doe maar’, zei ze.
Ze had ’s nachts nauwelijks geslapen vanwege die verbrande huid. En nu moest ze nog werken, wat ook niet alles was. Maar er waren een paar dingen die af moesten en tien minuten zat ze, ingesmeerd en wel achter haar laptop. Joris ging weg, zijn baas had vanmiddag uitgekozen voor een afspraak op het kantoor met airconditioning. Timing noemden ze dat. Ze legde de handdoek op het bureaublad en begon met haar werk.

zon

Avond

Tegen half zes was Joris weer terug en was zij net klaar. Hij stond bij de thermostaat met ongeloof op zijn gezicht, 31 graden was het inmiddels. Het zweet stond op haar rug, en ze kroop tegen hem aan in de hoop nog wat airconditioned lijf mee te kunnen pikken. Helaas, hij was al weer opgewarmd. Ze keken elkaar aan.
‘Wat doen we?, zei Joris, ‘naar het strand in de hoop dat het daar te harden is? Of blijven we hier en hopen we door heel stil te zitten, het te kunnen negeren?’
Ze geeuwde. ‘Gewoon hier blijven en iets koels te eten klaarmaken. We hebben nog watermeloen, iets van een salade is prima.’
Na het eten zaten ze met zijn tweeën op het balkon. Het werd wat koeler, er kwam een windje bij. Hij zat naar de vogels in de grote boom te kijken, zij zat met een boek op haar schoot. Ze gooide het met een klap op het krukje naast haar.
‘Boeit niet?, vroeg Joris.
‘Nee, boeit niet, gaat over een gezapig huisgezin en dat zie ik hier al, dus daar hoef ik niet over te lezen.’
Hij grinnikte. ‘Het is snel gegaan. Drie maanden samenwonen en we zijn al gezapig.’
‘Wil je dat?’ Hij grinnikte weer. ‘Vraag me dat morgen nog eens als het wat koeler is. Dan krijg ik wel energie om minder gezapig te zijn. Ze keek om zich heen, zoekend naar iets dat ze kon gooien. Joris was haar voor, hij had de wasmand naast zich en gooide een handdoek naar haar. ‘Opvouwen mens, gewoon doen wat een gezapig paar samen doet ter verstrooiing.’
Ze hoorden de buurman beneden lachen. Hij kwam onder het balkon vandaan. ‘Ik heb ook nog een was staan hoor, die kan je ook opvouwen.’
Dineke trok een gezicht, ‘zullen we dat maar niet doen?’ En ze stak haar tong naar hem uit. Hij lachte weer en ging zitten. Dineke keek Joris aan. ‘Kom maar op met die was, saaie man.’
Dollend vouwden ze de wasmand leeg. De gezapigheid trok de volgende dag weg, samen met het mooie weer.

Wil je nog meer verhalen lezen? Al mijn verhalen hebben de tag Eigen verhalen gekregen.

Het gras is groen

Dineke geeuwde.
‘Nee Dineke, je hebt niet de aandacht erbij. Zorg ervoor dat je aandacht op je innerlijk gericht is. Nu denk je aan andere dingen, daarom geeuw je.’ De stem van de mindfulness instructrice was wat nasaal, en Dineke kon er niet tegen. Ze kon ook niet tegen deze mindful sessies, maar helaas waren ze verplicht. Haar baas had bedacht dat in deze coronatijd ze wel wat extra aandacht voor het innerlijk verdienden. Het enige wat ze op het ogenblik deed was nadenken of mindful nou met één of twee l-len was. Dat moest ze later maar opzoeken. Nu dacht ze aan het gras dat kriebelde, want ze was natuurlijk vergeten haar yogamat of een badhanddoek mee te nemen zoals de instructrice had gevraagd. Ze keek voorzichtig door een kiertje van haar ogen naar de anderen. Die zaten allemaal keurig op anderhalve meter afstand in meditatiehouding. Haar rug deed pijn, als ze ergens niet tegen kon, was het wel een tijd rechtop zitten. Ze zakte in. Er stond een schaduw naast haar. De instructrice.
‘Dineke, het moet geen martelpartij worden hoor. Als je last van je rug hebt, ga dan liggen. Het gaat echt om je mindfulness. Dus als je het niet erg vindt om in het gras te liggen, doe dat vooral.’

gras

In het gras

Met een zucht zakte Dineke onderuit. Dat was beter. Ze rekte zich even helemaal uit. ‘Handen naast je lichaam, Dineke’, hoorde ze de instructrice zeggen. Zij liep door naar een collega. Dineke deed haar ogen dicht. Ze voelde het gras kriebelen. Het rook fijn, vers gemaaid gras. Het zag even groen voor haar ogen. Ze was moe, het was de afgelopen weken best wel druk geweest en ze had veel werk verzet. Daar kwam bij dat ze heel erg moest wennen aan het thuis werken, en aan het gezelschap. Joris zat voor de quarantaine al vaak bij haar en ze hadden meteen besloten samen te gaan wonen, anders zouden ze elkaar nooit zien. Ze hoorde de instructrice aanwijzingen geven, ergens luisterde ze nog wel. Ze geeuwde weer. Boven haar hoofd vloog een hommel, ze bewoog vaag. Verder wist ze het niet meer. Ze werd pas wakker toen iemand naast haar ging liggen.
‘Wij vormen een huishouden’, hoorde ze Joris zeggen. Ze zag iets blauws naast zich.
‘Het gras is blauw. En hoog!’ Ze klonk verbaasd. Ze was ook verbaasd. Gras? Blauw?
‘Nee, gekkie, het gras is groen, jij bent een beetje blauw, was je zo moe, dat je bij zo’n interessante les mindfulness in slaap bent gevallen?’ Hij glimlachte naar haar.
Ze had haar ogen nu helemaal open en zag het nu, dat blauwe was zijn shirt en er zaten strepen op, daarom dacht ze dat het gras was. Ze ging overeind zitten.
‘Gaat het Dineke?’ De instructrice stond voor haar.
‘Ja hoor, sorry, ik ben echt in slaap gevallen’, ze lachte en beet op haar lip.
‘Geeft niet hoor, dat is ook ontspannen. Ik hoop dat je er wat aan hebt.’ De instructrice liep weg. Joris zat grinnikend naast haar.
‘Was jij nieuwsgierig? vroeg ze.
‘Ja, inderdaad. Op mijn werk schijnen ze te denken dat we er gewoon doorheen rollen, dus ik wilde eigenlijk wel weten wat je deed. Het zag er… interessant uit.’ Hij lachte nu ronduit.
Ze probeerde op te staan, maar was een beetje duizelig. Joris sprong op en trok haar overeind aan haar handen. Ze duizelde nu helemaal en hij sloeg zijn arm om haar heen en trok haar naar een bankje.
‘Zo, zitten, ik heb water bij me en die kleine eierkoeken die je zo lekker vindt. Picknick!’
Toen ze eenmaal wat had gedronken ging het weer beter.
‘Het is raar, weet je’, zei ze tegen Joris, ‘ik lag daar en alles was groen. Ik deed mijn ogen dicht, groen. En toen dacht ik dat ik mijn ogen open deed en… groen. Nog steeds. Het was alsmaar groen. Tijdens die hele mindfulness. Het gras kriebelde, ik wilde dat woord opzoeken om te kijken hoeveel l-len erin zitten, het was allemaal gewoon groen en het gras groeide ook alsmaar door en werd steeds hoger.’
Joris keek haar peinzend aan en nam een grote hap van zijn eierkoek.
‘En toen zag ik jou en dacht ik echt dat het gras blauw was geworden.’
Hij nam nog een hap. ‘Mindfulness is niets voor jou, hé?’
Ze keek hem een beetje suf aan. ‘Nee, ik geloof het niet, yoga vind ik lekker, maar dit? En dan ook mediteren. Ik kreeg last van mijn rug, daar kon ik alleen maar aan denken. En dat gras dat alsmaar groeide, ik kreeg echt de indruk dat ik helemaal in het gras verdwenen was.’
‘Open’, zei hij. Ze opende gehoorzaam haar mond en hij duwde de eierkoek erin.
‘Zo, niet groen, en vanavond krijg je geen groene groente, want je hebt teveel groen gehad vandaag.’
Ze giechelde en hij kuste haar op haar voorhoofd en maakte van de gelegenheid gebruik een hap uit haar eierkoek te nemen. Ze duwde hem weg, ‘Nee, blijf er af, die is van mij, neem er zelf maar één!’
Hij hield het lege zakje omhoog. Ze keken er allebei naar en begonnen te lachen.
‘Op het boodschappenlijstje!’
Hij grijnsde, ‘deze? Of wil je groene?’
Ze stond op en liep naar haar fiets, die van Joris stond er naast. Ze keek om.
‘Groene. Gekkie. Gras is groen, eierkoeken niet.’

Wil je nog meer verhalen lezen? Al mijn verhalen hebben de tag Eigen verhalen gekregen.

Terug naar de bibliotheek

We mogen weer. Na acht weken gesloten te zijn, mogen de bibliotheken weer open. Voor beperkte dienstverlening weliswaar, maar ze zijn weer open.

Voorraad

Al die tijd had ik tien boeken liggen en gelukkig had de bibliotheek Den Haag besloten tijdelijk de boete stop te zetten, want ze waren binnen gelopen. Nou heb ik weinig gelezen de laatste tijd. Iets te veel corona aan mijn hoofd. Niet alle boeken waren dus gelezen, maar ik heb wel nieuwe voorraad, zeer bewust gekozen.

Andy McDermott

Ik was op zoek naar Madeline Miller bij de Engelstalige boeken, maar vond haar niet. Dat gaat ook voorlopig niet lukken, want hij staat op ‘gereserveerd’. Maar bij de M kwam ik wel een hele reeks Andy McDermott tegen. Een schrijver die ik vaag kende, de achterkanten spraken me wel aan. Avontuur! Geschiedenis! Spannende dingen! Ik ben met The Secret of Excalibur naar huis gegaan. Niet het eerste deel van de serie over Nina Wilde en Eddie Chase, want die stond er niet. The Hunt for Atlantis is uitgeleend, maar ik denk wel dat ik daar achteraan ga. Ik ben op pagina 111 en ik vind het nu al leuk.

Verhalenbundel

Lang geleden had ik op een kaartje titels geschreven van verhalenbundels, want die wilde ik toch meer gaan lezen. Van die vijf titels vond ik er één: De pier stort in en andere verhalen, van Mark Haddon. Ik heb hem meegenomen omdat de eerste bladzijde me al aansprak. Ik ben benieuwd. Tips voor andere verhalenbundels zijn ook welkom.

Stephenie Meyer

Ik heb het Twilight kwartet gelezen, ik heb The Host gelezen, en deze kende ik niet: The Chemist. Meegenomen uit pure nieuwsgierigheid. Ik heb Twilight met veel plezier gelezen, maar dat was niet allemaal even goed. Dus ik ben benieuwd

Stephen King – On Writing

Oh schande, deze staat namelijk al tijden in mijn ‘Currently Reading’ lijst op Goodreads. Dat komt omdat ik hem toen uit de bibliotheek had gehaald, om de één of andere reden hem weer heb terug gebracht voor ik hem uit had en hem nooit heb teruggehaald. Terwijl het me wel fascineerde. Dus ditmaal wil ik hem uitlezen, een tijd terug had ik al een bespreking gelezen van Nanneke van Drunen, en daardoor werd ik weer nieuwsgierig. Deze vakantie wil ik één van de lessen van Stephen King doorvoeren: stop met tv kijken, lees zoveel mogelijk. Ik ben toch door Star Trek Voyager heen. En jij? Ook weer naar de bibliotheek geweest?

Een nieuwe ervaring: luisterverhalen

Ik kwam ze tegen bij het opruimen, twee cd’s met luisterverhalen. Ik had ze nooit beluisterd. Vanmiddag kwam het er dus eindelijk van. Het zijn twee cd’s met romantische verhalen.

Rosita Steenbeek – Roberto

Een vrouw vertelt over haar leven met Roberto. Naarmate het verhaal vordert blijkt dat hij psychiater is. Ze vieren oud en nieuw in een hotel met vrienden van hem. De relatie gaat niet goed en het stel gaat uit elkaar. Ik heb ondertussen al begrepen dat deze Roberto een rol speelt in meerdere boeken van Rosita Steenbeek. Vind ik het verhaal leuk? Nee, deze bevalt niet zo. Ik vind de vrouwelijke hoofdpersoon ietwat hysterisch en onsympathiek, Roberto vind ik ook niet geweldig.

Vrouwkje Tuinman – Wolf

Een verhaal dat zo weinig indruk maakt dat ik een paar uur na het luisteren weinig meer van af weet. Dat is niet zo goed. Wolf is de bijnaam van een jonge man, waar de vrouwelijke hoofdpersoon helemaal gek van is.

Fiona Rempt – Aan de andere kant van de muur

Madelief krijgt een nieuwe buurman, Thierry, en is daar vanaf de eerste minuut stapel verliefd op. We krijgen het hele verhaal te horen hoe ze hem aan de haak wil slaan. Leuke personages, en verreweg het beste verhaal van de drie. Spoil ik als ik zeg dat ze elkaar krijgen na een stevig misverstand? Dat is toch niet spoilen bij romantische verhalen toch? Rempt is trouwens een schrijfster van kinderboeken, wat verklaart waarom ik nog nooit van haar gehoord heb, en heeft ook verhalen geschreven.

De luisterervaring

Bij luisterverhalen is het belangrijk welke stem je in je oren krijgt. Dat vond ik bij deze wat tegenvallen. Drie verhalen waarin een vrouw de hoofdpersoon is en ze worden alle drie door een man voorgelezen. Ik zou dan eerder een vrouw verwachten. Verder vond ik de scheiding tussen de verhalen slecht op te vangen. Drie keer dezelfde man, je hoort nauwelijks wanneer een nieuw verhaal begint. Ik vind het wel fijn te luisteren als ik ondertussen iets anders doe. Een haakwerkje erbij is prima te doen, terwijl een boek lezen en haken niet te doen is. Je moet er wel bij blijven. Even dat bliepje onderzoeken op je computer en chats lezen is niet te verenigen met een luisterverhaal. Ook de keuken inlopen om iets te pakken moet je niet doen. Ik raakte echt de draad kwijt op dat moment. Het was geen slechte ervaring en misschien een aanleiding om nu ook podcasts te gaan luisteren. Ik weet niet of ik nu boeken ga luisteren, de tweede cd met verhalen ga ik nog wel luisteren.

Boeken voor de te lezen stapel

Ik mag wel zeggen dat het een kleine verslaving is. Ik mag graag in boekhandels rond lopen en het gebeurt niet vaak, maar soms loop ik zonder boeken weg. Afgelopen week was het raak, want ik had een boek besteld, liep nog even rond in de winkel en ging uiteindelijk met drie boeken de deur weer uit.

Oorlog in onderzoek

Volgens het NIOD: Dit boek laat de onderzoekers van het NIOD zelf aan het woord en beschrijft de complexiteit van de manier waarop we omgaan met de oorlog.Ik zag het boek aangeprezen op Twitter door een collega informatiespecialist en heb het eigenlijk meteen besteld. Ik heb zelf al jaren belangstelling voor WOII en heb er veel over gelezen. Dit boek, over het enige Instituut in Nederland dat zich met de studie van oorlogen bezighoudt, leek me erg interessant.

oorlog in onderzoek

Oorlog in onderzoek: 75 jaar NIOD / Red. Marjo Bakker, Petra Drenth, Jeroen Kemperman, Hinke Piersma. – Amsterdam: Boom, 2020.
ISBN 9789024430932

Grip

Met het boek van Rick Pastoor, binnenbaas van het journalistieke platform Blendle, heb ik al meer in handen gestaan. Hij deelt zijn persoonlijke werkmethode en heeft volgens de blurb een verrassend praktische aanpak. Daardoor krijg je ruimte in je hoofd voor grotere plannen en levensdromen. Nou, kom maar op Rick. Ik denk dat het er voor mij op neerkomt, dat ik hier inderdaad praktische dingen eruit haal en de rest naast me neerleg. Wat voor Rick werkt hoeft niet voor mij te werken.

grip

Grip: het geheim van slim werken / Rick Pastoor. – Amsterdam: Uitgeverij NZ, 2020. 12e dr.
ISBN 978-90-8288-1226

Cursed

Dit boek zag ik liggen en de eerste naam die ik las, was die van Neil Gaiman. Neil Gaiman! Fan! Het zijn korte verhalen, niet alleen van Neil Gaiman, maar ook van andere schrijvers die ik niet ken. Alleen voor Neil heb ik het dus gekocht. Het zijn ’twists’, varianten op vloeken, in sprookjes, maar ook in verhalen van de moderne wereld.

Fairy tales take a weird twist in this anthology compiling stories from an all-star cast of fantasy writers, including stories from Neil Gaiman, Charlie Jane Anders and Alison Littlewood.
Here in this book you’ll find unique twists on the fairy tale conceit of the curse, from the more traditional to the modern – giving us brand new mythologies as well as new approaches to well-loved fables. Some might shock you, some might make you laugh, but they will all impress you with their originality.

cursed

Cursed: an Anthology of Dark Fairy Tales / ed. by Marie O’Regan and Paul Kane. – London: Titan Books, 2020.
ISBN 9781789091502

Ik verheug me op deze boeken, zeker Cursed wil ik graag in beginnen. Uitstekend boek voor ’s avonds. Nog even een verhaal lezen voor het slapen gaan.

Over een varen en zijn huisgenoten

De varen ritselde rustig. Twee dagen was hij nu in dit nieuwe huis en het begon al te wennen. Mooie grote zonnige kamer, veel gezelschap en dat waren ook best wel grote planten. Die grote tegenover hem had nog geen woord gezegd, maar de plant om de hoek, die in de kerstbak, had al gezegd dat de grote wat eenkennig was. En de kerstbak had ook verteld dat de eigenares van het huis niet zo scheutig was met water. Eens in de twee weken liep er een andere vrouw rond die schoonmaakte en ook de planten water gaf. Maar die was al een tijdje niet geweest.

Verhuizing

De varen had de verhuizing als enigszins traumatisch ervaren. Niet alleen was hij in het plastic verpakt zodat al zijn bladeren dicht opeen zaten, maar ook zat hij in een doos met negen andere planten. Twee dagen lang! Op donderdag ingepakt en dankzij een bezorger die drie keer de weg was kwijtgeraakt, pas vrijdagmiddag laat aangekomen in het nieuwe huis. De vetplant had er bladeren van verloren, zo traumatisch was het geweest. Het kleine roze mini plantje stond ernaast en troostte hem. De Calathea kwinkeleerde, die had het naar zijn zin. Hij stond in een ouderwetse pot met zwarte en gele strepen, en vond zichzelf geweldig. Ja, hij had een naamkaartje, net als de bananenplant. Zij hadden hun identiteit, maar de rest was uit de kas gehaald en had geen naamkaartje gekregen. Ze stonden allemaal enigszins beduusd te zijn.

De oude bewoners

De varen rekte zijn bladeren. Dat waren toch Kalanchoë’s in de vensterbank? Makkelijke plantjes, konden in de zon, daarom stonden ze daar natuurlijk. Maar wel ongezellig, want zij wisten natuurlijk meer van dit huishouden. Op de kast stond een kleine broer van de grote tegenover de varen. Niet zo goed gegroeid? Te weinig in het licht gestaan. Nu stond hij wel goed. Er zat wel een bruin blad in, dat moest er wel uit. De varen ritselde ongerust. Het was maar afwachten hoe de verzorging zou worden. Te weinig water was niet goed, maar teveel water ook niet. Zeker niet voor het vetplantje dat nog stond te acclimatiseren op de tafel. Hij had vandaag nog geen blad verloren, dat was een goed teken. De varen schraapte zijn keel en vroeg aan de grote bol met lange bladeren, “Wat denk je? Krijgen we vandaag water?” De bol keek hem aan, “ik denk het niet, wij oudgedienden hebben begin van de week water gekregen, ze is er niet scheutig mee. Beetje vergeetachtig.” De beide vetplantjes in de rekje in de hoek beaamden het, maar zij vonden het niet erg. Die werkster eens in de twee weken, die voelde ook niet of ze nog water hadden. Dat was wel erg. Gelukkig gooide het vrouwtje het overtollige water er wel uit. De varen zuchtte verlicht. Dat viel mee. Toen werd het rustig in huis, want ze ging de deur uit.

plantjes (1)

Gewenning

Uren later kwam ze weer terug. Alle planten waren tot rust gekomen, het wende wel dit nieuwe huis. De oudgedienden waren benieuwd naar hun nieuwe maatjes en het geklets was niet van de lucht geweest. Maar nu was iedereen weer stil, tot ze met een gieter rond begon te lopen en alle nieuwe plantjes water ging geven. Ook haalde ze bruine bladeren weg bij alle planten. De varen ritselde tevreden met zijn bladeren en strekte zich uit. Dit zou gewoon maar eens een goed huis kunnen worden. De plant in de kerstbak stak al zijn blaadjes blij de hoogte in, want hij kreeg ook water. Dat had hij ook wel nodig, want hij zag er niet heel gezond uit. En ze begon te praten tegen haar plantjes. Uit alles bleek dat zij het ook heerlijk vond. Nieuwe plantenkindertjes, nieuwe aanwinsten waar ze goed voor zou zorgen. Natuurlijk ook uitzoeken wat ze nou waren, zodat ze de goede verzorging zou kunnen aanbieden. Het kwam allemaal goed.

De planten in dit verhaal zijn bij plantje.nl gekocht. Tien planten in een kneusjesbox, het is een verrassing wat je krijgt, maar ik geniet ervan. Klik vooral door naar de foto’s op Flickr, want daar staan ze alle tien.

Het wordt voor mij een uitdaging, deze maand, want ik heb besloten elke dag te bloggen. Voor afleiding, concentratie-oefening en gewoon voor de lol. Niet alleen op dit blog, maar ook op mijn andere blog, dat ik normaal voor sport en voeding reserveer. Dit is aflevering 26, hier kan je aflevering 25 vinden.

Een verhaal in 10 afleveringen, #tendaystory

Ik verdwaalde op mijn eigen site vandaag. Dat heb je met Pasen waarbij het devies is #blijfthuis. Tel daarbij dat ik me niet helemaal fit voel en het is compleet. En ik begon na te denken over een verhaal. Vorig jaar heb ik meegedaan aan de #twentydaystory van Martha. Dat vond ik zo leuk dat ik ook mee ging doen aan haar prompts voor verhalen. Kijk vooral op mijn site voor de verhalen die ik tot nu heb geschreven. Dat stopte in maart, door de c-crisis. Mijn concentratie was niet dusdanig dat het allemaal lukte. Maar nu wil ik het toch weer gaan doen, zo’n verhaal in afleveringen. De opzet? Waarschijnlijk gaat het weer net zo als vorig jaar, dat ik zit te zweten over de cliffhangers. Het wordt nog spannender omdat ik niet van plan ben op achtereenvolgende dagen afleveringen te publiceren. Het wordt ook geen #twentydaystory, maar een #tendaystory. Ga ik voortborduren op Dineke en Joris? Ze figureren. Want onderstaande eerste zin komt uit mijn #twentydaystory van vorig jaar.

1

Onderweg naar huis gingen Dineke en Joris zo op in hun gesprek dat ze vergaten door te rijden bij groen licht.
Maaike stond achter ze te wachten. Ze gebruikte haar fietsbel toen de twee het groene licht lieten gaan. Ze keken beiden om. “Sorry”, riep de jongen, “we gaan opletten”.
Ze glimlachte. “Geeft niet”, riep ze. Bij het volgende groene licht reden ze alle drie door. Ze was blij toen de twee een eindje verderop rechtsaf sloegen en zij rechtdoor moest. Ze bleef er moeite mee houden, andere mensen in haar nabijheid. Bij haar huis ging ze meteen achterom, haar fiets in het fietsenhok zetten. Ze had er helemaal geen zin in dat ’s avonds laat te gaan doen. Dan kon het zo donker zijn, zelfs met de extra verlichting die een maand geleden was opgehangen. In de hal van de flat wachtte ze even tot de buurvrouw naar boven was gegaan. Ze nam de volgende lift en drukte de deur dicht voor er iemand bij kon komen. In de gang van haar huis was het licht al aan. Leve de app die haar toeliet het licht aan te doen voor ze thuis was. Ze deed haar deur op slot en hing haar jas op in de kast. De woonkamer was zonnig, licht en vrolijk, en ze stond stil om ervan te genieten. De beste beslissing die ze had genomen de laatste jaren was deze flat te kopen.

2

Ze liep door naar de keuken en zette thee voor zichzelf. Ze nam het glas mee naar haar stoel en zette het in de vensterbank. De stoel schoof ze schuin zodat ze naar buiten kon kijken. Ze dook erin weg. Het uitzicht was mooi deze avond. Een mooie heldere avond. Ze kon het park aan de overkant van het water goed zien. Er waren een paar mensen aan het sporten, er liepen joggers voorbij. Ze kon duidelijk de buurman van een paar flats verderop zien. Diens knalrode vest was herkenbaar uit duizenden. Zijn hond rende ook voorbij. Ze stond op, liep naar haar verrekijker en richtte deze op het park. Wie zat daar nou op het bankje? Een man in een donker trainingspak zat er uit te rusten. Ze nam haar thee erbij en zwaaide haar verrekijker naar het sportparkje. En daar zag ze de vrouw die altijd samen met die man aan het sporten was. Zij was nog wel bezig. Ze keek nog steeds toen de vrouw ook stopte en naar de man op het bankje liep. Hij lachte en zij trok hem overeind en kuste hem. Samen liepen ze weg.

3

Ze nam een slok thee. Dit waren oude bekenden, ze zag ze minstens drie keer per week in het sportparkje. Ze ging weer in haar stoel zitten. Het werd langzamerhand donker, maar ze deed geen extra licht aan. Er kwam van buiten nog voldoende licht. De telefoon ging en ze keek op het schermpje, het was haar zus Nora. Ze nam op. ‘Ja?’ Nora tetterde in haar oor. ‘Het is gelukt! Ik heb kaartjes voor volgende week zaterdag! Ga je mee?’
Ze moest even nadenken, Nora wilde naar een musical. En zij vond die ook leuk. ‘Waar was het ook al weer?’
Nora zei, ‘dat was nou juist zo mooi. In het Stadstheater. We kunnen het lopen bij jou vandaan. Vijf minuten! Lekker makkelijk. Ik kom zaterdag wel bij jou eten. Als je niet wilt koken kunnen we wel wat bestellen.’
Maaike kneep haar ogen dicht, dat tempo van haar zus, daar kreeg ze af en toe hoofdpijn van. Ze hoorde buiten lawaai en keek naar het park, het was iemand die zijn fiets een beetje luidruchtig tegen het bankje gooide. ‘Maaike!’
Ze richtte haar aandacht weer op de telefoon en haar zus. ‘Ja, ik weet het weer. Musical. Stadstheater. Jij komt hier eten. Wil je ook blijven slapen? Anders moet je midden in de nacht op je fiets naar huis en je weet dat ik dat niet leuk vind.’
‘Ach lieve zus, je bent altijd overbezorgd. Maar ik blijf wel slapen hoor, dan kunnen we zondag samen een stuk hardlopen en dan ga ik daarna weer naar huis. Ik ben er zaterdag rond vier uur.’
Maaike hing op en keek naar de fietser in het park. Er was een man op het bankje gaan zitten. Zijn fiets stond nu recht.

4

En toen zat de schrijfster met een dilemma. Want dit zo ijverig begonnen verhaal dreigt geen einde te krijgen vanwege? Geen idee eigenlijk. Het plan was echt elke dag iets erbij te schrijven en het lukt gewoonweg niet. Dus krijg je weer van die stukken tussendoor dat de schrijfster over het verhaal nadenkt. Maar dat komt ook, lieve lezers, omdat ik jullie te lang laat wachten. In april begonnen, in september eindelijk een deel 3 en nu is het oktober en moet er echt een eind aan komen. Want deze schrijfster gaat een boek schrijven. En daar moeten in oktober eigenlijk de voorbereidingen voor beginnen. Want in november begint #nanowrimo. Het is voor de schrijfster niet goed als er twee verhalen door elkaar lopen. Dan krijg je het effect van seriemoordenaars die per ongeluk door een romance heen lopen. Maaikes verhaal moet dus in oktober afgerond worden. Na deze tussendoor aflevering komen er nog zestien, als de schrijfster er braaf elke dag voor gaat zitten, moet dat op 24 oktober afgerond kunnen zijn. Morgen dus het vervolg. Wat ziet Maaike in het park?

5

Ze draaide de verrekijker naar het bankje, want met dat blauwe vest had ze wel een vermoeden wie het was. De ergernis kwam in haar op en ze keek naar de man. Het was hem niet. Het blauwe vest leek wel op het vest van Eric, maar het was hem niet. De man stond al weer op en er kwam een tweede man bij die zijn fiets naast die van de man in het blauwe vest zette. Met zijn tweeën begonnen ze aan rek- en strekoefeningen. Na een paar minuten liepen ze weg, in de richting van het sportparkje. Daar gingen ze aan voorbij en verloor Maaike ze uit het oog. Ze draaide de verrekijker naar beneden en haalde diep adem. Haar hand trilde. De telefoon ging weer, ze schrok ervan. Ze pakte hem op en keek naar het schermpje. Een onbekend nummer. Ze nam niet op, maar legde de telefoon neer en nam een slok thee. De telefoon rinkelde nog even en de beller gaf het op. Ze kalmeerde weer. Alleen de gedachte al dat Eric zo dicht in de buurt kon zijn was voor haar moeilijk. Ze kroop weg in haar stoel.

verrekijker
Afbeelding van sidgarg via Pixabay

6

De volgende dag was het zondag. Wasdag voor Maaike, gelukkig was het mooi weer, want dan kon ze het buiten hangen. Maar eerst ontbijt en koffie bij het raam. De telefoon ging en zonder erbij na te denken, nam ze op. “Ja?” zei ze en verbeet zich meteen. Ze had niet gekeken wie het was.
“Eindelijk” klonk het aan de andere kant, “neem je die telefoon nooit op?”
Eric! Damn! Ze wilde ophangen, maar Eric bleef praten.
“Maaike, alsjeblieft, niet ophangen. Het enige dat ik wil is met je praten en dat lukt niet als je niet opneemt, of meteen weer ophangt.” Ze bleef stil zitten.
“Het spijt me, okee? Jij en ik, we kennen elkaar al heel lang en ik zou je beter moeten kennen, maar ik heb het echt ontzettend fout gedaan. Ik weet niet of ik het goed kan maken. Ik sprak je zus een week geleden toevallig en ze wilde eigenlijk niet met me praten, maar ik maakte wel uit haar woorden op dat je het gewoon niet makkelijk hebt op het ogenblik.”
De tranen stonden in haar ogen.
“Kunnen we elkaar een keer ontmoeten? Ik heb jouw ‘Lord of the Rings’ nog, dan krijg je die meteen terug. Neutraal terrein Maaike, een terras of zo. Als je niet wilt, kan ik dat boek wel een keer aan Nora geven, haar werk is vlakbij het mijne. Maaike?”
Ze nam een beslissing. “Het is goed, we ontmoeten elkaar wel een keer. Ik stuur je wel een bericht.” Ze hing de telefoon op en zat nu echt te huilen. Tussen de tranen door probeerde ze het nummer van haar zus te vinden.

7

Nora had een uur nodig om haar zus te kalmeren. Maaike zat te huilen aan de telefoon. “Lieverd, rustig nou.” Nora zuchtte. Ze wist wat er was gebeurd, ze wist dat Maaike het moeilijk had, maar ze had geen oplossing voor haar zus. Stilletjes was ze het met Eric eens, de twee moesten gewoon praten. Uit solidariteit met haar zus had ze weinig tegen Eric gezegd toen ze hem tegenkwam. Maar ze had wel tegen hem gezegd dat hij echt moest proberen te praten met Maaike. Maar hij had tegen haar gezegd dat het knap moeilijk was omdat Maaike de telefoon niet opnam als ze zag dat hij het was. Dat wist hij omdat hij vaak genoeg geprobeerd had te bellen op momenten dat ze thuis moest zijn.

“Lieve schat”, zei ze tegen haar zus, “je hebt het nu besloten. Je gaat met Eric praten. Als je nou gewoon meteen de knoop doorhakt en dat komende week doet. Je bent vrij dan. En zeg dan wanneer het is, want dan neem ik vrij en ga ik mee, en blijf ik in de buurt. Als er dan wat is, kan je mij erbij roepen. Is dat een idee? En doe het in het begin van de week, anders blijf je er tegen aan hikken en verpest je die vrije week. Ja? Idee?” Ze wachtte op antwoord van haar zus. Maaike was nu gekalmeerd en snufte wat na. “Maaike?”
Ze nam een slok koffie en trok een lelijk gezicht. “Koude koffie, jakkes!” Nora had wel gelijk, ze had het nu toegezegd, dan maar meteen door de zure appel heen bijten. Ze wilde in die vrije week toch leuke dingen doen. “Ik stuur hem vanavond een bericht. Dinsdagmiddag, bij de Roos en Doorn, die hebben een terras. Vind je dat wat?” Nora zei, “als jij het wat vindt, vind ik het ook wat. Laat het me weten als het lukt.”

8

Dinsdagmiddag zat Maaike ruim voor 4 uur bij de Roos en Doorn. Het was zonnig weer en ze had een schaduwplek op het terras gevonden. Ze wilde niet en ze wilde wel. Wat ze vooral wilde was dat het afgelopen jaar niet was gebeurd. Ze schrok van het meisje dat bij haar tafel bleef staan en haar vroeg wat ze wilde drinken en ze bestelde een glas witte wijn. Aan de overkant van de weg zag ze Nora haar fiets parkeren en ze was blij dat haar zus op tijd was. Nora zwaaide en bleef aan de andere kant van de weg, waar een deel van het terras was. Het meisje zette het glas wijn neer en een schaaltje met het bonnetje erin.

Ze was erop verdacht, maar ze schrok toch toen Eric in de stoel naast haar ging zitten. Hij legde een dik boek op tafel, Tolkien. “Ik heb het zelfs nog uitgelezen”, zei hij. “Hoe is het met je Maaike?”
Ze keek hem aan, drie maanden hadden ze elkaar niet gesproken en hij ging voor het grootste cliché uit de wereld. Ze stond op, gooide het glas wijn in zijn gezicht, pakte het boek op en liep weg. Eric bleef stomverbaasd zitten. Aan de overkant sprong haar zus op, liep opgewonden naar haar toe, en gaf haar een high five.

9

De twee zaten giechelend op het terras. Maaike en Nora dronken nooit veel, dus die tweede fles wijn was misschien teveel, maar het moest even gevierd worden. Nora prikte de laatste van haar gamba’s aan haar vork. Toen het ding op was schoof ze haar bord weg, ze was verzadigd. Ze keek Maaike nadenkend aan. “Wat gaat er nu komen Maaike? Is het weg? Al die gevoelens over Eric?”
Maaike veegde met haar laatste gamba het laatste restje saus van haar bord. Ze dacht zorgvuldig na voor ze iets zei.
“Weet je, ik had eigenlijk van tevoren moeten zijn dat hij een eikel was.”
Nora onderbrak haar, “dat is kennis achteraf, zo moet je niet gaan denken.”
Maaike keek haar zus aan, “maar ik had het wel kunnen weten, want Ilse, weet je wel, mijn collega, was ook niet blij met hem. En vandaag. Het was zo raar, maar op de een of andere manier was het ineens teveel. Hij stalkt me maandenlang, houdt alleen maar op omdat Peter hem hard aanspreekt en wil nu ineens weten hoe het met me is.”
Nora knikte, haar vriend Peter zat bij de politie en was een keer op bezoek geweest toen Eric haar zus lastig viel met sms-jes, appjes en bij haar langs kwam op haar werk. Eric was vervolgens gestopt, volgens Peter omdat hij inzag dat hij wel heel obsessief bezig was. Maar Peter had ook gewaarschuwd. Stalkers konden heel vasthoudend zijn, hij had dus Maaike gewaarschuwd voorzichtig te zijn. Ze deelde het restje wijn over beide glazen en keek haar zus aan. Het zou wel goedkomen, maar ze zou haar zus wel in de gaten houden.

10. Einde

“En nu?” Bestraffend keek Maaike naar de schrijfster. “Serieus, eerst moet het verhaal over twintig delen in twintig dagen. Vervolgens vergeet je me gewoon en beloof je het af te maken. Dan vergeet je me weer en uiteindelijk wordt het tiendelig? Leuk ben je.”

De schrijfster keek beschaamd, het was natuurlijk haar goed recht om te doen waar ze zin in had, maar het was wel zo dat de vorige #twentydaystory uiteindelijk twintig delen had gedeeld, in plaats van deze tien delen. Maar het was een beetje bergafwaarts gegaan. Wel dagelijks bloggen, maar niet het verhaal bijwerken. Vervolgens niet meer dagelijks bloggen, maar ook niet het verhaal bijwerken. Er waren echt wel losse eindjes in dit verhaal, wat heet, er waren losse eindjes afgeknipt.

Maaike proostte ondertussen met haar zus, en die ging nog even door met saus van haar bord halen. Maaike keek schuin naar de schrijfster. “Wat ga je nou doen? Ik zit hier in een verhaal met een stapel losse einden van heb ik jou daar. Ik eis toch wel een nieuw verhaal eigenlijk.”
Hier werd de schrijfster weer streng. “Ho even, dat bepaal ik. Ik geef volmondig toe, dit heb ik niet goed afgerond, maar nieuwe verhalen komen toch gewoon uit mijn fantasie en daar pas jij misschien niet meer in.”
Maaike keek nadenkend en dronk wat wijn. “Hou me in portefeuille dan, zo noem je dat toch? Daar kan ik wel mee leven. Als je er goed over nadenkt, kan je mij best nog wel ergens kwijt in een verhaal. Eric is voorbij, dus je moet wat verzinnen. Maar dat kan je wel, ik heb vertrouwen in je.” Ze richtte zich weer naar haar zus die ondertussen de dessertkaart had gekregen en samen besloten ze over een dessert. De schrijfster zuchtte. In portefeuille, okee, dat kon ze wel. En wellicht ook weer een #twentydaystory, maar dan moest ze toch echt een stok achter de deur hebben. Nu was het een abrupt einde, maar volgende keer kon ze naar een beter einde toe schrijven.

Het wordt voor mij een uitdaging, deze maand (april 2020), want ik heb besloten elke dag te bloggen. Voor afleiding, concentratie-oefening en gewoon voor de lol. Niet alleen op dit blog, maar ook op mijn andere blog, dat ik normaal voor sport en voeding reserveer. Dit zijn aflevering 12 en 13, hier kan je aflevering 11 vinden.
Ook dit jaar schrijf ik trouwens weer over het schrijfproces, dat blog kan je hier vinden.
Ik ben begonnen aan dit verhaal op 12 april, de tweede aflevering is geschreven op 13 april. Aflevering drie op 19 september; nummer vier op 8 oktober; de vijfde op 10 oktober; vervolgens de zesde op 28 oktober; aflevering zeven op 29 oktober en aflevering acht op 8 december. Aflevering 9 op 26 december. Het einde is geplaatst op 30 december.

Schrijfprompt februari: confrontatie

Elke eerste vrijdag van de maand geeft Martha een schrijfopdracht waarmee je aan de gang kunt gaan.

School

De bel ging. “Jongens, ik zet het huiswerk in de app-groep, let daar dus even op. En alsjeblieft me er niet weer uitgooien!”
Gideon liet zijn leerlingen de klas uitgaan. De laatste les van een heel lange dag. Hij maakte het bord schoon. Ouderwets krijt in dit deel van de school. Hij vond het altijd weer fijn.
“Gideon, goed dat ik je nog zie.”
De directeur kwam de klas inlopen, met achter hem een rijzige vrouw en een meisje met een enorme bos donkere krullen.
“Dit zijn Mieke Robben en haar dochter Suus. Ze zijn net hierheen verhuisd. Suus is 15, ze komt in 4 Havo en in jouw mentorklas.”
Gideon schudde de hand van Mieke Robben. Suus stond achter haar en Mieke draaide zich om en trok haar dochter naar voren.
“Suus, je leraar Engels en tevens je nieuwe mentor.”
Ze lachte en zei “leuk met u kennis te maken meneer van Buren.”
Gideon keek haar aan en zag alleen haar bruine ogen met gouden vlekjes erin. Ze babbelde vrolijk.
“Ik houd van Engels, en ik houd van lezen, en meneer de Vries zei dat uw leeslijst heel vrij is, dus ik verheug me erop.”
Gideon kon alleen maar naar haar ogen kijken, de ogen van zijn overleden zus. Suus babbelde door.
“Het laatste boek dat ik op mijn vorige school heb gelezen was Jane Eyre, mijn Engelse leraar ging alleen maar voor de klassieken. Ik geloof dat ik de enige was die het heeft gelezen. De rest heeft het gedaan met uittreksels.”
De directeur stootte Gideon aan, die had in de gaten dat hij er helemaal niet bij was. Mieke Robben keek nadenkend naar Gideon en naar haar dochter. Gideon herstelde zich, “nou Suus, er mogen van mij wel wat klassieken op de lijst, maar ik ga ook voor vrije invulling. Als je zelf een goed boek weet, moet je het maar vragen of je het op je lijst mag zetten.”
Hij kon zich net genoeg concentreren voor dit gesprek. Mieke Robben sprak, “ik heb begrepen dat ik een afspraak met u kan maken. Dat wil ik graag, dan kunnen we even rustig praten over mijn dochter. We hebben een wat enerverend jaar achter de rug. De vader van Suus is vrij plotseling overleden en dat moeten we allebei nog verwerken.”
Gideon knikte en zei, “natuurlijk kunnen we een afspraak maken. Hebt u komende week tijd? Op vrijdag heb ik in de ochtend vaak een paar uur vrij voor afspraken en dergelijke.”
Ze maakten een afspraak en moeder en dochter vertrokken. De directeur bleef nog even staan. “Gaat het goed met je Gideon? Je was ineens heel ver weg.”
Gideon haalde diep adem. “Ja, er is niets aan de hand. Drukke dag.”
De directeur knikte en liep ook weg. Gideon bleef staan en sloot zijn ogen. Hij kon zo het gezicht van Hannah voor zich trekken, de bruine ogen met gouden vlekjes, de bos krullen, de kleine neus. Hij opende zijn ogen en zag Suus weer voor zich, met het gezicht dat er zo op leek.

Avond

Die avond haalde Gideon de fotoboeken uit zijn jeugd tevoorschijn. In het derde boek vond hij de foto’s die hij zocht. De foto van toen Hannah 10 was en hij 18 en ze op zijn rug zat, beiden lachend. De schoolfoto: Hannah 14 jaar oud, in een hevige poging ernstig te kijken, wat mislukte. De brede lach was kenmerkend voor haar. En de laatste foto die hij van haar had. Toen was ze 17 jaar oud, ernstig vermagerd, de drugs in haar gezicht afgetekend en geen lach te bekennen. Het was ook de laatste foto die hij van haar had. Ze was verdwenen en nooit meer teruggekomen. Hij had in jaren niet naar de foto gekeken en miste zijn zus pijnlijk. Zijn ouders waren beiden overleden zonder dat ze wisten wat met hun dochter gebeurd was. En nu was er Suus die als twee druppels water op zijn zus leek, alleen haar huid was wat getinter dan die van Hannah. Hij zat nog lang naar de foto te kijken voor hij zich herinnerde dat hij nog proefwerken moest nakijken voor de volgende dag.

confrontatie

Het gesprek

Mieke Robben was stipt op tijd. Ze gingen zitten en ze keek hem aan. Het leek of ze even niets wilde zeggen maar opende toch het gesprek.
“Het is geen eenvoudig jaar geweest, het afgelopen jaar, de vader van Suus is plotseling overleden. Hij ging joggen en kwam niet terug, een hartaanval.”
Gideon keek haar ernstig aan, “dat is niet makkelijk voor Suus, maar ook niet voor u.”
“Nee”, vervolgde Mieke Robben, “en het was al een gecompliceerd jaar. We hadden Suus twee maanden daarvoor verteld dat we haar hadden geadopteerd. Daar was ze nog mee bezig. Het lijkt altijd wel zonneschijn bij haar, maar er was toch even een mist overheen getrokken. Die adoptie vond ze niet eenvoudig, zelfs al vermoedde ze het.”
Mieke voorzag de vragende blik van Gideon.
“Kijk naar haar krullen, haar bruine ogen, dat kuiltje in haar kin, met twee ouders met glad blond haar en grijze ogen. Dat kuiltje is erfelijk, dat heeft u vast ook wel gehoord. Ze is een slimme meid.”
Gideon voelde onwillekeurig aan het kuiltje in zijn kin en Mieke vervolgde haar verhaal.
“We hebben jaren in Duitsland gewoond, in Berlijn, voor het werk van mijn man. Met mijn werk als vertaler kan ik overal wonen. En daar hebben we Suus geadopteerd. Haar moeder is overleden door complicaties na de geboorte, ze heeft Suus twee weken meegemaakt, haar naam gegeven. Susannah heet ze voluit, dat wilde haar moeder. Wij hebben er Suus van gemaakt, de moeder van mijn man heette Suze.”
Ze kreeg het even te kwaad. Gideon stond op en haalde water voor Mieke. Mieke ging door, “we kregen haar toen we allebei 40 waren. Een cadeautje vonden we. En ze is nog steeds een cadeautje. Die mist bij haar is weggetrokken. We waren het er beiden over eens dat we naar Nederland terug wilden.”
Gideon kon niets zeggen. Ze zaten stil tegenover elkaar. Mieke Robben herstelde zich en de rest van de tijd konden ze over het schoolwerk van Suus praten. Maar het hart van Gideon was zwaar. Duitsland. Daar was ze dus heen gegaan, waarschijnlijk met dat vriendje van haar, die dealer. En daar was ze dus uit hun gezichtsveld verdwenen en was ze alleen geweest, had ze een zwangerschap meegemaakt en was ze overleden.

Avond

Die avond haalde hij de foto weer tevoorschijn en keek naar het magere gezichtje. Hij vroeg zich af wat hij moest doen. Zijn gevoel vertelde hem dat Suus de dochter van zijn zus was, dat die vrouw die haar baby Susannah had genoemd zijn zus was. Hannah had de naam in een boek gevonden toen ze 12 was en had toen verklaard dat het een prachtige naam was voor een dochter van een Hannah. Maar hij wist niet hoe hij Mieke Robben of haar dochter daarmee moest confronteren en of hij dat sowieso moest doen.

School

Werd het nou makkelijker? Suus elke dag zien? Bij de Engelse les, bij de mentoruren, bij huiswerkbegeleiding? Haar zien gieren van het lachen met haar vriendinnen. De concentratie op haar gezicht als hij haar Duitse accent verbeterde. De verwoede discussies over boeken. Hoe langer hij haar les gaf en haar zag, hoe meer de twijfel toesloeg. Wel, niet, wel, niet. Het hielp niet dat hij er met niemand over kon praten. Hij had geen broers of zussen en zijn relatie was een jaar daarvoor uitgegaan. Zijn ex-vriendin wist ook niets van zijn zus.
Op vrijdagochtend was hij bezig met een achterstand in werkstukken nakijken toen Mieke Robben zijn klas binnenkwam. Toen ze beiden zaten, begon ze. Dat ze de gelijkenis had gezien tussen Gideon en Suus en nu twijfelde. Want ze had ook de moeder van Suus gezien. Die was toen ziek en mager en haar haar was gekortwiekt, maar die ogen waren gebleven en het kuiltje en de gelijkenis. En nu twijfelde ze. Want het geboortebewijs van Suus, daar stond de naam van haar moeder op: Hannah Beuren. Iets dat was opgetekend uit haar mond aangezien ze totaal geen legitimatie bij zich had toen ze in het ziekenhuis kwam. En Beuren en Van Buren, hoeveel verschilde dat nou? Gideon zei niets, hij kon nauwelijks ademhalen. Hij stond op en pakte zijn tas. De foto van Hannah zat daarin, die had hij de laatste weken constant bij zich. Hij liet hem aan Mieke Robben zien. Hij vertelde haar dat dit zijn zus was. Ze snikte toen ze de foto zag. Gideon haalde zijn hand door zijn krullende haar en vertelde Mieke Robben dat hij de gelijkenis had gezien en er bijna zeker van was dat Suus de dochter van zijn zus was. Maar wat is wijsheid? Wat werd er gewonnen door haar te confronteren met iets wat net zo goed niet zo kon zijn? Ze nam een slok van haar water en knikte. Ze wisten het niet en wilden het niet weten.

Confrontatie

De volgende dag was hij na school in de zon op het muurtje bij het fietsenhok gaan zitten. Hij wilde nadenken. Toen ze hem op het muurtje zag zitten, nam ze naast hem plaats. Hij zat met zijn ogen dicht en merkte haar eerst niet op. Zij praatte tegen hem aan. “Ik wil een boek op mijn lijst zetten en wil zeker weten of het goed is, ziet u. Mijn moeder vond het boek geweldig, ik vind het ook geweldig. Zeker die verhouding tussen vader en dochter ziet u. Hij moet zijn dochter accepteren zoals ze is geworden, namelijk vampier. Of hij moet de confrontatie aangaan met haar, met haar praten over wat ze is, wat ze wordt.”
Hij liet haar praten.
“Dus er zit echt wel inhoud in, in die boeken, meneer van Buren.”
Hij keek haar aan en concentreerde zich op haar woorden. “Dan moet ik wel eerst weten over welke boeken je het hebt, Suus.”
Ze giechelde. “Oh, ik heb het over de Twilight boeken van Stephenie Meyer. Ik heb ze allemaal gelezen, en de films heb ik ook gezien. En ik wil Breaking Dawn op mijn lijst zetten. Het wordt op deze manier echt een leuke lijst. Daar komt mijn moeder.”
Ze stond op en keek hem aan met die bruine ogen met gouden vlekjes erin.
“Zie ik u morgen?”
Ze leek echt op een antwoord te wachten, op iets wat vanzelfsprekend was. Hij zweeg en keek haar aan.
“Meneer van Buren?”
Hij sloot zijn ogen en opende ze weer.
“Ja. Ik zie je morgen weer. Tot morgen Suus, en doe je moeder de groeten.”
Ze rende naar de auto van haar moeder, stapte in en zwaaide. Haar moeder zei iets tegen haar en ze lachte naar haar moeder. Haar moeder zwaaide. Hij zwaaide terug en bleef op het muurtje zitten. Pas tien minuten later stond hij op en liep naar het fietsenhok, naar zijn fiets.

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay.
Mijn vorige verhaal voor de schrijfprompts vind je hier. Al mijn verhalen hebben de tag Eigen verhalen gekregen.
Update 2 maart: het commentaar van Martha kan je hier vinden.