Schrijfoefeningen

In mijn blog gisteren had ik het erover dat ik schrijven zo fijn vind. En toen kreeg ik tips van mensen voor schrijfoefeningen.

750words

Drie jaar geleden werd ik door iemand op 750words gewezen. De bedoeling is dat je dagelijks online schrijft, alles wat in je hoofd op komt, alles wat er maar uit komt rollen. Het idee erachter is dat als je er een gewoonte van kan maken dagelijks op te schrijven wat er maar uit moet, het je voor de rest van de dag helpt helder na te denken. Ook zou je er creatiever van moeten worden. Ik heb het een maand gedaan en ben afgehaakt omdat het 5 dollar per maand moest kosten. Dat loopt toch aardig op. En nu heb ik mijn blog waar ik dagelijks op kan schrijven.

Morning Pages

De maker van 750words had zich duidelijk laten inspireren door de Morning Pages van Julia Cameron. Haar boek The Artist’s Way gaat over creativiteit, over motivatie, over een nieuwe levensfase. Eén onderdeel zijn die Morning Pages waarbij je drie pagina’s schrijft, maar met de hand. Over alles wat je bezighoudt, niets teruglezen, niets corrigeren, gewoon doorschrijven. Blijven schrijven tot die drie pagina’s vol zijn. Herkenbaar als je 750words al eens hebt geprobeerd, want die drie pagina’s staan ongeveer gelijk aan 750 woorden. Cameron gaat verder want die wil dat je creativiteit lost komt. Dat kan je trouwens ook heel goed met een Nederlandse cursus van Heldenreis. Dat is die hele Artist’s Way. Die Morning Pages alleen kan je ook elders doen. Inspiratie krijg ik er wel van trouwens.

schrijfoefeningen

De #WOT

En wat ik natuurlijk bijna vergeet is dat de #WOT ook een heel mooie schrijfoefening is. WOT betekent Write on Thursday, een schrijfoefening waarbij iemand (ik dus) een woord opgeeft, daar iets over schrijft, en mensen uitnodigt daar hun eigen slinger aan te geven. De #WOT loopt al jaren en is door verschillende mensen opgesteld. Ik heb de #WOT in april overgenomen. Doe een beroep op je creativiteit en schrijf mee!

Hoe schrijf je? Lessen van Anne Tyler

Van schrijfster Anne Tyler heb ik Vinegar Girl gelezen, een Shakespeare hertelling. Zaterdag stond er in de Volkskrant een interview** met haar, over haar manier van werken. De samenvatting van haar interview? Ze bedenkt het liefst wat er door het hoofd gaat van iemand die heel normaal lijkt. Micah, de hoofdpersoon in haar nieuwste boek Redhead by the side of the road is de gewoonste man die je maar kan voorstellen.

De blauwe doos

Maar wat me meer fascineerde was haar manier van werken. Ze blijkt een blauwe doos te hebben, een doos die nu een andere kleur heeft.

Als ik een vreemd zinnetje hoorde of op straat een glimp opving van iets dat een verhaal kon worden, schreef ik het op een indexkaart die ik in dat doosje stopte. Het werden er wel een paar honderd, zodat ik later een lange, zwart-witte archiefdoos moest aanschaffen.

Ze neemt die doos en die kaartjes als ze een nieuw boek probeert te bedenken en neemt ze allemaal door. Sommigen zijn van veertig jaar geleden en zijn nu pas bruikbaar. Met een stapel van één tot twee centimeter dik gaat ze zitten plotten, ze maakt een overzicht van één pagina. De kaarten horen vervolgens bij bepaalde hoofdstukken. Ze vergelijkt het met een recept, je krijgt zes ingrediënten, zie er maar een samenhangend gerecht van te maken. Hoe krijg je al deze dingen bij elkaar? Met dat proces is ze een maand bezig. Vervolgens gaat ze schrijven, en daar heeft ze een hekel aan. En dat vond ik zo vreemd, een schrijfster die haar eerste boek publiceerde in het jaar dat ik geboren werd, twintig romans heeft gepubliceerd en de Pulitzer Prize heeft gewonnen voor Breathing Lessons. Maar ze heeft een hekel aan schrijven. Dialogen schrijven daarentegen vindt ze geweldig.

Als ik bij de dialogen kom, vind ik dat gewoon geweldig, want… ja, ik weet waar het gesprek over zou moeten gaan, ik schrijf de eerste zin, en wanneer iemand zou moeten antwoorden, weet ik wat er moet komen, en daarna, en daarna. Het gebeurt gewoon. En zo komt het dat ik soms helemaal alleen in mijn schrijfkamer zit en hardop moet lachen omdat iemand iets grappigs zegt. Het is niet dat ik dan lach om mijn eigen grappen. Ik weet dat het gek klinkt, maar ik wed dat je andere schrijvers ook wel hebt horen zeggen dat personages tegen ze praten.

Afsluiten

Ze blijkt een nieuwsgierige en betrokken vrouw te zijn. De journalist wordt aan het eind van dit interview de hemd van het lijf gevraagd over de situatie in Nederland. Hoe hebben Nederlanders het tijdens corona? Lijden mensen onder de maatregelen? Het lijkt voor Tyler de reden te zijn geweest om in te gaan op het interviewverzoek. Maar daarna sluit ze echt af, want ze moet gaan demonstreren.

Liever geen held: interview met Anne Tyler / Sander Pleij. – De Volkskrant 4 juli 2020

Gids voor het weekend

Ik ben een trouw lezer van de Volkskrant en het zaterdag magazine spel ik. Elke week is iemand een culturele gids en vertelt hij of zij wat hij allemaal leuk vindt. Vaak zijn het mensen waar ik nog nooit van gehoord heb. De gids van deze week is Corey Taylor van de band Slipknot, die ik echt niet ken. Maar die gids is wel leuk en maak ik deze week voor mezelf. Hier volgen veel dingen die ik leuk vind.

Routine

Ik lees de Volkskrant digitaal, maar die zaterdagkrant heb ik graag in papier. Zaterdagochtend, koffie, ontbijt, nog meer koffie, beginnen met het Magazine, doorgaan met de Zaterdagbijlage. Vervolgens de Wetenschaps- en boekenbijlage. De column van Ionica Smeets snap ik lang niet altijd, maar spel ik wel. Een aantal van de columns van Aleid Truijens hangen op het prikbord in de keuken. De afsluiting van dit ritueel kan ook nog wel op zondag gebeuren, dan lees ik de gewone krant. Op het moment minder interessant, want hoeveel coronanieuws kan je lezen, maar ik lees het wel.

Koeien

Ik heb iets met koeien. Een oud-collega, Rob Aspeslagh, schilderde niet onverdienstelijk uit liefhebberij en had een schilderij van het achterwerk van een koe in zijn werkkamer hangen. Toen hij met pensioen ging, mocht ik het hebben. Ik was er door gefascineerd. Daarna is het begonnen. Dat schilderij hangt in mijn woonkamer. Overal in mijn huis staan snuisterijtjes met koeien. Een paar koeienbeeldjes staan in mijn badkamer. De wc-borstel heeft een koeienuiterlijk. Ik heb een boter, kaas en eierenspel met koeien op de vensterbank staan. De laatste aanwinst is een muziekdoosje met twee koetjes die vrolijk rondtollen op vreselijke muziek. Ik kan er alleen maar vrolijk van worden.

20200404s_koe

Amerika

Ik vind het een fascinerend en een bevreemdend land: Amerika.De liefde voor het land stamt al uit mijn jeugd. Ik heb er heel veel over gelezen. Mijn geschiedenisstudie heb ik afgerond met een scriptie over president Eisenhower. Ik ben er drie keer op vakantie geweest en het is een prachtig land. Maar zeker de politieke geschiedenis van de laatste jaren is dusdanig merkwaardig, dat mijn mening steeds anders gekleurd wordt. Hoe meer ik ervan leer, hoe meer verbaasd ik erover ben. Ook nu, met de coronacrisis lijkt het erop dat Amerika door de dure gezondheidszorg gedegradeerd wordt tot een derdewereldland. En dat deels door de enorme politieke tegenstellingen in het land. Democraten en Republikeinen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Republikeinen die alles willen terugdraaien wat de democratische regering van Obama voor elkaar heeft gekregen. Het zal me benieuwen wat het dit verkiezingsjaar wordt.

TV serie

Jaren geleden raakte ik verzeild in de nieuwsgroep nl.kunst.sf+fantasy. Ik was altijd al een fan van het genre, maar daar raakte ik helemaal hooked. En daar maakte ik ook kennis met Buffy, the vampire slayer, een serie over een meisje dat een roeping had, namelijk het doden van vampiers. Die serie kreeg zeven seizoenen en kreeg een spin off, namelijk Angel, over haar vriend, de vampier. Niet alleen heb ik daar in die nieuwsgroep een heleboel vrienden en kennissen opgedaan met wie ik twintig jaar na dato nog steeds contact heb, maar ook heb ik al die seizoenen van beide series in dvd staan en heb ik ze meerdere malen gezien. Die vrienden zijn net zoals ik hooked aan sf en fantasy, ik kreeg er niet alleen kijkvoer, maar ook leesvoer. Ik kan niet meer noemen hoeveel tips voor boeken ik daar heb opgedaan. Mijn liefde voor fantasy is verdiept in die nieuwsgroep.

Boek

Ga me niet vragen wat mijn lievelingsboek is, dat wisselt namelijk. Ik ben groot fan van SF en fantasy en ben dol op David Eddings. Maar ik heb ook tijden gehad dat ik alles las van Stephen King tot die echt te eng werd. Nora Roberts heeft rijp en groen in haar repertoire. Maar HET boek dat gewoon klopte de laatste jaren was Lampje, van Annet Schaap. Een schrijfster die eerst illustreerde en vervolgens ging schrijven. Het boek is hartverwarmend en lief en schattig en noem maar wat je kan verzinnen. Voorlopig is dit mijn lievelingsboek en het boek dat ik iedereen aanraad als die persoon iets moois wil lezen.

Schrijven

Ik ben met dit stuk bezig en ik besef het weer. Ik word hier zo blij van. Schrijven. Mijn hoofd leeg laten lopen op een computerscherm. Zitten verzinnen over foto’s, ideeën over de inhoud laten rollen. Dingen wijzigen omdat op het uiteindelijke scherm het toch anders moet. En gewoon genieten. Verhalen verzinnen. Mijn grote favoriet sinds mijn vroegste jeugd.

Het wordt voor mij een uitdaging, deze maand, want ik heb besloten elke dag te bloggen. Voor afleiding, concentratie-oefening en gewoon voor de lol. Niet alleen op dit blog, maar ook op mijn andere blog, dat ik normaal voor sport en voeding reserveer. Dit is aflevering 4, hier kan je aflevering 3 vinden.

Schrijflessen 101

Vanochtend zat ik een interview te lezen met schrijver Jan Brokken. Zijn oeuvre telt 32 boeken, fictie en non-fictie. Het interview** was bijzonder interessant. Eén uitspraak van hem vond ik opvallend.

De laatste scène van een verhaal moet je in je hoofd hebben, want daar moet je naartoe werken. En de laatste zin moet je vrij nauwkeurig weten.

Voor de schrijfprompt van januari heb ik een verhaal geschreven waarvan ik het einde al vanaf het begin in mijn hoofd had. De meningen verschillen over wat werkt want twee andere schrijvers, Martha en Cindy werken zo nooit, zij werken met een idee dat zich ontwikkelt tijdens het schrijven. Ik ga toch voor die theorie van het einde in je hoofd hebben, want ook bij stukjes als dit geldt, waar gaat het heen? Het loont voor mij als ik een eind heb, waar ik naar toe wil.

schrijven

Het einde of het begin

Ik heb ook wel eens andersom gewerkt, namelijk met een opzet voor het begin en vervolgens ben ik naar het einde toe gaan werken. Dat was voor mijn #twentydaystory, twintig dagen achter elkaar schrijven en een verhaal produceren met alleen een aanzet. De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat ik verschillende keren in die periode met het zweet in de handen heb gezeten omdat ik geen idee had hoe ik verder moest. De gedachte aan een schema is me wel eens door het hoofd geschoten. Maar tot nu toe heb ik elk verhaal zonder schema geschreven. Ik heb hoogstens een enigszins omlijnd idee waar ik naar toe wil. En gelukkig, Brokken doet er ook niet aan.

En een schema?
‘Het is vreemd maar zo werk ik niet.’ Hij vertelt over Hella Haasse, die haar documentatie in twee plastic tassen bewaarde en zei: ik onthoud alleen wat ik kan gebruiken. Haar complexe historische romans ontstonden uit chaos. Jan Cremer daarentegen, van wie je zou verwachten dat hij de woorden er in een woeste bui in één keer uit ramt, maakt complexe schema’s vol kleurtjes en lijntjes. Maar voor Brokken geen schema. Hij schrijft zoals hij reist: zoekend.

De oorsprong

Het idee voor dit stuk begon met het interview met Jan Brokken, waarvan ik vond dat hij mooie dingen vertelde over het ambacht van schrijven. Door zoekende kwam ik tot de ontdekking dat hij meerdere boeken heeft geschreven over schrijven. Bijvoorbeeld Het hoe, gepubliceerd in 2011, en De wil en de weg, gepubliceerd in 2006. Boeken die ik zeker een keer wil lezen.
Ik ben overigens van plan meer te gaan publiceren over inspiratiebronnen voor het schrijven.

**Het interview: Elke dag vanaf pagina 1: interview met Jan Brokken / Sander Pleij, De Volkskrant, 8 februari 2020.
Afbeelding van cromaconceptovisual via Pixabay

Dit was 2019 en trouwens ook 2018

Ik was – weken geleden – dit blog gestart met een negatief verhaal van wat ik allemaal niet had gedaan in 2019. Eén van die dingen was een jaaroverzicht maken over 2018. Dat is dus de reden dat ik 2018 ook nog aanhaal in dit overzicht. Maar voor de rest stop ik met negatief doen. Wat heb ik allemaal gedaan? Veel gelezen en veel geschreven. Ik heb meegedaan aan leesacties, de Maand van de Klassieker in 2018, de Maand van de Surinaamse Literatuur in 2018 en 2019. In 2019 heb ik die zelf georganiseerd. In maart 2019 was het Nederlands wat ik las. Verder heb ik nog meegedaan aan leesacties voor boeken, bijvoorbeeld Anna Boom van Judith Koelemeijer en De paradox van geluk van Aminatta Forna.

20200101s_jaaroverzicht

De Russen

Het was ineens in de mode. Russische boeken. Dat kwam omdat de nieuwe vertaling van Anna Karenina door Hans Boland gepubliceerd werd. En daarvoor werd een leesactie georganiseerd. Leuk om mee te doen, en leuk om Anna Karenina te lezen, een verhaal dat ik wel globaal kende, maar nooit had gelezen. Hans Boland heeft ook een boek over zijn vertaling gepubliceerd.
Het maakte nieuwsgierig naar een ander Russisch meesterwerk, namelijk Oorlog en Vrede van Leo Tolstoj, een boek waar ik in mijn middelbare schooltijd ooit aan was begonnen, maar nooit had uitgelezen. Maar ik heb het nog niet uitgelezen, terwijl ik de besprekingen van deel één en twee wel heb gepubliceerd.
Fjodor Dostojevski, Misdaad en straf, was er ook zo’n Russische klassieker die door Hans Boland is vertaald. Ik was uitermate gecharmeerd van zijn vertaling van Anna Karenina, vandaar dat ik deze ook wilde lezen. Ik heb het in twee delen besproken, namelijk hier en hier. Het boek over de vertaling heb ik ook gelezen en die bespreking is hier te vinden.

Verhalen schrijven

Ik kreeg er zin in, in 2018 en 2019, verhalen schrijven. Stiekem was dat natuurlijk altijd de bedoeling geweest van dit blog. Nog stiekemer wil ik natuurlijk een boek schrijven, maar daar is nog even het probleem mee dat ik geen idee heb wat voor boek. Ik hou het even bij verhalen op dit blog. Ik heb de #WOT (Write on Thursday) er regelmatig voor gebruikt. In 2018 kreeg ik de smaak te pakken voor Dineke in mijn kerstverhaal bij Martha. Dineke kwam regelmatig terug, namelijk in mijn Een verhaal in twintig dagen #twentydaystory, in een #WOT over hitte, en in een #WOT over onderweg. Ze speelde een bijrol in mijn kerstverhaal van 2019.

Mijn favorieten van 2018 en 2019

  • Martha had een leuk idee: ze wilde in 20 dagen een verhaal gaan schrijven. Zij schreef in het Engels, ik ging in het Nederlands schrijven. Het verhaal wist ik nog niet, wel de hoofdpersoon, Dineke die ook de hoofdpersoon in mijn eerste kerstverhaal was.. Ik begon aan Een verhaal in twintig dagen #twentydaystory op 5 juni 2019. Alles bij elkaar heb ik er 22 dagen aan besteed. Op twee dagen lukte het niet te schrijven. Een andere favoriet hoort hier bij, namelijk de bijlage over het schrijfproces.
  • Mijn kerstverhalen. Ook dat was een schrijfopdracht van Martha, en de beide verhalen zijn niet alleen op haar blog gepubliceerd, maar ook op mijn site. Die van 2018 met Dineke staat hier, en het verhaal van 2019 met Heleen hier.
  • Op de site van Hoofdstuk12 werd ik als boekblogger in het zonnetje gezet.
  • De eerste keer dat ik dit heb gedaan, 21 gewetensvragen beantwoord.
  • Mijn serie over minibiebs. Een blog van Raymond Snijders over minibiebs in zijn woonplaats Deventer leidde tot de inspiratie en drie blogs over minibiebs in Den Haag en Rijswijk. Ik wil de serie voortzetten in 2020.

Haghespel

Het zat er eigenlijk al een tijdje aan te komen. We zijn in 2019 gestopt met Haghespel. Het kwam er eigenlijk op neer dat we geen energie meer over hadden om erin te pompen. Iedereen was aan het weifelen over het hoe en waarom van recensies. We zaten te twijfelen of mensen het nog wilden lezen. De beslissing viel in mei, we hebben het toneelseizoen afgemaakt en dat was dat. Ruw geteld heb ik sinds december 2000 aan 150 nummers meegewerkt als eindredacteur / hoofdredacteur / recensent. Het was in het najaar even wennen dat ik niets te verzamelen en te schrijven had, maar het is goed geweest.

Instagram

Ik heb al jaren een Instagram account, dat ik wisselend gebruik. Dan weer weken niet, dan weer een paar achter elkaar. Sinds een paar maanden plaats ik elke woensdag een foto, hetgeen me de waarde heeft laten inzien van een voorraad foto’s aanleggen. Het kost af en toe moeite. Hier hoop ik trouwens wel mee door te gaan in 2020.

Toekomstplannen

Verhalen schrijven, minibiebs bekijken, recensies van boeken, Oorlog en Vrede uitlezen, mee blijven doen aan de #WOT die in 2020 door Irene georganiseerd gaat worden. En verder ga ik gewoon zien. Ik wil proberen wat meer te schrijven dan afgelopen jaren, want het was niet veel. Ik geloof toch dat je bezoekers op je site binnenhaalt door regelmatig te publiceren. Voornemen dus. Maak een mooi jaar van 2020.

Een goed voornemen

Januari

“Gefeliciteerd! Je wordt dit jaar achttien!”
Op haar lange donkere vlecht kauwend zat Heleen de mail in de overheidsbox te bekijken. Ze wist dat dit ging komen, vrienden hadden het vorig jaar al gekregen. Zuchtend las ze verder.
“Dit wordt een belangrijk jaar. Vanaf eerste kerstdag mag je namelijk met je goede voornemen gaan werken. Een belangrijke stap in je ontwikkeling tot volwassen burger van dit land!”
Het enthousiasme droop eraf.
“Uit onze gegevens blijkt dat je op school zit, daar zal je extra lessen krijgen om je voor te bereiden op je goede voornemen. Deze lessen zijn verplicht en zullen vanaf februari in je rooster worden opgenomen.”
Extra lessen. Of ze het nog niet druk genoeg had. Volgend schooljaar examenjaar, en dit schooljaar was het met schoolwerk, sport en sociaal leven behoorlijk druk. Ze sloot haar berichtenbox af. Hier had ze nog even geen zin in.

Februari

De eerste voornemenles was in de aula met alle leerlingen die dat jaar 18 zouden worden of al waren. De rector stond voor de groep met een hun onbekende man, die ze voorstelde als de mentor. Deze man mochten ze bezoeken als ze vragen hadden. Ook zou hij deze introductieles geven. Heleen zat weggedoken tussen haar vriendinnen die allen zeker niet aan het opletten waren. Het verhaal ging totaal langs iedereen heen, niemand was geïnteresseerd. De mentor zag eruit alsof hij daar zich totaal niet druk over maakte. Eén opmerking maakte wel iedereen wakker. “Sorry meneer, wat zei u precies?” Eén van de jongens uit haar klas keek bezorgd naar de mentor. “Ik zei, dat als jullie je keus niet invult, de regering voor jullie een keus maakt. Niet iedereen is blij met eens per week koffievisites bij bejaarden.” Hij glimlachte, “Maar het kan natuurlijk iets heel anders worden.”

Maart

“Afgekeurd. Gewoon afgekeurd.” Marieke zat te balen en Heleen schonk thee voor haar in, ze voelde mee. “Ik dacht dat ik het handig deed, door gewoon in één keer dat stomme voornemen in te vullen. Krijg ik een dag later een mail dat het is afgekeurd.” Marieke liet haar hoofd op haar armen zakken. Chocolade, besloot Heleen, dat moest helpen. “Heb jij al wat ingevuld?” Heleen schudde haar hoofd, “ik heb ook echt nog geen idee.” Marieke zuchtte, “Daar gaat het ook helemaal niet om. Het is gewoon onzin. Mijn vader zei dat het allemaal komt door die wormen en maden van Balkenende.” Heleen schoof zwijgend de mok thee naar haar vriendin toe.

April

“Het is toch heel anders dan in onze tijd.” Heleen liep de trap af en hoorde haar tante Dineke. “Wij deden maar wat met dat voornemen. Maar die kinderen van tegenwoordig, zoals Heleen, zijn er het hele jaar mee bezig.” Heleen zakte neer op de trap. Praten over dat voornemen had ze helemaal geen zin in. Automatisch verhuisde het uiteinde van haar lange vlecht naar haar mond. Ze hoorde nu haar vader. “Het is ook niet makkelijk voor haar. Ze is best wel zwaar op de hand, dat heeft ze van haar oma Dineke, daar lijk jij ook op.” Dineke lachte, “Ja, dat klopt wel. Ik herken dat wel. Ze is een binnenvetter. Ik voorspel je, je gaat niet veel van haar horen over dat voornemen tijdens dit jaar.”

Mei

Heleen zat met een saggerijnig gezicht aan de ontbijttafel. “Het punt is, lieve schat, je mag niet verzuimen met die lessen. Ik begrijp dat het niet echt handig is, twee tussenuren en dan die voornemenles, maar misschien kan je alvast huiswerk doen?” Heleen keek haar moeder woedend aan. Stella trok zich er weinig van aan, ze was wel wat gewend van haar dochter. “Dan vraag ik het wel aan pappa!” Haar vader kwam op dat moment binnen. “Wat wil je mij vragen schat?”
“Ik heb vanmiddag twee tussenuren en dan pas die stomme voornemenles en ik mag niet verzuimen van mamma. Van jou wel, hé?” Ze keek haar vader smekend aan. Edwin keek peinzend naar zijn dochter. Zijn vrouw reikte hem koffie aan. Ze had een waarschuwende blik in haar ogen. Edwin nam een slok koffie, zuchtte en zei, “Nee. Je zal er echt heen moeten, het is wettelijk verplicht. Wij kunnen er een boete voor krijgen als je niet gaat. En die gaat dus van je zakgeld af.”
Heleen rende boos naar haar kamer. Stella keek opgewekt naar haar man. “Ik ben trots op je. Gebakken ei of roerei?”

Juni

Edwin klopte op de deur van de slaapkamer van zijn dochter. Er kwam een kort ja uit de kamer. Hij stak zijn hoofd om de deur. Heleen was alleen, gelukkig. “Mag ik binnenkomen?” Heleen keek op. “Tuurlijk pap, wat is er?”
“Nou”, zei Edwin en legde wat kleding op bed, zodat hij op de stoel kon zitten. “Uhm, ik wilde eigenlijk met je praten over je voornemen.” Heleen kreunde. “Ja schat, het moet. Ik heb er een e-mail en een telefoontje over gekregen. Het bureau vertelt me dat je wel bij de lessen bent, maar dat je geen enkele vooruitgang hebt ingevuld. Je moet ze eens per maand invullen. Het is allemaal wel veel ingewikkelder dan toen wij het moesten doen. We waren de eerste lichting. Wij kregen een maand de tijd en een bijeenkomst die niet eens verplicht was. De voornemens waren er ook naar. Weet je dat je oom Joris had ingevuld dat hij goed voor zijn konijn zou gaan zorgen?” Heleen lachte, dat had ze nooit gehoord. “En dat werd nog lastig ook, want het beestje lag dood in zijn hok op 2 januari.” Heleen lag nu helemaal dubbel van het lachen. “Bij de eerste evaluatie had hij dat keurig ingevuld en toen moest hij meteen een nieuw voornemen maken. Hij zit dus nu bij de dierenbescherming omdat hij toen had ingevuld dat hij goed voor dieren wilde zorgen.” Edwin keek ernstig, “ik wil maar zeggen schat, het is belangrijk dat je er goed over nadenkt. Dat je niet blijft zitten met iets wat niet goed voelt. Focus op wat je raakt.” Heleen keek haar vader aan. Af en toe zei hij iets dat ze totaal niet verwachtte. “Dat is het nou juist, pap, ik ben er niet over uit wat me dan raakt.” Haar ogen vulden zich met tranen. Edwin gaf haar zijn zakdoek. “Ik weet zeker dat als je erover nadenkt, jezelf even de tijd geeft, er wel uit komt. Zo ben je. Het moet zich allemaal vormen bij je, maar het komt allemaal goed. De komende twee maanden heb je vakantie. Beloof je me dat je erover nadenkt?” Heleen snoot haar neus. “Ik beloof het pap. Denken. Vooruitgang invullen. Ik zal het doen.”

Juli

Augustus

September

“Yesssssss!” Marieke sloeg met haar hand op de tafel. Heleen schrok ervan. Ze zaten samen in het huiswerklokaal waar ze van de computers gebruik mochten maken. “Het is geaccepteerd! Mijn voornemen! Het is geaccepteerd! Nu hoef ik de rest van het jaar geen lessen meer te volgen. En ik ben van die stomme vooruitgang af!” Marieke was zo blij dat ze Heleen omhelsde en haar een dikke zoen gaf. Vervolgens rende ze naar buiten om andere vrienden te zoeken. Heleen bleef in het lokaal achter en keek op het scherm naar haar eigen vooruitgang. Alles was rood. Ze had nog niets ingevuld.

Oktober

Heleen staarde naar haar computerscherm. Ze had de overheidsbox open en daar stond het. Die genieperd van een mail. Dat ze de vooruitgang niet had ingevuld. Dat het toch echt wel de bedoeling was dat ze het invulde omdat het zou helpen met haar voornemen. Dat ze de enige in haar klas was die nog helemaal niets had ingevuld. Dat ze een gesprek met de mentor zou moeten hebben als ze aan het einde van de maand nog niets had ingevuld. Ze sloot de berichtenbox af.

November

Heleen klopte op de deur. “Binnen” klonk het. Ze liep naar binnen. De mentor begroette haar. “Goedemorgen Heleen, ga zitten, wil je iets te drinken?” Ze schudde haar hoofd. Hij nam thee voor zichzelf en ging ook zitten. “Ik zal maar de deur in huis vallen. Je loopt ernstig achter met je lesprogramma voor het voornemen. Je volgt de lessen wel, maar je vult de vooruitgang niet in. Ik heb nog niets van je gezien. En het is eigenlijk wel belangrijk.” Hij liet een stilte vallen en keek haar aan. Ze zei niets. Het uiteinde van haar lange paardestaart verhuisde automatisch naar haar mond. “Heleen? Het is eigenlijk de bedoeling dat je nu wat zegt.” Hij keek haar glimlachend aan. “Al is het maar dat je het nog niet weet.” Ze zweeg nog steeds. “Moet ik een voorzetje doen? Dat helpt soms wel. Sommige mensen zitten heel groots te denken, terwijl ik vind, verbeter de wereld, begin bij jezelf.” De tranen stonden bij Heleen in de ogen. De mentor gaf haar zwijgend de doos zakdoekjes aan. Ze snoot luidruchtig haar neus. “Ik weet het gewoon niet. Ik kan hele mooie dingen verzinnen en dan denk ik weer, laat maar.” De woorden kwamen er ineens uit bij haar. De mentor pakte een glas water voor haar en zette dat op het tafeltje voor haar neus. “Omdat je het zelf niet goed vindt? Omdat je niet weet wat je ermee moet? Want dat is eigenlijk de bedoeling van die invuloefeningen elke maand weet je. Ermee spelen, erover nadenken. Ideeën tegenover elkaar zetten, tegen elkaar afstrepen. En daar verder mee gaan. De ervaring leert dat het bij de meeste mensen werkt.”
Heleen zakte weg in haar stoel. De mentor keek ernstig, “Ik ben hier om je te helpen. Dat was mijn voornemen namelijk, weet je, mensen helpen. En dat doe ik nu tot mijn grote tevredenheid.”
Heleen keek hem aan, “Daar heb je het. En wat dan? Wat volgt er dan? Leuk zo’n voornemen, maar ik twijfel al het hele jaar erover. Ik heb best wel wat in mijn hoofd, maar het probleem is, niemand vertelt hoe het je nou invulling geeft in je leven.” Ze zat nu echt te huilen. Ze had haar best gedaan, maar blokkeerde volledig. De mentor gaf haar nieuwe zakdoekjes aan, “Dat komt wel. Je kan een heel abstract voornemen hebben en daar op heel vrije manier invulling aan geven. Dat zie je met je oom Joris, met zijn konijn. Hij zit nu bij de dierenbescherming.” Ze keek hem verbaasd aan. “Je oom Joris en ik waren buren in de tijd dat wij onze voornemens moesten invullen.” Hij grijnsde, “Niet iedereen nam het even serieus.” Ze keek hem aan. Hij vervolgde, “het punt is, houd het bij de basis. Je kan wel zeggen dat je de wereld wil redden, maar jij in je eentje gaat dat niet lukken. Dat konijn lukte ook niet, maar je ziet wel waar het je oom heeft gebracht. Op een plek waar hij tot zijn recht komt. Dat gun ik jou ook.” Heleen keek hem aan, de eerste keer in het gesprek dat ze dat deed. Ze knikte, “Ik geloof dat ik er wel uit ben. Dank u wel.”
De mentor lachte, “Graag gedaan Heleen.”

December

Heleen zat peinzend voor haar computer met het voornemenscherm voor haar neus. De deadline was vandaag en het voornemen moest dus echt ingevuld worden. Haar Skype scherm pingde. Ze klikte het scherm omhoog, het was haar vader. “Schat, Dineke en Joris zijn er en tante Dina is meegekomen. Kom je naar beneden?” Op slag keek ze vrolijker, ze was dol op haar tante en oom en tante Dina was een schatje. Altijd grappig om te zien dat haar moeder een beetje bang voor haar was. “Ja, ik moet even snel iets afmaken, want dat kan alleen nog vandaag. Vijf minuten, dan ben ik beneden.”
Beneden keek Edwin in de lachende gezichten van zijn zus en zwager en tante Dina. “Wat nou? Ik mag van mijn dochter niet meer burgerlijk naar de eerste verdieping brullen. Dan maar zo.”
Heleen klikte het Skype scherm weg en knakte vervolgens haar vingers. Tijd voor actie. Zonder te aarzelen vulde ze dat ene hokje in dat ze het hele jaar had weten te vermijden. Ze klikte op verzenden en zwaaide naar het lachende gezicht dat in haar scherm verscheen. “Gefeliciteerd! Je hebt je voornemen ingevuld. We wensen je veel succes met dit voornemen. Vergeet vooral niet nu fijn kerst te vieren met je familie.”
Ze liep naar beneden waar ze tante Dina al hoorde lachen.

Dit kerstverhaal is gepubliceerd op de site van Martha Pelkman op 25 december 2019. Wil je nog meer verhalen lezen? Al mijn verhalen hebben de tag Eigen verhalen gekregen.

Het schrijven van een verhaal: #twentydaystory de bijlage

Het stond in de nieuwsbrief van Martha: doe je mee met een experiment? Zij wilde in twintig dagen een verhaal gaan schrijven. Elke dag schrijft ze tien minuten, na 200 minuten staat er een verhaal, in het Engels. Zij publiceert het op haar Facebookpagina, en daarna op haar nieuwe site. Wilde ik meedoen? Ja, eigenlijk wel, maar niet op mijn Facebook en ook niet in het Engels, maar gewoon in het Nederlands, op mijn eigen site. En wat ik ook wilde maken was het verhaal achter het verhaal, het schrijfproces en daar is deze bijlage voor.

schrijven

Het begin van het verhaal

Je hoofdpersoon wordt midden in de nacht wakker in een kamer en kan het nachtlampje niet vinden. Als hij/zij eindelijk de lichtschakelaar gevonden heeft, ziet hij/zij dat hij/zij in een compleet vreemde kamer is ontwaakt…

De eerste drie dagen

Die nieuwsbrief kreeg ik op 4 juni binnen, en op vijf juni moest de eerste aflevering er staan. De hele dag heb ik daarover zitten nadenken en ik wist al vrij snel dat ik door wilde met de hoofdpersoon uit mijn kerstverhaal, Dineke. Voor de rest wist ik nog helemaal niets. Mijn personage Dineke moest in een situatie terecht komen waardoor ze in een vreemde slaapkamer zou slapen. En dat lukte wel, bovendien wist ik het zo te schrijven dat ze die hele eerste aflevering in die slaapkamer was. Die tweede aflevering wist ik al zo’n beetje toen ik klaar was met die eerste. Die derde, dat leverde al wat problemen op. Er was een nieuw personage bijgekomen, Joris, en wat zouden we die nou eens laten doen? Het einde, daar heb ik me mee op glad ijs gewaagd. Avonturen beleven, ja ja. Je moet nog zeventien afleveringen Molenaar.

Na negen dagen

Ik heb geen ontknopingen, wel een idee waar het verhaal naar toe moet. Want natuurlijk bedoelt iedereen het goed, maar loopt het niet zo goed. Ik heb het nodig gevonden een nieuwe persoon erbij te halen. Of eigenlijk is het niet zo’n nieuw persoon maar is hij al lang bekend. Nog elf dagen puzzelen met dit verhaal. Mijn ervaring is nu dat ik een stukje schrijf en vervolgens even niet weet hoe ik verder moet. Maar gelukkig hoef ik daar pas een dag later weer over na te denken. Het moet ergens eindigen en daar ben ik geloof ik ook al uit. Maar we zullen zien. Nog elf dagen tot de ontknoping.

De les van het verhaal

Was het moeilijk? In zekere zin wel, want wat Martha had aangegeven in het begin, klopte niet helemaal. Zij vertelde namelijk dat je tien minuten moest schrijven en dat was het dan. Wat ze er niet bij vertelde was dat het rond dag vijftien zo’n obsessie werd dat ik er de hele dag over nadacht. Het lukte me meestal ’s avonds pas te gaan schrijven en dan kostte het inderdaad tien minuten. Maar ja, het denkproces was de hele dag al doorgegaan. Ook zoiets, ik had niet echt nagedacht over een verhaallijn en dat brak me ook een beetje op. Ongeveer op de helft wist ik wel ongeveer waar ik heen wilde, maar op wat voor manier was me op dat moment volslagen onduidelijk. Als ik dit nog een keer doe – op dit moment ga ik daar niet over nadenken – is het handig een verhaallijn te maken. Nu heb ik ook wat losse eindjes laten zitten. Het merkwaardige ervan was dat ik eigenlijk een hoofdstuk te weinig heb. Want op dag 18 heb ik even inspiratieloos over mijn hoofdpersonen, over de “schrijfster” geschreven. Die ruimte had ik later nodig voor die losse eindjes.

Mijn verhaal vind je hier en wordt elke dag bijgewerkt, twintig dagen lang. Ook deze bijlage wordt regelmatig bijgewerkt, maar niet elke dag. De foto is van congerdesign from Pixabay

Tante Dina

Het was rustig in de trein. Dineke zat naar buiten te kijken. Ze ging naar het kerstdiner van haar broer en schoonzus en er was niets waar ze minder zin in had. Drie jaar geleden was haar broer getrouwd met Stella en het was de eerste keer dat ze geen smoes had kunnen verzinnen voor het kerstdiner. De zielige vriendin smoes werkte dit jaar niet omdat haar vriendin nu samenwoonde en ze dat helaas tegen haar broer had gezegd. Nu moest ze dus naar het opgeprikte kerstdiner van haar snobschoonzus Stella.

Bij haar broer ontdekte ze dat Stella haar snobouders ook had uitgenodigd. “Tineke!” kreeg ze enthousiast te horen van Stella’s vader. “Dineke” zei ze automatisch, ondertussen haar arm recht voor zich uit stekend. Zo kon ze de onvermijdelijke omhelzing vermijden. Stella’s moeder keek ondertussen of ze Dineke nog nooit had gezien. Toen zag ze eindelijk haar broer en schoonzus. Edwin zag er ontspannen en vrolijk uit. Hij wel. Stella gaf haar een paar luchtkussen. Edwin omhelsde haar. “Dineke van me” zei hij, “ik ben blij dat je er bent.” Hij trok haar mee naar de bar en vroeg wat ze wilde drinken. “Cola”, zei ze. Ze kreeg het in haar handen gedrukt. “Dineke” zei haar broer, “Stella heeft een tafelschikking gemaakt en daar kon ik helaas niet tussenkomen. We zijn met zijn zestienen, en jij en een oudtante van Stella zijn de enige eenlingen.”
Ze zuchtte, ze zag het al aankomen. “Ik zit dus naast een stokoude tante, die waarschijnlijk nog doof is ook, dus ik kan kiezen, of helemaal niet praten, of schreeuwen.”
“Nee” zei Edwin, “ze is oud, maar absoluut niet doof en goed bij ook, alleen…”
Hij hield iets te lang pauze. Ze keek hem wantrouwend aan. “Wat? Wat alleen Edwin? Waar zadelt Stella me mee op?”
“Nou” zei Edwin “ik heb haar nog nooit ontmoet, maar ze schijnt wat excentriek te zijn. Stella nodigt haar elk jaar uit, maar ze kwam nooit. En dit jaar wel, tot afgrijzen van Stella. Ze schijnt wat excentriek te zijn.” Hij grijnsde verontschuldigend.
“Dus” zei Dineke, “de maffe tante van Stella komt op bezoek en haar onhandige schoonzusje en die tante kunnen wel naast elkaar zitten? Ik wilde al niet komen. Ik ga naar huis, ik heb hier helemaal geen zin in. Ik had gewoon meteen moeten zeggen dat ik de kerst wel zou doorkomen met stamppot en kerstfilms.”
“Nee” zei Edwin, “want ik vind het veel te leuk dat je hier bent.” En hij pakte haar arm en trok haar mee. “Tante Dina” zei hij tegen een vrouw met grijze krullen gekleed in een paarse blouse en een veelkleurige rok, “dit is mijn zus Dineke.” De vrouw keek wat achterdochtig over de rand van haar brilletje. “We hadden zo gedacht, tante Dina, dat het leuk zou zijn voor u en Dineke om kennis te maken. Jullie hebben zoveel overeenkomsten.” Nu was het Dinekes beurt om achterdochtig te kijken. Was dit Edwins gewone mateloze enthousiasme of meende hij het serieus? Maar ze had geen keus, Edwin trok een stoel naar hen toe en duwde Dineke neer. “Tante Dina, nog iets te drinken? Zal ik nog wat water halen?” En weg was hij weer, Dineke enigszins beduusd achterlatend.

“Zo” zei de grijze dame, “je bent Edwins zus? Ben je net zo’n wervelwind als die jongen?” Dineke kreeg geen kans te antwoorden, want daar was Edwin al weer. “Dames, alsjeblieft, een glas water voor tante Dina en ik heb een bordje met heerlijkheden voor jullie verzameld. Dineke, ik heb zalmsoesjes voor je, die vind jij zo lekker. Veel plezier dames.” En weg was wervelwind Edwin. Totaal overdonderd zat ze in haar stoel en propte een zalmsoesje in haar mond. “En” zei tante Dina, “wat heb jij verkeerd gedaan dat je hier moest komen opdraven?”
Ze propte van pure verbazing een tweede zalmsoesje in haar mond. Tante Dina wachtte rustig af en pakte ondertussen een ober bij zijn arm. Een ober! Voor het snobkerstdiner van haar snobschoonzus! “Zou je een schat willen zijn en twee witte wijn willen regelen?” Met een glimlach stuurde ze de jongen naar de bar. Dinekes ogen popten ongeveer uit haar hoofd. “Ja, van je schoonzus krijg ik water, en je broer is daar automatisch mee doorgegaan, maar hoeveel water kan een mens hebben?” Ze pakte een toastje met filet van het bord. Twee glazen met wijn werden neergezet op het tafeltje tussen hen in. “Mijn zielige vriendin” kon Dineke eindelijk uitbrengen. Vragend keek tante Dina haar aan. “Ik heb de afgelopen drie jaar mijn vriendin als smoes gebruikt. Ze kan niet alleen zijn met de kerst en we brengen hem dus samen door. En dit jaar ging ze samenwonen. Ik heb de fout gemaakt dat aan Edwin te vertellen en toen hing ik. Ik kon zo snel geen nieuwe smoes bedenken.” Tante Dina glimlachte. Dineke ging door “Ik heb Edwin eigenlijk nooit verteld dat we alleen eerste kerstdag met zijn tweeën zijn en de tweede allebei in eigen huis zitten met de restjes van de eerste dag en een kerstfilm.” Tante Dina lachte nu voluit. “Ik ben meestal op een cruise in de kerstvakantie” vertelde ze, “maar ja, dan moet je wel op tijd boeken. Stella’s moeder kwam het te weten en voor ik het wist werd ik verplicht hier te komen.” Ze pakte de twee glazen en gaf er één aan Dineke, “proost, op zielige vriendinnen en cruises.” Dineke nam een enorme slok en verslikte zich prompt in de wijn. Dina klopte haar op haar rug. “Rustig aan, kleine slokjes. Stella koopt gelukkig geen bocht van de Hema, dus we zijn goed voorzien.”
“Ik drink eigenlijk heel weinig” zei Dineke. “Ik hou het hier wel bij.”
“Welnee kind, een kerst waarbij je niet kan doen wat je zelf wil, moet je leuk maken. Bij voorkeur met de drank van een ander.” En tante Dina nam nog een slok.

Wervelwind Edwin kwam langs rennen. “Dames, we gaan aan tafel, komen jullie ook? Er staan naambordjes bij de borden.” En weg was hij weer. Tante Dina stond op en bood Dineke een arm aan. Ze schoven aan. Het verste hoekje was voor hen. Een grote plant naast tante Dina die aan een hoofdeinde zat, en een pilaar naast Dineke, hen effectief afschermend van de rest van het gezelschap. Tante Dina lachte en zwaaide naar Stella die aan het andere hoofdeinde zat. “Kijk, de lastige gasten hebben hun eigen hoekje. Heeft als voordeel dat niemand ons in de gaten houdt. Vertel eens wat over jezelf kind. Waarom denkt Edwin dat we zoveel overeenkomsten hebben?” Dineke keek voor het eerst tante Dina echt aan. “Ik heb eigenlijk geen idee. Hij vertelde dat wij tweeën de enige eenlingen zijn en dat we daarom naast elkaar zitten. Maar verder?”
“Hij is ouder dan jij?”
“Ja, zes jaar, hij is altijd al beschermend geweest, maar onze ouders zijn een paar jaar geleden kort na elkaar overleden en sindsdien is het helemaal erg. Hij belt elke week op en wil dan weten hoe het met me gaat en of ik niet eenzaam ben. Ik kan mezelf best wel redden, ook zonder lastig vriendje, want dat wil hij dan ook weten. Of ik nog geen vriendje heb.” Dineke trok een gezicht.
Tante Dina zei, “ja, het is makkelijker als je een man hebt, of weduwe bent zoals ik. Nog veel makkelijker, niemand verwacht op mijn leeftijd dat ik nog een vent oppik. Mijn man is twintig jaar geleden overleden en liet me toen beloven dat ik het leven zou vieren. En dat heb ik wel gedaan. Alles uitgeprobeerd, tot ergernis van Stella’s moeder die de erfenis voor haar neus ziet verdwijnen. Maar dat is niet mijn probleem.” Ze lachte en nam een slok wijn. De ober zette de eerste gang voor hun neus. Dineke trok haar neus op. Vissoep. Wat een vreselijke geur. Tante Dina zag het en hield de ober tegen. “Zou je die soep kunnen weghalen? We houden er geen van beiden van.”
De ober haalde de borden weg en Dineke lachte dankbaar. “Edwin weet wel dat ik vissoep niet kan uitstaan, maar Stella heeft zelfs nooit gevraagd wat ik lekker vind.”
“Ik hou niet van soep, punt, dus van mij mocht het meteen weg. Vertel eens kind, wat doe je in het dagelijks leven?” Dineke vertelde over haar werk in een bedrijfsbibliotheek waar ze de enige informatiespecialist was.

Toen Edwin tien minuten later kwam inspecteren hoe met Dineke en tante Dina was, lagen de twee net dubbel over een verhaal dat tante Dina aan het vertellen was. “En dan zit je op zo’n cruise in de Middellandse zee en dan lopen drie van die obers zich te pletter voor je” giechelde tante Dina en veegde haar bril schoon aan haar veelkleurige rok. “Dat is wat hoor, als je midden 70 bent en er lopen nog drie van die jongens achter je aan.” Dineke veegde haar neus af aan haar servet en nam nog een slok wijn. “Dineke, zou je dat wel doen?” vroeg Edwin bezorgd, zijn zus kennende.
“Ja, dat zou ik zeker wel doen” vertelde Dineke haar broer en giechelde, “en ja, ik ben aangeschoten en het kan me geen moer schelen.” “Ja maar schat, we zijn pas bij het voorgerecht.” Hij zag nu pas dat de dames geen van beiden een bord voor zich hadden en herinnerde zich meteen dat zijn zus niet van vissoep hield. Met moeite hield hij een vloek binnen en trok het bord met hapjes naar zich toe. “Eet in ieder geval wat van de hapjes, straks krijg je het hoofdgerecht.”
Tante Dina klopte hem op zijn hand. “Het komt allemaal wel goed Edwin, we amuseren ons hier wel.” Dineke kreeg een giechelaanval. “Zalmsoesjes in plaats van soep.” Ze gooide er eentje op en probeerde die op te vangen in haar mond. Mis. Natuurlijk. Ze rolde bijna van haar stoel van het lachen. Edwin pakte het soesje van de grond en legde het ding op een servet. “Schat, zal ik wat water voor je halen?”
“Edwin, ga, ik zorg wel voor je zus” en tante Dina dirigeerde met de ene hand Edwin weg en met de andere hand wenkte ze de ober, die vrolijk de glazen weer kwam vullen.
Dineke hikte nu. “Even je adem inhouden schat.” Het zorgde voor een nieuwe giechelaanval. De hik was meteen weg. Maar nu drupten plotseling tranen over Dinekes wangen. Tante Dina zei niets, maar pakte een zakdoek uit haar tasje en depte de tranen weg. “Wat is dat nu, schat?” Dineke snufte. “Ik herinnerde me ineens hoe we vroeger thuis kerst vierden. We mochten allebei vertellen wat we het liefste aten. En dan kregen we stamppot, want daar was ik gek op. Edwin wilde aardbeienijs. En ik was jaloers toen hij achttien werd, want toen mocht hij wijn drinken. Toen werd ik achttien en ik werd misselijk, omdat ik te veel wijn dronk.”

Tante Dina pakte Dinekes hand. “Het is ook vreselijk dat je ouders al zo jong zijn overleden, kind. Je mist ze, dat is kerst, je mist de mensen die je lief hebt.” Dineke keek tante Dina aan met betraande ogen en legde haar andere hand over hun beide handen. “En uw man? Mist u hem? Mocht u uitkiezen wat u at met de kerst?” Tante Dina lachte. “Hij is degene die is begonnen met de cruises, we zaten meestal op een schip en boden elkaar een cocktail aan. En ik mis hem. Drie van die obers, het is leuk, maar niet hetzelfde als mijn man.” Ze zuchtte. “Maar uiteindelijk moet je er toch zelf wat van maken. Daar moeten we zelf voor zorgen, dat we geen zielige vriendinnen worden.”
Dineke bloosde, ondanks de tranen. Tante Dina had het door, want wie was de zielige vriendin? Dineke had het altijd heel leuk gevonden dat haar vriendin met haar kerst vierde, en nu dat was afgelopen nu ze samenwoonde. Edwin was zo lief om haar uit te nodigen, maar Stella was haar duidelijk liever kwijt.
“Weet je wat?” zei tante Dina en ze lachte. “Ik weet dat als je hier de straat uitloopt, bij een heel leuk restaurant komt. Ik denk dat we daar beter zitten dan hier achter de pilaar.”
“Dat kunnen we toch niet doen” zei Dineke verschrikt. “Je zal eens zien wat we allemaal kunnen als we het gewoon doen” zei tante Dina.
Tien minuten later kreeg Edwin een appje van zijn zus: “Zitten in het restaurant, hebben net een cocktail besteld. In het nieuwe jaar gaan wij tweeën stamppot en aardbeienijs eten. Je bent een lieverd.”

Dit kerstverhaal is gepubliceerd op de site van Martha Pelkman op 25 december 2018. Wil je nog meer verhalen lezen? Al mijn verhalen hebben de tag Eigen verhalen gekregen.

Schrijven #WOT deel 51

Schrijven ~ Het vormen of produceren van letters om ideeën vast te leggen die worden uitgedrukt door karakters of woorden, of door ideeën over te brengen door zichtbare tekenen.

Ik was de afgelopen dagen druk bezig met het schrijven van een kerstverhaal dat op eerste kerstdag bij Martha gaat verschijnen. Dat was hard werken. De opdracht is leuk: Je zit aan het kerstdiner met je hele familie: ooms, tantes, nichtjes, neefjes en al hun aanhang en kinderen. Het is een flinke tafel, maar jij komt precies naast je meest excentrieke familielid te zitten. Beschrijf dat familielid: hoe heet hij/zij, hoe ziet hij/zij eruit, hoe ruikt hij/zij, klinkt hij/zij, wat zegt of doet dit familielid en wat vind jij daarvan? Hoe reageer je erop? Het bleek op Twitter al vrij snel dat meer mensen aan het schrijven waren geslagen en daar kon ik dus mijn frustraties kwijt. De allerlaatste was vanmiddag.

Verhalen schrijven

Een verhaal is een verhaal zou je zeggen. Ik heb in het verleden voor de #WOT wel meer verhalen geschreven, namelijk over covfefe, en over een robot. En daar had ik minder moeite mee. Het kan aan de lengte liggen, die twee verhalen hoefden namelijk geen 2000 woorden te tellen zoals dit kerstverhaal. En die twee verhalen heb ik er in een uurtje in geknald. Nou, met dit kerstverhaal ben ik al drie dagen bezig. Ik wil meer verhalen gaan schrijven, maar daar moet ik duidelijk wel tijd voor uittrekken.

Wat schrijf ik nog meer?

Ik blijf schrijven leuk vinden, dus ik schrijf stukjes voor dit blog, stukjes voor mijn andere blog, ik schrijf nog steeds voor Haghespel, voor mijn werk mag ik af en toe wel eens wat schrijven. In het kader van vergankelijker materiaal schrijf ik ook tweets en stukjes op Facebook. Ja, ik weet het, het blijft allemaal bestaan, maar zakt wel weg. Ik weet echt niet de inhoud van al mijn ruim 15.000 tweets. Maar: wie schrijft die blijft, dus ik blijf rustig doorgaan met deze hobby.

Iedere donderdag publiceert @drspee een woord waar je over mee kunt bloggen, vloggen, ploggen of op een andere manier kunt meedoen. WOT betekent Write on Thursday. Het woord van deze week staat hier.

Een verhaal met zintuigen

schrijvenZaterdag heb ik een workshop bijgewoond die Martha Pelkman gaf: schrijven met je zintuigen. Deze workshop gaf ze ter gelegenheid van de presentatie van haar boek #ikbengepest: hoe je met creatief schrijven je pestverleden kunt overwinnen. In de workshop waar nog drie andere mensen aan deel namen, hebben we een aantal opdrachten gemaakt. In de eerste opdracht moest ik een held beschrijven aan de hand van story cubes. Dat werd Marieke, een tienjarige jongedame met vlechten, een broertje van drie en een papa en mama. In de workshop werden de zintuigen behandeld, gehoor, smaak, tast, reuk en zicht. En die zintuigen mochten we ook gebruiken in de laatste opdracht, een kort verhaal van maximaal 500 woorden. Natuurlijk was Marieke de held van dit verhaal. Het oorspronkelijke verhaal heb ik in 20 minuten geschreven, was ongeveer 310 woorden en had nog geen einde. Er zit nu wel een einde aan en ik heb het verhaal geredigeerd.

Het verhaal

Ze is misschien te ver weg gelopen want ze ziet het huis niet meer. Papa en mama waren druk bezig en ze mocht eigenlijk niet weg, maar ze wilde weten wat het rare kwakende geluid was. En nu loopt ze dus hier op deze weg en het is warm. De zon prikt en ze bedenkt dat ze eigenlijk zonnebrandcrème had moeten gebruiken, maar die is ze vergeten. Ze ziet in de verte het bos en ze ziet vogels, maar die maken het kwakende geluid niet. Ze voelt steentjes in haar sandaal en stopt om die eruit te halen. De weg voelt warm aan haar blote voet. Ze hoort het kwaken weer, nu in de sloot langs de weg en ze loopt erheen. De sloot ruikt raar, thuis in Nederland is het vaak de geur van rottende bladeren. Dat stinkt. Hier in Frankrijk ruikt het anders maar ze weet niet goed naar wat. Nu komt ze te dichtbij, want ze glijdt met één voet in de sloot. De modder zit tussen haar tenen en voelt aan als slijm en dat is vies. Ze trekt haar sandaal uit en spoelt haar voet en haar sandaal af. Met deze warmte zijn ze zo droog. Ze wil nu eigenlijk terug want het bos is wel interessant, maar door de warmte heeft ze dorst gekregen en voelt haar tong droog aan. Ze proeft nog het broodje kaas dat ze met de lunch heeft gekregen. Papa en mama zullen bovendien wel boos worden omdat ze weg is gelopen. Maar waar moet ze heen? Met al haar aandacht voor het gekwaak heeft ze niet opgelet waar ze liep. Ze draait zich om en voelt op haar gezicht het zachte windje dat ze net in haar rug had. Dus die kant moet ze op. Een eindje verderop weet ze het ineens weer want daar ruikt ze lavendel. Verderop ziet ze het lavendelveld waar ze omheen moet, dan moet ze omlaag en daar weet ze het ook weer. Want daar is een andere weg en het hek waar ze doorheen is gegaan. En daar staat mama ook al, want die was haar dochter gaan zoeken. Gelukkig kijkt ze niet al te boos. Ze neemt haar dochter mee naar het vakantiehuisje waar Marieke wat te drinken krijgt.

Het boek

Martha heeft een boek geschreven, een heel wat grotere prestatie dan het korte verhaal hierboven vind ik. Dat is zaterdag gepresenteerd. In het boek vind je verhalen, theorie en schrijfoefeningen die je kunnen helpen als je vroeger gepest bent en daarvan nu nog last hebt.
#ikbengepest: hoe je met creatief schrijven je pestverleden kunt overwinnen / Martha Pelkman. – Expertboek, 2018. ISBN 978-94-92926-32-6
Verkrijgbaar voor € 20,- op de website of in de boekhandel.

Foto: Pixabay, CC0 gebruik